Een vakbond wordt opgericht door werknemers die met de beste bedoelingen en geheel terecht een organisatie vormen die de belangen van de werknemers gaat behartigen.
Een werkgeversorganisatie ontstaat op precies dezelfde manier
Op een gegeven moment krijgen dergelijke instellingen veel medewerkers, mensen die afhankelijk zijn van voldoende werk tbv de betreffende instelling. Om te blijven groeien moet dat werk steeds verder uitgebreid worden.
Zo treedt de ANWB eerst op als reizenverkoper en later als deelnemer in de discussie over rekeningrijden. Zo besluit de FNV om vakbonden in andere landen te gaan steunen en mee te denken over onderwijsvernieuwingen. Zo besluit Doekle om medewerkers te dreigen met ontslag als ze niet enthousiast achter HNL aan huppelen.
Al die zaken gebeuren niet omdat het nuttig is, maar omdat de organisatie uitdijt en aan het werk moet blijven.
Op die manier is het heel goed voorstelbaar dat er werkgevers organisaties zijn die zich zijn gaan bemoeien met het onderwijs. Maak iet de vergissing dat men de werkgevers hierin vertegenwoordigt. 90% van de werkgevers hebben geen enkel verstand van onderwijs en zeker geen speciale visie over onderwijsfilosofie. Toch blaat er hier en daar een bestuurder van die wergkgeversvereniging onzin over onderwijs uit. Niemand van de werkgevers die dat uberhaupt merkt en als men het al merkt, dan heeft men geen idee wat er mee bedoeld wordt. Het zal wel goed wezen. In ieder geval besteedt men de energie liever aan het eigen bedrijf. De “ambtenaren” van de werkgeversvereniging hebben zodoende vrij spel, de werkgeversvereniging wordt groter en de belegde boterham blijft gegarandeerd
Re Uitdijende organisaties
Ik ben het hartgrondig met u eens. Kent u het Peter Principe (over hiërarchieën en het incompetentieniveau dat iedereen die promotie maakt bereikt) ook?