Wie heeft er eigenlijk bedacht dat leerlingen/studenten moeten leren om te presenteren? Komt dat vanuit de competentie gerichte gedachte? Als dat zo is, dan zou presenteren een beroeps competentie moeten zijn, want “los” zomaar presenteren leren moet voor de competentie aanhangers net zo’n gruwel zijn als los leren spellen of rekenen. Als je dan eens gaat kijken voor welke beroepen het kunnen presenteren werkelijk een beroepscompetentie is, dan ben je snel uitgepraat. De nieuwslezer doet het, een enkele manager zo af en toe (meestal in relatie met woorden als neuzen en targets), maar dan houdt het zo’n beetje op. Oké de wetstenschapper op een internationaal congres. Vooruit.
Leraren hoeven helemaal niet te kunnen presenteren. Want kennisoverdrcht is uit den boze.
Overigens heeft presenteren in het onderwijs nooit werkelijk ingang gehad. Een leerkracht presenteert niet, die houdt een klassegesprek.
Nu begrijp ik ook wel dat je met het maken van een presentatie kunt leren om je onderwerp te structureren en om in het openbaar te praten. Beide zaken lijken me evident nuttig. Maar die doelen kunnen beter worden geoefend door het schrijven van een coherent inhoudelijk verhaal en door het oefenen met discussie vormen. Essentieel is dat er interactie is en discussie. Bij de vermaledijde PP presentaties is dat meestal niet het geval. PowerPoint is daar ook te statisch voor.
Hoe langer je er over nadenkt hoe inconsistenter en zotter dat CGL of HNL is.
Waar wens tot leren presenteren mogelijk vandaan komt
Kwam de wens dat leerlingen beter kunnen presenteren, samen met dat ze beter zelfstandig en onderzoekend moeten kunnen werken, niet gewoon oorspronkelijk uit het WO?
Vorm en inhoud
En was dat misschien met de impliciete veronderstelling dat de inhoud minstens gelijk zou blijven?
Geweer
Ik heb nog leren presenteren in het leger; op bevel; “Presenteer geweer”.
Daarna heb ik op eigen kracht geleerd om presentaties te houden.
Waarom moet toch elke donderscheet worden ondergebracht in het onderwijs?
Ach wel ja,
je moest opeens een referaat houden, dus dat deed je naar voorbeeld van de docent en zo wist je je te redden. Er zitten al in de onderbouw veel vanuit de academische opleidingen afgeleide vaardigheden die zo nodig getraind moeten worden. Allemaal flauwekul. Nog zo’n voorbeeld is argumentatieleer: leuk voor 6 vwo. Eerder niet en zeker niet in 4 havo.
Dan hoeven we niet ECHT te werken
Dit zijn excuses om je niet met de serieuze problemen bezig te hoeven houden.
Zoals hier al vaker is gezegd: ’11-jarig kind zegt ‘ach flikker toch op’ tegen zijn directrice’, leerlingen kunnen niet rekenen, niet schrijven en niet spellen, hebben geen idee waar Polen of Tunis ligt en geloven dat in de Eerste Wereldoorlog de Romeinen tegen de Duitsers vochten.
Intussen vragen WIJ ons af wanneer nu eindelijk de Digitale Portfolio’s in het basisonderwijs worden ingevoerd, of kinderen wel goed genoeg met computers kunnen werken en of ze wel goed kunnen presenteren.
Voor Hendrikush heb ik nog de volgende oefening:
PRRRRESENTEERRRRRt…… de MIDDELVINGERRRRR!!
Ach flikker toch op…
…is toch ook een vorm van presentatie.
Het is heel expressief, er zit een hele leefwereld van een kind achter en is wellicht een signaal voor nader onderzoek.
’n Parel tussen krijtje en beamer…
De expressieve leerling die zich presenteert vanuit zijn leefwereld en ’n middelvinger naar de leerkracht opsteekt. Na uitgebreid onderzoek (video enzo) wordt de leerkracht het volgende geadviseerd:
Er niet op letten, moeilijke fase, ouders gaan misschien scheiden, vooral niet reageren en heel veel met hem praten. Beloon zijn prutswerk met een 7, anders voelt hij zich gekwetst. Bovendien gaat hij straks toch naar ’n volgende groep. En misschien is er dan geld voor ’n rugzakje.
Sorry, dat ik het palaveren over beamers en HNL even heb gestoord. Heeft iets te maken met BO en Carthago.
Addendum
Gelieve de laatste twee zinnen van mijn post te negeren; het gaat hier om een toespeling die eigenlijk te onduidelijk was om te publiceren
Vermoedelijk ligt de oorsprong van het leren presenteren
in het Bildungsideaal (om maar eens een anachronisme te gebruiken) van het onderwijs op onze eerste Latijnse scholen. Daar werd men onderwezen in de klassieke retorica: vaardigheden die je als kind uit de elite diende te leren voor je toekomstig beroep van bestuurder.
HNL gaat ervan uit dat allerlei vaardigheden die je vroeger uitsluitend of voornamelijk oefende bij het vak Nederlands, nu ook bij andere vakken nodig hebt ómdat je daar een PPP moet kunnen houden (?!). Dus het gebruik van middelen dicteert doelen.
presenteren
Die wens: beter leren presenteren, is gewoon een van de koekoekseieren van HNL en z’n voorlopers.
In welke studierichting is presenteren nou belangrijk? Die tot dominee en advocaat, maar toch niet bij geneeskunde, notariaat, tandheelkunde, wiskunde, enz. enz. Over het voortgezet onderwijs hoeven we het niet eens te hebben.
Zolang ik leef hoor ik al dat er meer aandacht in het onderwijs moet komen voor presenteren, (en voor bedside manners, en voor intrinsieke motivatie, enz.).
Het is een uitwas van telemevisiekijken. Daar zag en zie je de House of Commonsdebatten. Prachtig, vergeleken bij onze sufferdjes. En veel knappe en evengoed gevoelige dokters.
Onze zuinige volksaard apprecieert retorisch vertoon maar matig. Het zal dus niet gauw tot goed en duur onderwijs in deze vaardigheden komen. Zo blijft er voor vernieuwers wat te zeuren. Het is verstandig ze dit soort bezighoudertjes niet af te pakken. Het houdt ze van belangrijker zaken af.
Willem Smit
Nog wat studierichtingen
waar dit handig is: rechten, economie, politicologie.
tactische doorbraak?
Geniale gedachte: we laten hen de PowerPoints. Sterker nog: we zeggen dat dat hééééééééél erg belangrijk is en intussen gaan wij gewoon weer goed onderwijs geven.
Dat wisselgeld heb ik er graag voor over. Misschien een wijziging in de BON standpunten: vanaf nu zijn we sterk voor PP presentaties, maar daarnaar moet wel heel veel onderzoek gedaan worden door de APSsen van deze wereld.
Algemeen Powerpoint Studiecentrum
Ik steun dit. Ze moeten het blijven volhouden, ook nog lang nadat Bill G. het uit de handel heeft gehaald.
HBO-opleiding
van maken, met de mogelijkheid om door te stoten naar een academische titel?
In elk geval bij academische studies/beroepen
Presenteren is volgens mij nodig bij alle academische studies. Want een academische studie leidt op om informatie te verwerven, dus ook om nieuwe informatie over te dragen. Dat zal in veel van de gevallen ook mondeling plaatsvinden.
Ik zie ook niet zo heel veel verschil tussen ‘presenteren’ en ‘de spreekbeurt’. Hooguit dat er nu meer in wordt geoefend. Of moet presenteren altijd met powerpoint?
Nieuwe informatie overdragen
Beste Hilka,
Nieuwe academische informatie overdragen gaat tegenwoordig vrijwel uitsluitend schriftelijk (meestal via internet) en altijd in het Engels. De meeste academische informatie die ik tot mij neem (ik ben wiskundige op een universiteit) komt van mensen die ik nog nooit ontmoet heb.
Een goed betoog schrijven is voor een wetenschapper dan ook vele malen belangrijker dan goed kunnen presenteren.
Hetzelfde geldt in het Nederlandse systeem ook voor een advocaat. Die hoeft geen jury te overtuigen, maar de rechter. En de rechter leest de stukken en stelt daar wat vraagjes over, die luistert niet naar een urenlange presentatie van de advocaat.
Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid was en is belangrijker dan modelinge en zal dat waarschijnlijk ook nog wel een tijdje blijven.
Met de schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid van leerlingen is het bar en boos.
Laatste zin nogal tendentieus
Beste Mark79,
De laatste zin vind ik nogal tendentieus. Veel te algemeen gesteld. Kijk eens op de site van profielwerkstukken havo en vwo. Ik licht deze er uit. Wat vind je van de opzet en het taalgebruik ? Bekijk er nog eens een paar. Wat is hier mis mee ?
Klasse werkstuk
Om te zoenen! Zo hoort dat. Maar het kan ook anders.
Ooit had een van mijn VWO-leerlingen een werkstuk bij elkaar geknipt en geplakt over Einstein en de speciale relativiteitstheorie.
Samen met een collega hebben we vier middagen besteed aan de begeleiding; onvolkomenheden aangegeven; verbetersuggesties gedaan; alle mogelijke hulp aangeboden; maar meneer verdomde het om verder te gaan dan een paar woord- en zinsaanpassingen.
Omdat het werkstuk moest dienen als profielwerkstuk hebben wij het uiteindelijk afgekeurd. Dat heeft geleid tot een rechtszaak met alle trammelant eromheen. De rechter deed geen uitspraak over het werkstuk maar besliste dat de sanctie van de onvoldoende (niet mee kunnen doen aan het eindexamen) te zwaar was en dat betrokkene alsnog mee mocht doen aan de herexamens na de zomer.
In het daaropvolgende schooljaar besloot de staatssecretaris om de juridische consequenties van het profielwerkstuk te laten vallen.
Weer een goedbedoelde en mislukte onderwijsvernieuwing.
Met dit verhaal wil ik aangeven dat de werkstuk-cultuur prima resultaten kan opleveren maar dat je rekening moet houden met fraude en gepruts. En als je niet je rug stijfhoudt en daarbij gedekt wordt door collega’s en management ben je overgeleverd aan de goden.
Zo weet ik dat veel collega’s rotzooi goedkeuren om zich de moeite en het gezeur te besparen.
En zo komen presentaties op een hellend vlak (van boven naar beneden).
Het ging mij om deze zin
Het ging mij om deze zin: “Met de schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid van leerlingen is het bar en boos”.
Nou, heer WSmitHarmelen, U is ook een leukerd:
vergeet je niet een bepaald beroep?
(En dat een dokter niet moet kunnen presenteren is zeer discutabel hoor: heerlijk, een powerpointpresentatie over al je kwalen, van aambei tot likdoorn. Hetzelfde geldt, grosso modo, ook voor de tandarts).
Presenteren heeft best nut
Presenteren heeft best nut, de argumenten hiervoor zijn al genoemd. Verbazingwekkend is het dat presenteren tot hoofddoel van elke opleiding lijkt te zijn uitgegroeid. Een nadeel van presenteren is dat je er nauwelijks een systematisch leerproces aan kunt laten voorafgaan. Je kunt enige theorie geven, enkele voorbeelden geven en vervolgens moet de leerling het gewoon doen. Geloof me, voor mijn leerlingen (Techniek) is het echt een enorme berg om tegenop te zien. Het hele jaar door praatjes voor tien, maar voor de klas staan en een kort samenhangend verhaaltje vertellen vinden ze vreselijk. Toch zullen ook zij moeten kunnen presenteren. Ze zullen vooral zichzelf moeten leren presenteren, bij sollicitaties, als ze bij klanten binnenkomen, als er uitleg gevraagd wordt van een klus etc. Een voordeel van presenteren is dat je er tenminste nog kriteria aan kunt hangen: heeft een logische opbouw, kijkt het publiek aan, spreekt verstaanbaar, varieert in aanbieding van informatie etc.
Een ander veelgeroemd leerdoel van HNL is samenwerken. Ik kan daar helemaal geen kriteria aanhangen, omdat het succes van het samenwerken afhangt van de soort opdracht, de persoon met wie je moet samenwerken en nog heel veel dingen meer. Samenwerken, je kunt er wel ervaring mee opdoen, maar je kunt nooit zeggen dat je het nu beheerst. Ik heb zeer veel samen gewerkt in mijn leven, maar er zijn nog steeds personen waarmee ik dit absoluut niet zou willen en ook niet zou willen leren.
streed HNL niet tegen verveling?
Het als maar benadrukken van het presenteren heeft nog een nadeel. je mag het oefenen in presenteren niet afsluiten. Als je het de eerste keer reeds goed doet moet je toch nog jarenlang blijven oefenen. Wat een tijdverspilling! wat een verevelend onderwijs!
overtreffende trap
Het allerzieligste van presenteren vond ik altijd dat er voor presenteren een groep toehoorders moet zijn. In de praktijk: de medestudenten.
Zij worden blootgesteld aan slechte presentaties, waarbij de allerslechtste ook nog eens herhaald worden.
Nog maar goed dat ze volgend de HNL-ers minder dan 5% onthouden van “hoorcollege’s”
Heb je wel eens een vmbo-t klas betogen
horen houden? Absolute kulactiviteit voor toekomstige kapsters en monteurs.
Nu al vergeten???????
Is werkelijk iedereen al vergeten dat je je eerste presentatie met bibberende knieën voor de klas hield, over je konijntje, hamster of goudvis. Alleen toen heette het gewoon een spreekbeurt.
Nu volgt logischer wijs de vraag, welke gladiool heeft de ouderwetse spreekbeurt hernoemd in presenteren.
Re presenteren
Natuurlijk is kunnen presenteren een nuttige vaardigheid en niet kunnen niet. Goeie instructie hierin is in het vo en ho gewoon doorgaans te duur. Meer zit er niet achter de weinige echte aandacht ervoor. En op pakweg 15-jarige leeftijd is het bovendien verspilde energie. Je moet iemand niet iets leren dattie pas jaren later misschien nodig heeft. Dat HNL-ers veel in deze vh. zien klopt, ze zijn ernstig in de war en nemen vaak hun pillen niet op tijd. Trouwens, waar blijft Snappie met zijn onthullingen over de presentielijsten van Plasterk? Hij heeft toch geen klaplong opgelopen?
Willem Smit
leren presenteren
Is dat niet “Communicatiekunde”? Waarom is dat een verplichte competentie?
Kun je dat niet beter overlaten aan iemand die wat te vertellen heeft?
Moet je niet eerst de competentie “leren luisteren” ontwikkelen?
Geldt er niet meer “spreken is zilver, zwijgen is goud”?
Of oefen je daarmee voor “holle vaten klinken het hardst”?
Kortom: Presenteren i.p.v.
Kortom: Presenteren i.p.v. presteren.
Wat moet je hier nu op zeggen ?
Lentegevoel is even de weg kwijt, lijkt mij. Wat een statements. Pak er eentje uit “PowerPoint is daar ook te statisch voor”. Als je met Powerpoint begint is de presentatie leeg. Je kunt ‘m net zo dynamisch vullen als je creativiteit toestaat. Een statische powerpointpresentatie hoort dus bij een statische, niet creatieve figuur. Ik heb schitterende Powerpointpresentaties gezien, maar ook fantastische presentaties met slechts twee sheets (op een overheadprojector, maar had net zo goed in Powerpoint gekund, alleen de spreker had daar blijkbaar geen zin in of kon het niet). Ik kan nog wel door gaan, maar in het begin zei ik: “pak er eentje uit”. ‘In der Beschränkung zeigt sich der Meister.’
PowerPoint is wel degelijk statisch
PowerPoint is een diavoorstelling. Een opeenvolging van dia’s. Anders dan bij de ouderwetse dia’s kun je in de PowerPoint dia’s ook filmpjes, animaties, muziekjes en dergelijke plaatsen. Ook kun je iets makkelijker van dia 3 naar dia 20 springen. Maar in essentie is het een diavoorstelling.
Als ik PowerPoint vergelijk met een wit, groen of zwart schoolbord, dan zijn ve volgende verschillen van belang:
Op een schoolbord kan ik direct elke gedachte van mezelf of van een student weergeven
Op een schoolbord vraag ik daar waar relevant een student zelf zijn oplossing, zn idee of zn vraag te formuleren. Dat schoolbord is dus een gezamelijk interactief werkblad.
PowerPoint is daarentegen een van te voren bepaalde volgorde van van te voren gemaakte dia’s. Er is geen plaats voor inbreng van de studenten, noch voor niet geplande inbreng van de docent.
Natuurlijk kun je PowerPoint combineren met een schoolbord, maar omdat bij PP het lokaal liefst een beetje verduisterd is (lampen uit) en bij het schoolbord juist zoveel mogelijk licht wenselijk is, is die combinatie niet altijd gelukkig.
Natuurlijk is een enkele PowerPoint dia met een complexe tekening of een zinvolle animatie iets wat met een schoolbord niet kan, maar eerlijk gezegd val ik bij de meeste PP’s in slaap en weten mensen met een schoolbord me wel te boeien.
Niet alleen opeenvolging
21_3-1945 weet natuurlijk best dat er vroeger overheadsheets bestonden die over elkaar heen gelegd werden om een bepaald principe (b.v. van een 4-taktmotor) zichtbaar te maken. Dat gaat met Powerpoint een stuk eenvoudiger.
De niet ingeplande inbreng van de docent is ook mogelijk: net zoals je op het bord iets kunt tekenen n.a.v. een vraag, kun je in Powerpoint een aantal sheets “achter de hand” houden (je weet als ervaren docent natuurlijk welke vragen er mogelijkerwijs zullen komen). Bovendien kun je in Powerpoint verwijzingen naar internet opnemen, naar je eigen USB-stick, teveel om op te noemen, stukje flash, enz. Hoezo statisch ?
maar het blijft opeenvolging
Je voorbeeld van de 4-takt motor is evident nuttig. Ik had dergelijke toepassingen ook al meegenomen in mn post hiervoor overigens. Hetzelfde geldt voor flash. Natuurlijk zijn de plaatjes mooier.
Maar ik ben niet zo overtuigd van het achter de hand houden van dia’s met “bekende” vragen. Je hebt dan de les van te voren vastgelegd met een regulier verhaal en de gebruikelijke extraatjes. Als je een les vaak gegeven hebt, dan zul je best in staat zijn om de meeste reacties van leerlingen te voorspellen en achter de hand te hebben, maar ik vind het zelf altijd erg leuk als men wel met een ander idee of inzicht komt. Of als ik zelf plotseling een associatie heb die ik niet avn te voren heb bedacht. Met een bord ben ik volkomen vrij en op een PP dia kan ik niet eens schrijven, laat staan tekenen.
Ik ontken net dat PP soms voordelen heeft, maar ik geef duizend keer liever les zonder PP dan les zonder een ouderwets bord met stift of krijtje. Zelfs die 4 takt motor kan ik relatief gemakkelijk schematisch op het bord tekenen. Zuiger, cilinder, twee kleppen en een vuurtje. Pijlen erbij om de inlaat/uitlaatgassen weer te geven en volslagen duidelijk. Zonder voorbereiding van de tekening.
Iedereen zijn eigen communicatiemiddelen
Laat ieder de middelen gebruiken waarmee hij of zij zich het prettigst voelt. Een communicatiemiddel geforceerd hanteren omdat het moet heeft iets onnatuurlijks en is daarom niet effici-ent. PowerPoint is overigens best aardig.
oplossing
Dat is waarom ik zo loop te zeuren om een smartboard. Ik ben op Banchory Academy in Schotland te gast geweest en heb daar de ongekende mogelijkheden mogen aanschouwen bij natuurkunde, scheikunde, engels, duits, aardrijkskunde, wiskunde en biologie.
Er is mij nu toegezegd dat ik als eerste een samsrtboard krijg zodra alle lokalen zijn uitgerust met beamers.
Overigens een ander punt met betrekking op PP en andere presentaties in het lokaal. De beamer die ik nu heb hangen werkt gewoon bij daglicht en het beeld is ook achterin het lokaal goed te zien, zonder verduistering.
Hoe dynamisch je powerpoint presentatie ook is
niets overwint de tegenzin die schoolgaan oproept bij leerlingen. We hebben gehad televisie, spelletjes, computer, enz. Maar geen van deze middelen had de kracht om leerlingen bij de les te houden. Logisch ook, want de commerciele techniek is de leraar altijd een stap voor. Tegen de tijd dat de leraar aan het msn’en is, zit de leerling op second life.
Het is zo dwaas om mee te willen gaan in de nieuwste hippie-hoep rage. Volgens mij is dat net zo vervelend als een man van vijftig die denkt dat hij twintig is. -Onderwijs is onderwijs, en dat moet het hebben van een totaal andere invalshoek: niet flitsend en vlot, maar juist een tikkeltje behoudend en gedegen. Niet leuk, maar wel goed. Dat mag dus wel met een kleurkrijtje.
Is het je overigen wel eens opgevallen hoe graag leerlingen op een schoolbord werken? Ik heb ze in de pauzes regelmatig aan paardestaart en vetkuif trekkend het lokaal uit moeten werken 😉
Dan ken ik er ook nog eentje
In de zeventiger jaren: practicum met de golfbak, brekingswet zelf bepalen met een perspex driehoek er in, je kent dat wel (hoop ik!). Dat gaf een heel gedoe bij de uitwerkingen en de bespreking (klassegesprek, onderwijsleergesprek, wij waren goed getraind). Toen ik eens op het bord (jawel!) de ouderwetse methode met twee cirkels (straal 3 en 4 voor lucht/water, straal 2 en 3 voor lucht/glas) liet zien, dus hoe ik het zelf op de HBS had gehad, zeiden ze in koor: waarom doen wij het ook niet zo, nu “begrijp” ik het tenminste. Ja, ja, trucje ….
Leuk verhaal gp61!
Ach, mijn eigen leraren (ik vermoed dat ik iets jonger ben dan jij) deden vroeger erg hun best en bedachten ook de grappigste dingen om zaken aanschouwelijk te maken. -Toch was voor mij de persoon van de leraar altijd de meest belangrijke en doorslaggevende factor: bij Hendricks waren alle lessen leuk en geweldig, en bij Peters was er niks aan, ook al liet hij ons vaak allerlei aardige filmpjes zien.
(Je schrijft trouwens: ‘je kent dat wel’ – helaas, nee. Maar toch was het geen slecht idee om de leerlingen zelf met zo’n bak aan het werk te zetten. Ik herinner me een scheikunde les waarbij de leraar ons wedstrijden liet doen: je moest de waterbak van je tegenstander proberen leeg te scheppen en het water in je eigen bak met dit geroofde water aanvullen. Dat was leuk (maar ik weet niet meer wat hij ons er mee heeft willen leren ;-( ).
Maar het is vergeefs om te hopen dat de middelen of de methode of de werkwijze je het werk uit handen kan nemen- denk ik.
Dit hadden we niet
Dit hadden we toen niet, maar is wel interessant voor leerlingen die wat meer willen weten (nieuwsgierig zijn). Hier kan elke leerling die vindt dat hij op school onvoldoende aan zijn trekken komt, zijn hart ophalen. Nou ja, oefenen, oefenen, oefenen.
Zo zag de waterbak er uit.
Met licht.
Huygens zelf.
Kies maar uit.
Lesvoorbereiding in Belgie.
Dit vinden de BONners vast wel “leuk”.
Wat een vak
Er is dus maar één echt vak en het is jammer dat we België hebben verloren.
We gaan België heroveren en Feynman zal het goedkeuren.
Nou, maar Richard Feynman
is bijna het prototype van de klassieke leraar: volgens zijn studenten was die man dol op lesgeven. Hij stond altijd lachend in de deuropening van het lokaal, wierp speels een krijtje in delucht, en begroette de studenten een voor een.
En dat iets uitleggen een kunst is waarbij het nauw kijkt, blijkt wel uit zijn werken: zoals hij over natuurkunde schrijft, kan ik het heel goed volgen; maar Brian Greene, volgens de flaptekst een wonder van helderheid, kan er -vind ik- geen hout van: ik snap er na tien baldzijden al helemaal niets meer van. Ik vind juist dat zijn overdaad aan voorbeelden averechts werkt.
Volgens mij zijn voorbeelden erg belangrijke leermiddelen: in combinatie met woordkeuze en structuur kun je daar wonderen mee verrichten. Populair wetenschappelijke boeken zijn in dezen erg leerzaam. Chris Buskes heeft juist een boek over de evolutie geschreven: een geweldig duidelijk boek. Hij schrijft zo raak en typeert zo duidelijk. Ben benieuwd hoe zo’n man college geeft. Roger Penrose daarentegen, vind ik te wijdlopig. En het beroemde boek van Hawking ‘Het Heelal’ is aan mij niet besteed (juist weer te spaarzaam met voorbeelden? Voorbeelden te gecompliceerd? Ik weet het niet). En een erg beroemd boek ‘De wereld van Sofie’, is in mijn ogen een bijzonder slecht populair-wetenschappelijk boek (en ik begrijp dan ook niet waarom het zo beroemd geworden is). Daarentegen vind ik het werk van Steven J. Gould een wonder. Niet alleen helder en duidelijk, maar ook bijzonder boeiend (waaruit blijkt dat iets vertellen een kunst is die je geen enkele leraar zomaar mag ontnemen- als onderwijskundige zou je juist leraren moeten leren hoe ze moeten spreken en vertellen).
Eet meer koek, zei de Deventer koopman met volle mond. Waarmee ik maar wil zeggen, dat ik hier natuurlijk mijn eigen ‘waar’ aanprijs.
Penrose
Ik heb zijn “The Road to Reality” stukgelezen. Geweldige begeleiding bij the real stuff maar niet voor een groot publiek.
Feynman
Feynman
Nog zo een
Een paar orthopedagogische fysici bedachten dat je energieoverdracht kon uitleggen met bonen.
Vier leerlingen waren lamp; vier leerlingen waren batterij; vier leerlingen motor; de rest was stroom.
Die gingen bij de batterij bruine bonen halen; liepen naar lamp en motor om de bonen in te leveren enz enz.
En na afloop moesten er waarschijnlijk bonen geteld en grafieken gemaakt.
Volgens de auteurs van die methode leerde je zo niet alleen iets maar je beleefde het zelf en dan bleef het veel beter hangen. Onvergetelijk; we hebben het één keer geprobeerd en daarna nooit meer. Dat hele schooljaar vond je overal in je lokaal bonen terug.
Maar de leerlingen herinneren het zich inderdaad voor altijd.
Nu nog spek en de HNL variant is compleet
(ok, wat flauw, maar kon t niet laten)
Van krijtje naar beamer.
Als invaller (BO) weet ik, dat de 6 tot 12 jarigen dol zijn op krijt en bord. En de prikkelende verbale show er omheen. Dat laatste is wel noodzakelijk, anders wordt ’t bord ’n saai computerscherm. Want saai zal dat altijd blijven, hoelang Gates en consorten de geheugens ook blijven verdubbelen.
’n Baby is maar even afgeleid door de rammelaar, de peuter is klaar met ’n puzzel en gooit hem weg en de kleuter wil graag letters leren. Daarna wordt de leerkracht steeds meer de verteller en uitlegger. Zolang die dat boeiend genoeg blijft doen, met dat simpele krijtje, blijven ze leren.
Dat ondertussen de computer voor de kinderen veel belangrijker is, is duidelijk. In hoeverre ze er meer van/mee leren betwijfel ik. Niet m.b.t. topo/rekenen/spelling etc. Om in te slijpen, prima. Beamer en krijtje moeten toch de rest doen. En dat zal nooit lukken zonder die prikkelende verbale show.
Ik herinner me
de tijd nog dat ik op een LTS/LHNO werkte, ja die had je toen nog en de bedrijven schreewde moord en brand omdat wij met aftandse aparatuur de kinderen het vak leerde en dan konden zij nog eens opnieuw beginnen als een leerling na diplomering bij hun aan de slag ging.
Ja ik ben een vijftiger , niet meer en niets minder. Een vijftiger die zijn tijd steeds bij is gebleven, soms zelfs vooruit was.
In 1972 al de eerste lessen computerkunde gehad, geleerd te programmeren in Ecol met schrapkaarten.
In 1980 mijn eerste computer zelf in elkaar gesoldeerd.
In de daarop volgende jaren een voorraad/overzicht beheersprogramma voor de ammanuansis van scheikunde geschreven, om zijn leven te vergemakkelijken.
Voor mijn eerste school in 85 de administratie geautomatiseerd en toen al ontdekt dat het CMG programma bagger was en het dus ook niet gekozen. CMG is er nu eindelijk mee gestopt.
Ik gebruik al net zo lang internet als XS4all bestaat en ook al enkele jaren MSN.
Niet om daarmee een twintiger te lijken, niet om daarmee mijn leerlingen bij de les te houden, dat doe ik nog steeds met mijn verhaal.
Het belangrijkste instrument is en blijft de stem van de docent. Daarmee kunnen we de leerlinge boeien en aan ons binden.
De techniek vergeten is net als geen kennis meer leren, achterstand oplopen.
De tecdhniek is, was en zal altijd een ondersteuning zijn van mijn vak. het van van Leraar. En niet zoals ik zovaak helaas bij collegae heb gezien, nu moeten we alles met de diaprojector doen, hop nu moet in elke les de vidoe gebruikt worden. nu moet in elke les de leerling achter de PC enzovoorts.
Mensen laten we met de tijd meegaan en de hulpmiddelen die de techniek ons biedt gebruiken. Dat is mijn bedoeling dus ook weer voor de beamer en het smartboard.
Na 5 generaties terug bij ’t bord
Je hebt nu Active Board en Smart Board, en als je dan de hele winkel aan de praat hebt doe je min of meer hetzelfde als op een ouderwets schoolbord.
In feite ben je dan gewoon weer terug bij af, maar nu met een hoop technologie die allemaal volgens de wet van Murphy stuk kan gaan.
Bij een schoolbord zijn er twee mogelijkheden: wisser/spons weg en krijt op. Verder kan er niks mis gaan. Bij al die mooie technologie kan er (en zál er dus) oneindig veel meer mis gaan.
Maar de leveranciers van al die Boards, die lachen het hardst en het langst, terwijl wij weer wanhopig bezig zijn iets compatibel te maken of een virusscanner af te zetten.
En stoflongen
En stoflongen, beroepsziekte. Er staat ergens al dat leraar zijn een zwaar beroep is.
stoflongen
Ik kreeg na 3 jaar zeuren een wit bord met viltstiften. Dat scheelt een hoop stof.
High
Word je high van.
ja dat zou kunnen kloppen.
Vanaf die tijd verbeeld ik me regelmatig een bevlogen docent te zijn.
Stoflongen? Dat komt van al dat roken.
Althans, ik heb gelezen -ergens, ooit- dat politieagenten en leraren nogal graag roken. -Maar hoe dan ook, stoflongen van het bordkrijt? Dan gebruik je toch, piepend en amechtig, een ‘whaitboord’ met lekkere dikke kleurige viltstiften (maar in mijn ogen niet zo mooi als een volgekrijt ouderwets schoolbord).
In alle ernst: zijn er leraren die ‘krijt-longen’ hebben? Bestaat dat? (Mij kun je alles wijsmaken, behalve dat ik Simon heet).
Krijtlongen
Ik heb altijd een flesje water bij de hand als ik lesgeef. Dat krijt komt wel degelijk door de mond en neus naar binnen. Een slokje water zorgt ervoor dat mijn stem ook nog bruikbaar blijft.
Een whiteboard is trouwens ook niet alles. Het stinkt enorm, sommige mensen schijnen daar hevig onpasselijk van te worden.
Spons
Ik gebruik al 28 jaar een glasbord en dus krijt, maar nog NOOIT een wisser! Inderdaad, met in het achterhoofd het verhaal over krijtlongen. Dus al die jaren een natte SPONS. Dus nergens last van!
Ik voel me nog geen mijnwerker
…maar ik gebruik bijna altijd de spons.
Laatst viel bij ons de electriciteit uit: video’s uit, computers uit, beamers uit…..alleen één klein dorpje hield moedig stand: het dorpje van S. Stevin waar gewoon met een krijtje werd doorgewerkt.
Bij de leerlingen werd ik door dat voorval niet populairder.
Iedereen wil toch manager worden
Jong geleerd, oud gedaan. Natuurkunde studeren? Ben je gek, ik word de baas van de fysicus, daarom leer ik al vroeg presenteren.
Laatst een studiedag over projectonderwijs
‘genoten’ met een echte deskundige van het APS over projectonderwijs. Het woord presenteren was weer niet van de lucht. Ze heeft het competentiewoord maar één keer gebruikt, maar het ging in allerlei andere omschrijvingen veelvuldig over tafel. Ik heb regelmatig het authentieke BON-geluid laten horen: laten we de leerlingen nu eerst eens de basiskennis bijbrengen, dus leren lezen, spellen en rekenen. Ook het begrip meervoudige intelligentie heb ik krachtig naar het rijk der fabelen verwezen. Het project komt er natuurlijk toch. Het was een bijzondere dag: wij bevonden ons namelijk geheel in het luchtledige en dat gedurende uren aaneen. Wat had ik mijn tijd nuttig kunnen besteden, met bijvoorbeeld nakijkwerk. Dat zal nu in het weekend moeten gebeuren. Was ik maar manager geworden ….
studiemiddag met Powerpoint.
De lessen gingen weer eens niet door. Hoe wij, de docenten, de computer voor het Leerlingvolgsysteem nog beter konden gebruiken. De man had zich goed voorbereid. Kan me niet herinneren ooit binnen de schoolmuren een man in een driedelig pak (met vest dus) gezien te hebben. Dat beloofde wat.De Powerpointpresentatie stond bol van de Engelse termen. Eindelijk een bijna Nederlands woord: iNovatie,…. en het verscheen steeds maar weer.
i-Novation?
Weet je zeker dat er niet i-Novation werd bedoeld.
Het blijft dan even zoeken naar de betekenis: gaat het om iets met internet (iPod), of gaat het om het novermen van de werkelijke IK?
Mijn moeder zei vroeger: al draagt een aap een mooie ring, het is en blijft een lelijk ding.
Mijn visie op apen is inmiddels veranderd, maar in overdrachtelijke zin zijn 3 delige kostuums weinig anders dan een ring natuurlijk.
inovatie
Nee, het was gewoon een fout , paste trouwens prima bij dat mannetje.