BON heeft de strijd om het CGO verloren. Niet definitief natuurlijk maar zij kan niet meer vermijden dat het besluit van het CDA, de PvdA en de CHU grote schade zal toebrengen aan de welvaart en het welzijn van zo’n 60 % van de jeugd en aan onze economie. Maar wij kunnen hoop putten uit dat wat in de Verenigde Staten van Noord-Amerika gebeurd is. Ondanks de inzet van miljoenen hoogopgeleide Amerikanen werd Bush, die in een parlementaire democratie zou hebben moeten aftreden vanwege zijn falende veiligheidsdiensten, weer tot president gekozen. De herkozen president rolde van de ene blunder in de andere en zo’n 2 jaar vóór de volgende presidentsverkiezingen zat vrijwel iedereen, behalve de rijke (olie)vriendjes van Bush, die 2 jaar vol ongeduld uit. 2 jaar wachten op nieuwe verkiezingen zonder iets te kunnen doen. Een zware psychische belasting. In die situatie zit BON nu ook. Uiteindelijk werden de inspanningen van Bush’s binnenlandse vijanden op een verrassende wijze bekroond door de verkiezing van Obama. Misschien kunnen de BON-leden daaraan hoop ontlenen. Ik had als titel kunnen voeren “Na Bush en na Balkenende” maar wij hebben geen presidentiële demokratie en je kunt Balkenende ook niet vereenzelvigen met het CDA. Maar nadat de regeringscoalitie met als grootste partij het CDA het MBO vernield heeft weten we dat er wel een balkenbende bestaat.
Bij “de Politiek” hoeft BON haar boodschap niet verder te verkondigen. Alle nationale politici weten ondertussen wel hoe BON over onderwijs en hun handelen op dat terrein denkt. BON zal zich moeten concentreren op het bewust maken van ouders en moeten proberen de uitslag van de verkiezingen te beïnvloeden. Gelukkig hoeft BON daarbij niet tussen links en rechts te kiezen en kan het dus politiek neutraal blijven. De positie van het CDA wordt bedreigt door de PVV, die van de PvdA door de SP. Er is dus een goede kans dat de huidige coalitie na de verkiezingen niet meer terug kan komen als meerderheidsregering.
Ik denk dat BON een “Verkiezingsparagraaph voor de Politieke Partijen” moet schrijven en aan de politieke partijen moet vragen om die paragraaph over te nemen. Zo weten de kiezers voor wie onderwijs een belangrijk keuzekriterion is straks op welke partijen ze kunnen stemmen als onderwijsbeleid de doorslag bij hun keuze mag zijn.
Seger Weehuizen