post aan de redactie

Onderstaand artikel werd ons door de auteur toegezonden.

Schijnresultaten onderwijs en Cito,

Veel mensen die net als ik al lang in het onderwijs staan en er veel hebben zien veranderen hoor je steeds vaker zeggen dat het onderwijs ziek is. Toch hoor je alsmaar berichten over veranderingen die ervoor moeten zorgen dat het allemaal steeds beter gaat. Ik wil er eens een ding uithalen dat heel duidelijk voor een schijneffect zorgt maar in feite voor het tegendeel zorgt.
Naast een leerlingvolgsysteem werken we in het basisonderwijs al jarenlang met een eindtoets, meestal de cito-eindtoets. Deze was bedoeld om ouders en kinderen te helpen het juiste vervolgonderwijs te kiezen. Dat is tot op de dag van vandaag al een onderwerp van steeds terugkerende discussie. Mijn stukje gaat over het oneigenlijke gebruik van deze toetsgegevens door de inspectie. Ze worden letterlijk gebruikt om de kwaliteit van de school te bepalen. Eigenlijk ongelooflijk dat het onderwijsveld dit klakkeloos accepteert. Een stap verder en het gemiddelde IQ van de leerlingen van een school bepaalt de kwaliteit!
Tegenwoordig worden op internet de inspectierapporten en de resultaten van de eindtoets gepubliceerd. Iedereen kan dus opzoeken wat de inspectie van een school vindt. En die inspectie kijkt voornamelijk naar de resultaten van die eindtoets. Wat gebeurt er dus? Geen enkele school wil slecht beoordeeld worden en met een slecht inspectierapport op internet komen. Dus wordt de uitslag van alle toetsen op scholen gemanipuleerd zonder dat een inspectie daar rekening mee houdt. En geloof me daar hoef je echt niet zo creatief voor te zijn, maar dat het gebeurt weet ik zeker. Niet te erg maar wel zo dat er eigenlijk een schijnresultaat wordt geboekt. Daardoor wordt er ieder jaar een tikkeltje hoger gescoord. De citonorm wordt dus ook een tikkeltje opgeschroefd want het landelijk gemiddelde mag natuurlijk niet veranderen. Het jaar daarop moeten alle scholen dus weer een tikkeltje erger smokkelen om aan de norm te voldoen. Alle basisscholen in Nederland belanden zo in een vicieuze cirkel waarbij het steeds moeilijker wordt om aan de inspectienormen te voldoen. Die controleren vervolgens zoals ik al zei vooral op wat scholen op papier aanleveren en dan voornamelijk de citogegevens. Er ontstaat zodoende een schijnkwaliteit. De energie die wordt gestoken in de cito zou aan goed onderwijs kunnen worden besteed. We hebben het over een verlies/verlies-situatie.
Als school het lef hebben hieraan niet mee te doen kost je uiteindelijk de kop. Wie naïef eerlijk onderwijs geeft en niets manipuleert heeft het gevoel hard en goed te werken. Tot de inspectie komt en vindt dat je onder de norm presteert. Dat wordt met cijfers hard gemaakt en landelijk gepubliceerd. Ineens blijk je dan een slechte school te zijn en moet je aan allerlei verbeterplannen gaan werken. Directeuren en personeel raken hierdoor vaak langdurig in de lappenmand. Inspectiebezoek heeft zodoende vaak als resultaat dat je er letterlijk ziek van wordt.
Ik beweer dus dat inspectiebezoeken in toenemende mate een averechts effect hebben. Onbedoeld en een uitwas van de bureaucratie. Ze hebben gemeend slim een school te kunnen doorlichten a.d.h.v. een aantal documenten. Het zou ook wel interessant zijn om eens te onderzoeken , misschien zelfs juridisch, of de inspectie Citogegevens mag gebruiken om de kwaliteit van een school vast te leggen en die vervolgens te publiceren. Citotoetsen zijn officieel geijkt en voor een totaal ander doel ontwikkeld dan waar de inspectie ze voor gebruikt. Ouders zouden volgens mij het recht hebben de inspectie te verbieden de gegevens van hun kinderen te misbruiken.
Dat er in de ogen van veel ervaren leerkrachten wel meer dingen struktureel echt fout zijn moge ook duidelijk zijn. Dat je daar geen vrienden mee maakt ook.

Bernard de Rooij
56 jaar en vanaf 1977 werkzaam in het basisonderwijs

4 Reacties

  1. internet als schandpaal
    De achterliggende gedachte is kennelijk dat zo’n openbare schandpaal die leerkrachten wel zal drijven tot het opvoeren van hun prestaties. Ik vind het een perverse methode.
    Bovendien zinloos: ouders zoekn een school in de buurt en kijken niet verder dan enkele kilometers.

    Daarnaast ben ik van mening dat de taak van de inspectie een bescheiden taak is: toezien of er ‘naar behoren’ wordt gefunctioneerd en het opsporen van misstanden.
    Het lijkt erop dat de inspectie zichzelf een rol heeft toebedeeld bij het ‘opvoeren’ van de ‘kwaliteit’. En daar dus 2 ononeigenlijke middelen voor gebruikt: de CITO-toets en de publieke schandpaal.

    De CITO is niet ontworpen voor dergelijk gebruik. Verder is die toets niet eens verplicht. De wet zegt alleen dat er naast het oordeel van de leraar nog een tweede oordeel nodig is. De score is bedoeld als INDICATIE voor het vervolgonderwijs.
    Dit soort overheidsmethoden zetten leerkrachten alleen maar onder onnodige druk.
    (wordt vervolgd)

  2. schandpaal, vervolg
    Dezelfde overheid verplicht de scholen om leerlingen die om wat voor reden ook, grote moeite hebben met de leerstof, toch gewoon in de klas te houden. Dat betekent natuurlijk dat het klassegemiddelde, als er getoetst wordt wordt, omlaag gaat.
    Enerzijds moet er dus ‘gescoord’ worden, anderzijds moeten alle zwakke leerlinen meedoen en in de gelegenheid worden gesteld op eigen niveau te werken.
    Dat zorgt voor een onmogelijke spagaat.

    Dan de vraag: voldoet het leerlingvolgsysteem niet? Jaar in jaar uit worden de leerlingen getoetst, met als bedoeling dat er onmiddellijk ‘ingegrepen’ kan worden (hoewel dat woord meer belooft dan waar gemaakt kan worden). Wordt de CITO-score groep 8 het uiteindelijk stempel dat de school en publique krijgt opgedrukt.
    Het zijn geen stimulerende methodes.
    De leraar staat al in een aquarium te werken: hij wordt van alle kanten geobserveerd. en er wordt gesuggereerd dat hij met wat handige middeltjes tot grotere prestaties opgezweept kan worden.
    Zo waren scholen ook al verplicht de uitstroom van hun leerlingen in de schoolgids te publiceren. Dat vond ik ook laag: je hebt je schoolpopulatie immers niet in de hand.

    Afschaffen a.u.b., die publieke schandpaal; zoiets werkt eerder frustrerend dan stimulerend. Ouders staan dichtbij de school en hebben zoiets niet nodig.

  3. Inspectie is hinderpaal
    Zo is de inspectie, totaal verworden tot een bureaucratisch instituut. Vroeger kwamen de inspecteurs op school en zelfs in de klas. Ze waren streng, maar ook altijd bereid te helpen. Tegenwoordig wordt dit helpen aan ‘de markt’ overgelaten.

  4. Hinke
    HansP
    Helemaal mee eens, Hinke, inspecteurs kwamen minimaal 1keer per jaar op school en in de klas. Als piepjonge onderwijzer had ik het eerste jaar behoorlijk wat problemen met mijn klas. De school stond in een, wat nu heet een Vogelaarwijk.
    Op een gegeven moment stond de inspecteur in mijn klas, bekeek de schriftjes, volgde een rekenles en gaf toen zijn commentaar en dat loog er niet om. Ik kreeg flink de oren gewassen.
    Ik trachtte nog mijn gezicht te redden met de opmerking dat ik de leerlingen wel wat lui vond. De inspecteur, een vrij klein mannetje, richtte zich op, keek mij aan en sprak de voor mij historisch geworden woorden: “Mijnheer, er zijn geen luie leerlingen, maar wel slechte onderwijzers”. Daar kon ik het mee doen en dat heb ik ook gedaan.

Reacties zijn gesloten.