Spreektekst Harm Beertema over schaalgrootte en financiële prikkels in het onderwijs

We ontvingen van Harm Beertema, oud BON bestuurder en PVV kamerlid, onderstaande spreektekst ((pdf).

Spreektekst Onderzoek naar de relatie tussen financiële prikkels, fusies en schaalgrootte in het onderwijs
15 juni 2011
Harm Beertema

Voorzitter,

Een terugtredende overheid, bewindslieden die zichzelf welbewust op afstand zetten, een Kamer die dat laat gebeuren en dat allemaal onder het adagium van de CDA-ideoloog Anton van Zijderveld dat het middenveld het beste weet hoe het werk gestalte moet krijgen. Zo werd met de beste bedoelingen een klimaat geschapen waarin ‘publiek gefinancierd ondernemerschap’ de norm werd in de publieke sector. Eenvoudiger gezegd: het ondernemertje spelen met belastinggeld zoals we dat kennen in woningcorporaties, zorginstellingen en uitkeringsinstanties, Met alle onaangename gevolgen van dien: schaalgrootte, professionalisering van bestuur en management, risicospreiding, schaalvoordeel: het bestuur ver weg van de werkvloer te staan, ook fysiek, liefst op een prestigieuze plek ergens tussen de bankiers en advocaten. Het ging ineens om representatie en die was van een andere orde was dan het duffe kantoortje van een hoofd der school. Leaseauto’s, marktconforme salarissen, bonussen, extra pensioenstortingen, langdurige adviseurcontracten na het afscheid als bestuurder. Onderwijs werd vaak bijzaak, want een beetje saai en daarom werd de aandacht gericht op uitdagender zaken zoals grote onderwijsvernieuwingen of grootschalige projectontwikkeling in de Wibautstraat. Wooncorporaties deden ineens aan spektakelprojecten als het redden van een heel stadsdeel door een stoomschip te kopen en te gaan verbouwen. Intussen gleed het onderwijs af naar een bedenkelijk niveau, zelfs naar een regelrecht drama zoals op Inholland, de grootste hbo ooit. Maar de overheid bleef op afstand, want het middenveld was tenslotte autonoom. Dat was en is de afspraak. Niet voor niets zei Van Zijderveld later: ‘Veel scholen zijn door fusies gigantische fabrieken geworden. Het onderwijs moest zonodig efficiënter en bureaucratischer. Het CDA was daar via minister Deetman medeschuldig aan. Leraren hebben niets meer te vertellen en geen aanzien meer. Ze ontberen een professioneel ethos, een maatschappelijke opdracht.’

Er is wel veel gebeurd met het aantreden van dit nieuwe kabinet. En wat mij betreft is dit op onderwijsgebied inderdaad een kabinet waarbij “rechts” (wat die term nu ook nog betekent) z’n vingers kan aflikken, bijvoorbeeld als door deze bewindslieden wordt vastgesteld dat het niet goed gaat. Ik vind het fantastisch dat alle problemen in het onderwijs nu gewoon benoemd worden! Dat is tientallen jaren niet vertoond. Vz, dit kabinet analyseert, benoemt en trekt de juiste conclusies: de focus op kennis, kwaliteit, normering, kwaliteit van leraren, snijden in leemlagen, focus op kernvakken. Dat maakt mij tot een ontzettend gelukkig Kamerlid en tot een heel tevreden gedoger.

Maar toch moet ik nog vaak vaststellen dat deze bewindslieden ondanks de juiste analyse , de juiste diagnosestelling dat het onderwijs hier en daar ernstig ziek is, toch terugdeinst als het gaat om het inzetten van de juiste behandeling.

Nu heeft het kabinet de Erasmus School of Economics opdracht gegeven onderzoek te doen naar de relatie tussen financiële prikkels en schaalgrootte.
En het is een indrukwekkend rapport geworden vz. Gemaakt door ondermeer prof. Elbert Dijkgraaf, mijn vriend en gewaardeerde collega. Juist omdat ik hem en zijn partij zo waardeer, kost het mij moeite om het oordeel dat ik heb over dit rapport duidelijk te formuleren. Maar ik benoem de zaken graag duidelijk, dus vooruit maar: vz, dit rapport is onzin. Het is mooie onzin, dat moet worden gezegd, maar niettemin onzin. Waarom zeg ik dit?

De vooronderstelling van dit rapport is dat er een objectief beeld van de complexe werkelijkheid in onderwijsland verkregen kan worden door 140 interviews met, let op, besturen en managers, die hun eigen beeld geven van wat een onderwijsinstelling is of zou moeten zijn. Het kernbegrip dat steeds weer opduikt in de verhalen van deze mensen is professionalisering. Vz, ik heb 34 jaar aan de andere kant van het spectrum mogen werken in het onderwijs, in de klas, met echte leerlingen. Mijn conclusie is dat er in het onderwijs sprake is van twee absoluut gesegregeerde werkelijkheden: de wereld van papier, van smartdocumenten, van beleidsplannen, van evaluaties, van protocollen, van voornemens en van goede bedoelingen. Aan de andere kant vind je de leerlingen en leraren die gewoon hun werk doen. In de klas, met elkaar. Mijn ervaring is: hoe professioneler de manager, hoe effectiever er perverse prikkels worden gevonden, wat vervolgens weer reflexen oproept bij de overheid om nog meer verantwoordingsplicht op te leggen.

Een voorbeeld uit het rapport. Schaalvergroting vergroot volgens bestuurders van gefuseerde instellingen de effectiviteit van de organisatie door kennisdeling, innovatie, kennisontwikkeling, beter personeelsbeleid, grotere mobiliteit. Vz, het is echt grote onzin. Het tegendeel is waar! De efficiency waar het de professionele manager om gaat is de efficiency van de 95 % lokalenbezetting waardoor leraren nooit een eigen lokaal hebben, zodat ze van uur tot uur met hun hele hebben en houden moeten zwerven door de school. Het is de efficiency van de externe roostermaker die de leraren en de leerlingen en de school niet kent omdat hij er nooit geweest is. En dus idiote roosters in elkaar knutselt die niet werken.
Ik lees: de belangrijkste motieven tot fusie zijn onderwijskundig van aard. Verklaart dat de fusie tussen ROC van Amsterdam van 36.800 leerlingen) met ROC Flevoland van 9480 leerlingen? Leg me dat eens uit prof. Dijkgraaf!
Vz, ik stel vast dat meer dan de helft van de leraren voorstander is van een maximale schaalgrootte. In het voortgezet onderwijs is dit bijna 70%. Dit wordt echter afgedaan als een subjectief gevoel van onbehagen over massaliteit en het gebrek aan betrokkenheid dat daarmee samenhangt. Vz, dit doet sterk denken aan de reactie van een links angehauchte onderzoeker die onderzoek deed naar de negatieve effecten van massa-immigratie: “Overbevolking zit tussen je oren.” De PVV is voorstander van een maximale schaalgrootte, vastgesteld per sector. Tot hoeveel leerlingen kan een instelling groeien voordat de schaalvoordelen in hun tegendeel gaan verkeren. Onderzoek dat minister, zou ik willen zeggen. Per sector vaststellen hoe groot een instelling kan worden. Oud-minister Plasterk heeft er weleens iets over gezegd. Hij noemde het aantal van 5000 leerlingen voor een ROC. Dat zou de meeste schaalvoordelen opleveren, daarboven zouden de voordelen in het tegendeel omslaan. Vz, ik stel voor dat u een aantal knappe koppen aan het werk zet om dat te becijferen, zonder daarbij bestuurders en managers te interviewen. Ik wil in ieder geval serieus werk maken van een maximale omvang per schoolsoort. Graag een reactie.

De PVV is van mening dat ouders betrokken moeten zijn bij de school van hun kind. Dit kan op allerlei manieren: door het bijwonen van ouderavonden en het vervullen van vrijwilligerstaken bijvoorbeeld. Betrokkenheid betekent ook dat ouders meer invloed moeten hebben op beslissingen die worden genomen binnen de school. En aan deze invloed ontbreekt het vaak. Soms is de oorzaak een gebrek aan initiatief en doorzettingsvermogen van ouders, vaak ontbreekt de mogelijkheid simpelweg. Het wordt ouders dan ook wel moeilijk gemaakt om wezenlijke invloed uit te oefenen. Bij verenigingen kunnen de leden het bestuur aanspreken op beleid, maar bij een stichting, de rechtsvorm waarvoor de meeste besturen hebben gekozen ontbreekt die mogelijkheid. De PVV voelt er veel voor om in de publieke sector de stichtingsvorm te vervangen door de vereniging. Dit zou een grote doorbraak betekenen in het streven om de stakeholders, de direct belanghebbenden meer invloed te geven.

De PVV deelt verder de zorg om de scholen in de krimpregio’s en onderkent de problemen waar zij voor staan. Wij steunen dan ook het voorstel om scholen die onder de opheffingsnorm dreigen te vallen langer te bekostigen.

De door de minister aangekondigde beloningsplafonds in de verschillende onderwijssectoren om de uitwassen in de salarissen van bestuurders te voorkomen vindt grote weerklank bij de PVV. De treurige gebeurtenissen rond de misstanden bij InHolland hebben er gelukkig wel toe geleid dat het probleem eindelijk onderkend wordt. Maar is dit plafond zo schokbestendig dat er niet gecompenseerd kan worden met een extra pensioenregelingen, enz.? Waarom geen mooi CAO-loon? Hoe ziet zij die voor zich? Graag een reactie.

2 Reacties

  1. Bravo Harm…
    Gisteren onze minister op de treurbuis, daar werd ik weer heel treurig van: CDA en oude politiek. Wanneer Claire Polak haar (lichtgewicht) wegspeelde, keek ze weg.
    Gelukkig hebben we Zijlstra nog en Harm natuurlijk.

  2. Uitstekende bijdrage
    Harm verwoordt het uitmuntend.
    De reactie van Hals is deels voorspelbaar. Laat ik daar toch ook nog Jasper van Dijk bij noemen.

Reacties zijn gesloten.