Het dikke hout van stellingen

“Het dikke hout” van de stellingen
Na elke stelling volgt, met hetzelfde nummer een reactie.

REACTIE OP: Verbrugge op Zo, 19/03/2006 – 23:43. :: alle onderwijs
1) Het spreken over Nederland als een kenniseconomie is een farce als je kijkt naar de ontwikkeling van ons onderwijs. Het niveau daarvan is in de laatste decennia namelijk schrikbarend achteruit gegaan. Het spreken over ‘andere competenties’ verhult alleen maar wat er aan de hand is.
1) Het niveau blijkt niet achteruit te zijn gegaan, als je vergelijkend internationaal onderzoek vertrouwt. En er zijn zelfs steeds meer mensen met een hoger niveau. Verbrugge kijkt naar iets anders. Het is wel een gevoel van ouder wordende docenten, zoals we die al vanaf het jaar 1700 kunnen terugvinden in de literatuur. Het is wel opvallend hoe weinig geld er in Nederland in onderwijs wordt geïnvesteerd, als je naar begrotingen van andere landen kijkt.

2) Een tekort aan geld is zeker niet het belangrijkste probleem van ons onderwijs. De huidige malaise is vooral veroorzaakt door jarenlange vakinhoudelijke verschraling van het programma, onverantwoord geëxperimenteer met didactiek en onderwijsvormen, het naar beneden bijstellen van eisen om rendementen te halen en de stelselmatige onderwaardering van de bekwame vakdocent. Het niet stellen van duidelijke eisen aan kinderen is een vorm van verwaarlozing.
2) Tja, als je voor een nonprobleem oorzaken gaat zoeken, ben je vooral retorisch begaafd.
Ons programma, de eindtermen in het vo, zie ik niet verschralen. Ze bleken wel onhandig ruim geformuleerd en zijn een paar jaar geleden vervangen door vakdocenten die een meer bescheiden formulering op prijs stelden. Vorige versies waren door academische deskundigen per vak in elkaar gezet,, en bleken niet te werken.
Wat zou dat onverantwoordE experimenteren zijn: Studiehuis? Ging zonder experiment! Op verzoek van de universiteiten is de bovenbouw van het vo met een studiehuis-concept aan het werk gegaan: soms door leerlingen aan het handje door de stof te helpen, soms door ze meer alleen en zelf te laten uitzoeken, en verder met gewone en luisterlessen. Ik weet niet waar die rendementen worden bijgesteld, maar dat zou in het ho wel kunnen zijn, omdat instellingen daar worden afgerekend op aantallen afgestudeerden, dus kan er druk plaatsvinden om meer te laten slagen. Is het eindexamen hetzelfde gebleven, dan is het vo-niveau niet veranderd. Ging het omlaag? Ik ken er geen bewijzen van.
Ik zie wel dat vakbekwame docenten, zowel bekwaam als docent, als in een discipline minder gewaardeerd worden: leidinggevenden krijgen meer salaris, de loopbaan van de bekwame docent is doodlopend. En dat is jammer. Daar kunnen we makkelijk iets aan doen.

3) Goed onderwijs valt of staat met de kwaliteit van de vakdocent. Deze moet gekwalificeerd zijn voor zijn vak en binnen de organisatie de ruimte krijgen om zijn leerlingen of studenten volgens de traditie en opbouw van zijn vak op te leiden, of het nu gaat om lassen of wiskunde.
De positie van de docent is momenteel slecht, wat mede is veroorzaakt door de financiële verzelfstandiging van onderwijsinstellingen en de toegenomen macht van het management en didactici. Mee eens.
3) Dit lijkt zo vanzelfsprekend, maar de vraag is of docenten weten wat er in de ‘vakken’ na de opleiding gebeurt. En of een vakdocent, en de onderwijssector moet dicteren wat er aan het eind geleerd moet zijn. Da neem je toch aan dat het onderwijs weet wat nodig is, en daar zie ik geen bewijs van. Het komt in sommige sectoren van het onderwijs wel voor dat docenten die eerst buiten het onderwijs flink ervaring opdeden, daarna in het onderwijs die ervaring komen delen. Dat zie ik het het HBO. De beroepen waarvoor men daar opleidt veranderen zo snel, dat onderwijs achter de feiten aanloopt. Je kunt als oplossing bedenken dat je onderwijs zo moet maken dat de student zelf in staat is, zich aan te passen na het afstuderen. Als we zouden weten hoe dat moet, dan hoor ik dat graag. Onderwijs staat steeds onder druk: meer vakgericht, meer in de breedte opleiden, meer op vaardigheden, meer op kennis (als dat iets anders is). En mbo- en ho-scholen vormen daardoor een verscheidenheid in antwoorden.

4) Het zogenaamd centraal stellen van de individuele leerling (en diens verantwoordelijkheid voor zijn eigen leerproces) heeft tot gevolg dat vakinhoudelijke tradities in toenemende mate worden losgelaten, objectieve criteria van kennis en kunde verwateren, kinderen juist meer op zichzelf worden teruggeworpen, het milieu van leerlingen steeds belangrijker wordt voor hun prestaties en sociale en culturele segregatie toeneemt. Over het geheel genomen komen individuen juist steeds minder tot de ontplooiing van hun potenties binnen ons huidige onderwijssysteem.
4) Hier staat omgekeerd: stel de groep centraal, laat de leerling niet (nooit) verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces en dat maakt dat leerlingen zich beter kunnen ontploooien. Dat zie ik niet, daar geloof ik niet in. Wel gaat het om (vakinhoudelijke) eisen stellen, waar de student en leerling voor gekozen heeft, en mee geholpen wordt.
Wel weten we dat bij een weinig eisende school, de thuissituatie doorslag geeft. Dat snijdt hout: daarom is individuele aanpak juist nodig. Een schoolklas is te divers. Luzac colleges zijn, lijkt mij, voor de luie, rijke leerlingen, die geen doorzettingsvermogen meekregen van huis uit en dat daar ook niet leren.

5) Het bijbrengen van discipline behoort een wezenlijk element te zijn van vorming – in het kader van vakinhoudelijk onderwijs – en is voorwaarde voor het werkelijk vrij en zelfstandig worden van leerlingen. Met name jongens worden er de dupe van wanneer deze disciplinering en vakinhoudelijke scholing op de achtergrond raakt. Dat blijkt ook uit de cijfers.
5) Schrijver bedoelt waarschijnlijk zelfdiscipline, maar maakt niet duidelijk hoe je dat leert. In deze tekst staat ook disciplinering: dat levert dacht ik helaas geen zelfdiscipline op.

6) In combinatie met het opheffen van de ambachtschool ( de LTS) is het gebrek aan discipline een van de belangrijkste oorzaken van de grootscheepse uitval onder VMBO-leerlingen en het door hen niet behalen van een startkwalificatie. Voor opnieuw de ambachtschool en het zogenoemde leerlingenstelsel in, zodat praktisch gerichte kinderen vanaf hun 16e jaar in een beroepspraktijk kunnen gaan werken en niet gedwongen worden hun dagen te slijten in onderwijsprogramma’s die hen niet boeien en waar ze toch weinig of niets van opsteken.
6) Of dit de oorzaken zijn, lijkt me niet staande te houden: daar is een historische analyser voor nodig die hier ontbreekt. Het pleidooi voor meer praktische opleidingen, opleidingen met minder algemene vorming, onderschrijf ik, ook op andere gronden: de diversiteit aan leerstijlen. De school moet niet alles proberen aan te brengen: later zullen er inhaalslagen nodig zijn, op elk gebied, theoretisch en praktisch. Sommigen doen dat beter als er eerst praktijkervaring is.

7) Het zogenaamde ‘nieuwe leren’ is de erfenis van een ideologie uit de jaren zestig en zeventig die in veel gevallen minder efficiënt is dan directe instructie en oefening, ten koste gaat van het groepsgevoel en schade toebrengt aan vele leerlingen, omdat die daardoor onder hun niveau presteren. Het is in wezen oude wijn in nieuwe zakken, en bovendien een didactiek die nu juist wordt ingevoerd op een moment dat we maatschappelijk gesproken al lang afscheid hebben genomen van de ideologie waarop zij berust.
7) Nieuw leren bouwt voort op meer stromingen: ook op de onvoorspelbaarheid van de beroepswereld, op de “digitale wereld”, op informeel leren, op het debacle van het klassikale onderwijs. Leuk om in de analyse te horen dat nieuw leren ook oude elementen bevat: inderdaad is het gildesysteem ook het voorbeeld bij nieuw leren, en de unieke rol van de deskundige een inspiratie, en de onzin om als docent een klas “te blijven motiveren”, als er te veel tegenkrachten zijn. Bij het nieuwe leren kan de docent met vakkennis juist wel zijn inhoud kwijt, maar dan aan gemotiveerde leerlingen. Hier is sprake van een ander begrip van nieuw leren dan ik zie ontstaan; ik zit er bovenop en met één been in het oude leren. Er is nog geen didactiek van het nieuwe leren, er zijn misschien aanzetten daartoe, die als vernieuwing nog zorgvuldig moeten worden geevalueerd (Dat is toch hoop ik ook een wens van Verburg?) Vorige innovaties werden afgebroken onder politieke druk, niet door evaluaties.

8) Het is een schande dat deze uniformerende didactiek de laatste jaren van bovenaf wordt opgelegd aan leraren, of het nu in de vorm van het Studiehuis en de Tweede Fase is of door managers die het wel een wervend sexy idee vinden of er wellicht een aardige mogelijkheid in zien om te bezuinigen, omdat ze daardoor het aantal docentcontacturen kunnen verminderen, dan wel goedkope en ongekwalificeerde leraren in ‘de leerruimte’ kunnen opstellen.
8) Hier staat echt onzin: nieuw leren is pluriformer dan we ooit zagen, en is juist niet van bovenaf opgelegd. Zelfs buiten het onderwijs gestart! Waar heeft Verburg het over? Hij ziet wel, net als ik, managers die in de hype willen meedoen. Maar dat zijn schoolbeslissingen, de school die ‘autonoom’ mag zijn, maar niet is. Alle vernieuwingen werden eens gezien als bezuinigingen door criticasters, maar ik zie geen geldbesparing, of argumenten. Ik hoop dat het BON helpt om kwaliteit te blijven inzetten, ook van coaches bij project onderwijs, ook van vakinhoudelijk deskundigen van binnen en buiten het onderwijs. Pas op dat we niet alleen van eigenbelang beticht worden, het gaat om wat we kwaliteit noemen.

9) Het wordt tijd dat de leraren van alle vakken zich verenigen om de verminking van hun beroep een halt toe te roepen. Gezien het enorme lerarentekort dat op ons afkomt zijn zij nu ook bij uitstek in de gelegenheid druk uit te oefenen op politiek, bonden, scholen en besturen van koepels. Dit tekort kan overigens aardig worden teruggedrongen wanneer alle bij het onderwijs betrokken managers en didactici zich onverwijld laten omscholen en voor de klas gaan staan, zodat ze nu eindelijk datgene mogen doen waarom het allemaal gaat bij goed onderwijs: een goede leraar zijn voor je leerlingen.
Ad Verbrugge

9) Net als in de zorgsector zijn professionals het geweten van de instellingen (Van den Brink: Beroepszeer). Managers met te weinig oog voor kwaliteit zijn in alle sectoren te ver doorgeschoten, en blijken formele macht te hebben die hen in inhoudelijk niet toekomt. Leerkrachten dienen buiten het onderwijs steun te zoeken voor hun streven: bij ouders, bij beroepsgroepen, in het mkb. Niet alleen in het vervolgonderwijs: we leiden niet op voor de universiteit alleen, terwijl de inhoud in het (algemeen) vo daar wel op lijkt of een verdunning laat zien van academische vakken, die 2 jaar na het vo weer vergeten is!
Frank de Mink

38 Reacties

  1. op elk punt is wel een reactie te geven
    Maar ik volsta met twee voorbeelden en wat achtergrondinformatie.

    Bij punt 8: Hier staat echt onzin: nieuw leren is pluriformer dan we ooit zagen, en is juist niet van bovenaf opgelegd. Zelfs buiten het onderwijs gestart!
    Of iets al dan niet buiten het onderwijs gestart is heeft geen enkele relatie met of het al dan niet van boven is opgelegd. Een misschien wat erg direct voorbeeld: maar de arierverklaring van dik 60 jaar geleden werd ook van buiten het onderwijs gestart en toch van boven opgelegd.

    Overigens horen we de laatste tijd heel veel geluiden van buiten: (Hans de Boer / Loek Hermans) die tegen HNL pleiten

    En die pluriformiteit is vergelijkbaar met die van de T-Ford. Je kunt elke kleur kiezen, zolang het maar zwart is.
    Overigens haalt de auteur hier twee typen pluriformiteit door elkaar. Ik noem dat maar even inter- en intra pluriformiteit. Als hij bedoelt dat er binnen HNL veel mogelijk is, dan merk ik op dat juist het klassieke onderwijs daarbinnen NIET mogelijk is, en de keuze dus beperkt blijft tussen zwart en zwart.
    Als de auteur inter pluriformiteit bedoelt, dan is hij domweg volledig verkeerd geinformeerd: Voor MBO en HBO studenten/docenten is er geen andere keuze dan HNL.
    Bij 7 staat:

    Er is nog geen didactiek van het nieuwe leren, er zijn misschien aanzetten daartoe, die als vernieuwing nog zorgvuldig moeten worden geevalueerd

    Het simpele feit dat er kennelijk geen didactiek is lijkt me meer dan voldoende reden om van elke vorm van werkelijke invoering ervan af te zien. In ieder geval de grootschalige mega invoeringen zoals die nu door MBO- en HBO-raad worden gepropageerd zijn uit den boze (om het voorzichtig te formuleren).

    Wat achtergrond: Frank de Mink is aanhanger van Iederwijs. Zie: www.iederwijsdeventer.nl/docs/Frank%20-%20Iederwijs%20als%20richting.pdf

    • Dank je wel
      Nieuw leren is voor primair en vo vooral vakkenintegratie en natuurlijk leren zoals bij ontwikkelingsgericht onderwijs en Slash21 en 4 of 5 ander vo-scholen. Daar zitten allerlei vormen van individuele instructie, aangepaste lessen, just-in-time learning bij zoals die al langer bestaan. Ook bij competentie gericht onderwijs in het HBO zag ik allerlei mengvormen die daarvoor nog niet bestonden. Ik pleit voor verscheidenheid aan scholen, verscheidenheid aan didactiek. Dank voor je uitbreiding over pluriformiteit. Dat willen we kennelijk alle twee
      Deze auteur heeft het nieuwe leren en competentie gericht onderwijs als synoniem gekozen, dat doe ik niet. Het nieuwe leren gaat uit van de nieuwsgierigheid van de leerling, competentiegericht zorgt voor motivatie door relevante beroepstaken te kiezen.
      Ik ben betrokken bij uiteenlopende vormen van onderwijs: hoorcolleges, practica, projectonderwijs, lessen, en inderdaad ook bij iederwijs. Dank je wel voor de aanvulling: over elke vorm heb ik gepubliceerd, ik heb ze getraind, gecoached en zelf toegepast.
      Grootschaling invoering van nieuw leren in het po en vo zal niet plaatsvinden, daarvoor is het nog te nieuw. Competentiegericht onderwijs is wel op grote schaalbezig en daarvoor is didactiek en toetsvormen verder ontwikkeld.

      • verwarring van de termen
        Het probleem met termen als HNL, competentiegericht leren, natuurlijk leren is dat de veelheid aan termen door verschillende personen verschillend gebruikt worden. Als ik in een reactie op bericht A iets zeg over HNL, dan zegt iemand anders dat dat geen HNL, maar natuurlijk leren is. Ontkracht je de ene vorm, dan komt er een andere vorm onder dezelfde of verschillende naam naar voren. Alhoewel ik begrijp dat mensen die verschillen willen preciceren en niet op één hoop gegooid willen worden, maakt het een goede discussie zo goed als onmogelijk als zo’n beetje elke term multi-interpretabel is. Vanuit mijn positie is dat jagen op spoken.
        Ik ben dan ook bijna gedwongen om me aan al die subtiliteiten te onttrekken. Hoe het heet, wie het hoe noemt moet me (helaas) (g)een zorg zijn. Wat me wel een zorg is, is dat in de praktijken en de verhalen die ik ken vakkennis en vakmanschap het onderspit delven. Verder ben ik overtuigd (door mn boeren verstand en veel ervaring), dat een goede inhoudelijke en didactische opbouw een enorme versnelling en verdieping in elk leerproces teweeg zal brengen.
        Kortom: als het concept van HNL/Competentiegericht/natuurlijk/…- onderwijs al een veelbelovend concept zou zijn (en ik ben het daar niet mee eens), dan nog heb ik bezwaar tegen een invoering daarvan terwijl er geen goede didactiek is en geen keuze voor docenten en studenten.
        Ik heb invoering op een basisschool gezien en daar lusten de honden geen brood van. Het is een grote basisschool, dus 500 leerlingen zijn de dupe. Je moet het maar willen: onnodig grote risico’s nemen met 500 leerlingen. En welk probleem moest er door worden opgelost? Ik weet het niet.

        • Terminologische verwarring: oude tactiek
          Die handigheid van de terminologische verwarring gebruikten de fellow-travelers van het communisme ook altijd.
          Steeds als je weer een mislukte communistische staat aanwees (Oost-Duitsland, Rusland, China) dan kreeg je als tegenwerping dat dat ook niet het echte communisme vertegenwoordigde, nee, voor het ECHTE communisme moest je in …….. (vul maar in) zijn. Nu alleen Noord-Korea en Cuba nog over zijn, is dat argument wat moeilijker te hanteren.

          NATUURLIJK beweer ik hier niet, dat onze opponenten allemaal verstokte communisten zijn, ik zou niet durven, maar de overeenkomst in redeneertrant is frappant.

        • Waar zijn we het eens
          Versnellen van leren is wenselijk en kan met goede didactiek en goede inhoudelijke keuzes.
          Goede didactiek blijkt nooit goed voor alles,
          je leert niet veel kennis, door een discussie, en je leert niet samenwerken van een luisterles.
          Natuurlijk leren is onderschat: dat blijkt een veel grotere invloed te hebben dan we dachten. Dat is wat we hier op deze site doen, en wat je al werkende doet. Daar is wel veel over bekend, onder andere namen, want betreffen geen onderwijs maar wel het leren.
          Ik zou ook geen basisschool met 500 leerlingen kunnen overhalen om natuurlijk leren in te voeren. Die veranderingsmodellen heb ik nu 20 jaar zien proberen, en mislukken.
          Ik begon een nieuwe school, en daar onderzochten we met elkaar hoe leren gaat: aan de hand van concrete ervaringen en reflecties. Ik merkte dat de inspectie het heel goed vond, maar van bovenaf werd geinstrueerd ons af te keuren op onprofessionele gronden: om je te schamen. We hebben wel staatspedagogiek, en geen onderwijsvrijheid. Ook ouders kunnen niet de school kiezen waar ze echt achterstaan! Soms is dat met meerderheid van stemmen besloten, zonder dat de minderheid zich durfde uit te spreken. Zo’n school kan zich overtillen, heeft niet zo maar een overleg, afstemming, en veel verschillende talenten onder de leerkrachten. Ik denk dat ze veel als organisatie en individue geleerd hebben, maar dan als ze dit niet hadden gedaan.
          Op zo’n basisschool kan veel, zonder dat de leerlingen de dupe zijn, en er waren al zo veel leerlingen de dupe toen er niets veranderde. Vertrouw een beetje op het zelfregulerend effect van zo’n organisatie, ook door jouw zorgen te laten horen.

      • nieuwsgierige leerling
        De nieuwsgierigheid van de leerlingen is er meestal nauwelijks, gelukkig maar,; het is de taak van de docent om die bij te brengen of verder te stimuleren; is overigens in het Studiehuis door gebrek aan contact met leerlingen bijkans onmogelijk geworden. Mijn ervaring is dat
        leerlingen, die HNL moeten ondergaan,dolblij zijn als er een ECHTE leraar voor de klas staat; en een dergelijke leraar hoeft echt niet heel de les “STOREND” aan het woord te zijn.

  2. alive and kicking
    Ha die Frank,
    Dat ik jou hier tref. Nog steeds voor vernieuwing? Goed zeg. Ik zie dat je nog steeds enthousiast je eigen gedachten probeert bij te benen. Mij lukt het niet meer.
    Als ik je een tip mag geven. Blader eerst eens door de site en lees wat rond dan hoef je niet zo’n lang verhaal te schrijven over zaken die hier uit en te na besproken zijn. Van lezen (eenrichtingverkeer) blijft nog geen 5% hangen maar je moet ergens beginnen.
    willem smit

    • Wim ook gevonden
      Hoi Wim,
      goed je hier te vinden. Ik hoorde vorige week van je collega’s wat je is overkomen. Mij overkwam iets vergelijkbaars maar vanuit de andere kant. Ik ben er ook uitgewerkt. Zijn onze diensten extra gevoelig voor dit soort debatten? Grijpen ze eerder naar intimidatie?
      Ik las veel op de site dat op zeer oppervlakkig schelden lijkt, en ingegeven door boosheid, dat op andere plaatsen ondersteund en meer genuanceerd uit de doeken wordt gedaan. Veel begripsverwarring. ook bij de voorzitter. Over wat het “nieuwe leren’ genoemd wordt bijvoorbeeld: we praten op deze site volstrekt langs elkaar heen.
      Ik las onzin over multitasking, projectonderwijs, competentiegericht onderwijs, steeds waren er uitwassen en deelredeneringen gekozen als kern van de kritiek. Maar dan blijft er nog veel gemeenschappelijks over: het gesprek zoals jij ook voert over onderzoek enwat je daarmee laat zien. Jij hebt net als Paul Kirchner je pijlen gericht op problem based learning, en discovery learning. Je kiest daar echter voor een visie op leren die alleen vanuit de information science en over individueel leren lijkt te gaan. En niet over leren als sociaal l en affecitev leren, over affectief leren, over jezelf iets leren. Het is alsof je zegt: leer voor de test, dan krijg je hogere cijfers: natuurlijk. Alleen mensen zitten iets ingewikkelder in elkaar: die willen nog meer, en dat heet dan onderwijs. Wat ze willen, dat is zeker ook ingegeven door de tijdgeest, en niet alleen door ‘logica’ en ‘ratio’.

  3. Verburg of Verbrugge
    de Mink schrijft: (Dat is toch hoop ik ook een wens van Verburg?)

    Geachte Heer Frank de Mink, U kunt er ook niets aan doen- en we nemen het u dus niet kwalijk: maar de heer Verburg heeft onze vereniging twee weken geleden verlaten. Wij worden liever niet aan hem herinnerd. Het afscheid was bijzonder onaangenaam. Hij is sinds gisteren opgevolgd door een zekere Verbrugge.

  4. Stellingen Frank
    Beste Frank,
    Stelling 1:
    Verbrugge is 39 en dat is hopelijk toch nog niet oud!
    Bij deze stelling draait het erom dat de toetsvariabele veranderd worden bij competentiegericht leren. De kennis component wordt uitgekleed t.g.v andere zaken.
    Internationaal van de top afzakken naar het midden waarvoor mensen langer op school moeten blijven, is geen verbetering.
    Mijn vraag aan jou is hoe oud ben je zelf en hoe ben je opgeleid en waarin?
    Stelling 2:
    Er is in onze ogen weldegelijk een probleem. Van inhoudelijk sterke studenten zijn we afgezakt naar hole frasen. Bij het eindexamen Frans hoef je bijvoorbeeld geen Frans boek meer te lezen, een Nederlandse vertaling volstaat.
    De inhoud verdwijnt. In het Hbo gaat het helemaal nergens meer over. Werkstukken kunnen zo van de ene opleiding naar de andere gekopieerd worden.
    De veranderingen zijn niet goed doordacht, worden te vlug ingevoerd, niet gefacyliteerd en vervolgens weer vervangen door de volgende.
    Onderwijskwaliteit is daardoor alleen over lange periodes(15 a 20 jaar) te vergelijken.
    Stelling 3:
    Als het onderwijs de startkwalificaties niet kan vertalen in onderwijsconcepten zijn we snel klaar. Je beheerst je vak dan niet. Overigens is jouw stelling 3 een interessante stelling daar ik hem gebruik om aan te geven dat de gemiddelde vakdocent helemaal niet kan assessen.
    Welke beroepen veranderen zo snel?

    • En de winst?
      Hoi Corgi,
      Dank voor je reactie, stof tot denken.
      Je stelling 1 onderschrijf ik, en vraag: wat is de winst, of zie jij alleen nadelen? Minder kennis, en meer van wat??
      Internationaal: bedoel je de vergelijkende toetsen? ik wist niet dat we aan de top stonden. Osn onderwijs staat volgens die vergelijingen op heel redelijk niveau, en dat is relatief constant, ondanks de fragmenten die Greetje van der Wedrf wist te vinden. Hoe zijndie te verklaren: is dat de simpele verklaring van onze voorzitter? Ik dacht dat de populatie naar aard veranderd is. En een factor kan het vieau van de leerkrachten zijn, maar die kan je niet isoleren: er zijn veel sterkere factoren, zoals de invloed van games en media op de schoolprestaties, waar de school niets aan kan doen, als het om prestaties gaat.
      In het hbo zie ik net als jij een groeiende overeenkomst over doelen (competenties), in verschillende opleidingen. Die hadden weinig contact met elkaar: eilandenrijk, en vinden allemaal hetzelfde wiel uit: internet verandert het werken, denken en leren. Dat is een richting waarin opleidingen veranderen: naar meer algemene competenties, nb in het beroepsonderwijs. Dat kun je in het universitair onderwijs niet zo terugvinden. Daar dacht men al in die academische algemene vaardigheden, tamelijk los van de specifieke inhoud. Daar zien we bedrijfskunde en bestuurkunde, en onderwijskunde naar elkaar toegroeien. Of zie jij dat anders?
      Ik zie elke 3 jaar een verdubbelling van het aantal beroepen, en ik zie elk beroep in 3 jaar voor 50% veranderen, in de wezenlijke tsaken Zie jij dat ook? Ik volgde de verpleegster, de secretaresse, de lerarenopleider, de psycholoog, de accountant, de onderwijskundig adviseur, de filosoof, maatschappelijk werkster, Misschien hebben we dat niet in de gaten omdat de vele kleine veranderingen geleidelijk gaan, elke maand weer een paar.

      • Het beroep van praatjesmaker
        Dit beroep is al eeuwenlang voor 100% hetzelfde. En zeg nu niet dat je daar niet goed je brood mee kunt verdienen.
        Sorry dat ik inbreek. Gaat u rustig verder.

      • De wereld verandert
        Goh,

        Dat de wereld elke dag een beetje verandert opeens zo’n belangrijk argument is geworden. Wat zijn we de afgelopen duizenden jaren toch dom geweest om dat niet in de gaten gehad te hebben! Overal in de Westerse wereld en in Azië zijn de denkbeelden over HNL al de prullenbak in gekieperd. Alleen in Nederland blijft de wereld veranderen.
        Hoe zou dat toch komen?

      • Wat leer je waar?
        Beste Frank,
        Thuis en op straat leer je jezelf handhaven en sociale vaardigheden. Feiten haal je uit de krant en de overige media, maar waar haal je de verbanden vandaan? Waar leer je effectiviteit en reflecteren op de aangeboden prikkels en het schiften van deze prikkels? Waar leer je de realiteit achter deze prikkels. Meer dan vroeger toen het zoeken naar informatie moeilijk was is nu het schiften belangrijk door de overvloed aan prikkels. Willen mensen mondig worden in dit geweld aan prikkels, waarachter duidelijk sturende grootheden zitten zoals de commercie, zul je ze eerst volwassen moeten maken c.q. ze laten rijpen. Hiervoor moeten zij een basis aangeleerd krijgen waarmee ze alle verschijningsvormen kunnen doorgronden. Deze basis verandert niet snel, de verschijningsvormen juist steeds sneller. Het beroep van accountant is in de basis nauwelijks veranderd de afgelopen jaren.
        In het Hbo hebben volstrekt onbetrouwbare bestuurders, door de ruimte die het begrip competentie biedt, hun kans gegrepen om op grote schaal geld over te hevelen van het onderwijs naar andere zaken. Taaldocenten zijn ineens deskundig op het gebied van de marketing omdat zij 10 pagina’s voorlopen op hun studenten en die dus vooral elke vorm van diepgang vermijden, zij moeten wel want ze hebben het zelf niet.. En het gaat over de inspanning en niet meer over het resultaat. De grote, altijd prijs, spelshow.

        • De wraak der incompetenten
          Soms denk ik dat al die oneigenlijke dingen die er in het onderwijs bijgekomen zijn als de kenmerken van een wraakactie van de incompetenten op de heldere koppen beschouwd moet worden. Zo hoefde vroeger een leerling met aanleg voor exacte vakken maar weinig te doen om op dat gebied hoge cijfers te halen. Maar nu wordt hij aan het werk gezet zonder dat daardoor zijn begrip van en inzicht in de exacte vakken toeneemt. Eerstegraads docenten worden gepakt door hen te vertellen dat hun kennis onbelangrijk is en dat daarom hun salaris naar beneden moet worden bijgesteld. Lijd ik aan paranoia ?

          • Instemming
            Verdomd als het niet waar is maar ik post net een enigszins vergelijkbare reactie elders. U formuleert het scherper en mooier “weaak der incompetenten”.
            Diverse keren gezien in de meest uiteenlopende televisieprogramma’s: een soort trots op het niet kunnen rekenen.

          • Wraak op wis- en natuurkunde
            Ik proef al jaren een merkwaardige tweeslachtigheid. Enerzijds wil men leerlingen aan de beta-vakken krijgen (platform beta/techniek etc.) anderzijds straft men wis- en natuurkunde genadeloos af. Wis- en natuurkunde krijgen zonder meer de schuld van de z.g.n. geringe belangstelling van jongeren voor beta/techniek, dit is openlijk gezegd door een aantal beleidsmedewerkers en door de minister.
            Het moet allemaal leuker, vakoverstijgend etc alles volgens de bekende kreten van HNL. De vernieuwde beta-profielen zijn al helemaal belachelijk: maak wis- en natuurkunde gemakkelijker, leuker en minder, dan kiezen meer jongeren voor beta/techniek. Dat voor de meeste beta/techniek vakken een grondige basiskennis van wis- en natuurkunde vereist is wil men niet weten, integendeel nu krijgen het HBO en de universiteit de schuld dat ze de beta/techniek vakken te moeilijk maken.
            Ik krijg sterk het idee dat dit beleid teveel bepaald word door alfa-mensen die een hekel hebben aan beta-vakken (en misschien ook wel aan beta-mensen).

            Campagnes als ‘Kies exact’ komen me erg over als: Laat anderen (zo gek zijn om) exact (te) kiezen.

          • De rancune der incompetenten
            U heeft gelijk.
            Terecht heeft u het over de incompetenten, de mensen die HELEMAAL niets kunnen (behalve carrière maken).
            We zien daar de kleinzielige rancune van de kantoorchef (uit ’the Office’, voor wie die leuke TV-serie wel eens gezien heeft) die het niet kan hebben als wie dan ook ergens goed in is.
            Ik geloof namelijk dat iemand die niet goed kan leren, maar wel goed is in andere dingen, helemaal niet zo rancuneus wordt. Zo iemand is ook niet incompetent. Zetten goede musici of goede sporters zich af tegen geleerden?
            Vandaar dat ik de tegenstelling alfa-beta ook verkeerd vind. Zelf ben ik een B-mannetje, maar ik vind heel vaak bondgenoten bij de alfa’s.
            Waar het naar mijn idee vaker fout gaat is bij mensen die iets -gogisch of (on?)-logisch hebben gedaan. Die verdenk ik af en toe wel van een zekere rancune EN VOORAL ALS ZE NAAR MACHTSPOSITIES ZIJN OPGEKLOMMEN.

            P.S. Wij nerds worden dus eigenlijk dubbel gepakt (nou ja, IK als ex-nerd dan tenminste): eerst op school omdat je goed bent in exacte vakken en later kom je diezelfde rotzakken nog eens tegen, maar nu als baas.
            Bestaat er dan geen rechtvaardigheid?

            P.P.S
            Dat over campagnes zoals ‘Kies Exact’ is eigenlijk wel verklaarbaar.
            Het gaat hier om RECLAME en reclame wordt per definitie gemaakt door gebakken-lucht verkopers. Vandaar dat het altijd zo ongeloofwaardig klinkt voor mensen met een werkelijk exacte instelling. Nu Frans en wellicht binnenkort ook Duits op apegapen liggen zal er ook wel zo’n stompzinnige campagne voor die talen komen. En dan zult u merken dat de talenmensen zich daar precies zo onprettig bij voelen.

      • overeenkomst in doelen.. HBO opleidingen groeien naar elkaar toe
        Het feit dat die competenties geformuleerd (moeten) worden, en dat door de vaagheid daarvan een pap aan niet te onderscheiden leerdoelen ontstaat is eerder oorzaak dan gevolg van de verandering naar competentiegerciht onderwijs.

        Als er al een grotere overeenkomst zou moeten zijn tussen de verschillende opleidingen dan zou het waardevol zijn om de basis bouwstenen van die opleidingen te verstevigen. Meer wiskunde, meer moderne vreemde talen, meer Nederlands. Dat is helaas nodig omdat het VO hierin tekort schiet.

        Er wordt echter gekozen voor vaagheden als communiceren en reflecteren. Vervang dat door degelijke Nederlands (dan communiceert men een heel stuk beter en kan met ook als je dat al zou willen, een goed gestructureerde powerpoint in elkaar zetten) en diepgaandere kennis van wiskunde (hét vak waarbij reflectie in natuurlijke en concrete vorm onmisbaar is)

        Tenslotte: dat opleidingen naar elkaar toegroeien is voor een niet onbelangrijk deel te danken aan het feit dat er de laatste jaren een ware explosie is geweest van nieuwe HBO opleidingen. Allemaal met dezelfde inhoud, maar een andere open dag.

      • Ik geloof er niets van

        Ik zie elke 3 jaar een verdubbelling van het aantal beroepen, en ik zie elk beroep in 3 jaar voor 50% veranderen, in de wezenlijke taken Zie jij dat ook? Ik volgde de verpleegster, de secretaresse, de lerarenopleider, de psycholoog, de accountant, de onderwijskundig adviseur, de filosoof, maatschappelijk werkster

        Het valt niet te controleren zo’n uitspraak. Een beroep dat 50% verandert (in 3 jaar): hoe is dat geoperationaliseerd?

        • Het is niet geoperationaliseerd
          Maar als je een intuitieve onbepaalde maat zou willen aannemen (bv door aan de beoefenaren te vragen in hoeverre zij ervaren dat hun beroep is veranderd), dan geloof ik er helemaal niets van dat een filosoof zegt dat 50% van zn beroep is veranderd. Ik, als lerarenopleider, zal dat zeker ook niet zeggen (ondanks de veranderingen door de compenetniet gekte (ik blijf met studenten praten etc). Iedereen die wel eens een ziekenhuis van binnen ziet weet dat verpleegsters nog steeds ruwweg hetzelfde doen als 30 jaar geleden. Natuurlijk drukker en meer administratie, maar juist de essentie blijft ongeveer gelijk. Kortom: één avn de redeneringe ndie we elders de standaard drogredenen hebben genoemd.
          Overigens: ik heb een redelijk brede en diepe kennis van informatica en vind dat zelfs daar weinig is veranderd, relationele databases bestaan al zeker 15 jaar, TCP/IP al dik twintig, als het niet langer is en zelfs Google is al vele jaren aan de top en verschilt in essentie weinig van de daaraan voroafgaande zoekmachines en zo kan ik vele voorbeelden noemen.

  5. Stellingen Frank
    Stelling 4:
    De leerling als individu kan zijn eigen leerdoelen niet bepalen dat moet iemand doen die boven de stof staat. Bij stelling 3 staat overigens dat je een docent hiertoe nog niet in staat acht.
    Stelling 5:
    Innerlijke rust en rust in de omgeving(discipline) en daarnaast doorzettingsvermogen en zelfdiscipline zijn nodig om je grenzen te verleggen middels concentratie.
    Stelling 6:
    De bekende leerstijlen passen allen in het klassikale denken. Nu word er ook binnen klassen veel gedifferentieerd naar leerlingen.
    Stelling 7:
    Hier draait het om de centraal stelling van het individu als een autonoom individu i.p.v. van het individu als relatief autonoom individu
    Stelling 8:
    Deze stelling draait om de keuzevrijheid. Op dit moment ontstaat er een chaos aan vormen en interpretaties van HNL maar nergens wordt er niets aan gedaan. Laat studenten en docenten die niet geloven in HNL terechtkunnen op scholen die het vernieuwde en verbeterde oude leren introduceren.

    • leerdoelen, vrijheid, leerstijlen
      Mooie stellingen.
      De leerkracht kan een leerdoel hebben, maar de leerling zal daar een eigen doel tegenover stellen, al dan niet bewust. We hebben gemerkt dat het verborgen leerplan meerbepalend is: op school leer je, als leerling, overleven, je leert pesten, en pesten ondergaan,
      denk je over verliefd zijn, soms even aan een lesinhoud, maar de meeste tijd ben je met je gedachten elders.
      In het beroepsonderwijs is het lastig om af te stemmen op de veranderende beroepspraktijk: dat moet niet een vak doen, maar de hele opleiding. Daar mag niet een docent de macht hebben om zijn vak onveranderd te houden of op eigen houtje te veranderen, evenmin als een inhoudsloze manager dat moet zeggen.
      Stelling 5 is helemaal mijn stelling: het meeste onderwijs is verknipt, gehaast,opgelegd en voorgestructureerd en vertoond geen enkele van deze kenmerken.
      Ook in klassikale lessen valt veel te differentieren, en ik geef de voorkeur aan een goede klassikale les boven een slecht proiject.
      Maar in een goed project, leer je ook nog iets anders: niet alles kan in projecten, niet alles kan klassikaal.

      Jouw stelling 8: meer soorten scholen met een grotere verscheidenheid aan opvattingen en benaderingen, zodat studenten en dodcenten kunnen kiezen. Laten we het maar geen oud of nieuw noemen.

      • Beetje kriebelig
        Misschien ben ik de enige, maar ik word erg kriebelig van deze discussie. Voor mij persoonlijk is de afwijzing van HNL allang een uitgemaakte zaak en ik dacht voor de BON ook. Ik wil op deze site vooral mijn energie steken in het zoeken van medestanders voor de bestrijding van dit wangedrocht. Ik ervaar dit als een welles-nietesspelletje waarin het eerder gaat om wie de langste adem heeft.

        • Kriebelig
          Beste Hinke,
          Ik word er ook wel een beetje kriebelig van maar door dit soort discussies komen denkwijzen en feiten beter op tafel te liggen.
          Ik vermoed dat de conclusies straks heel hard zullen zijn en de consequenties heel groot voor een aantal bestuurders. Zorgvuldigheid moeten we dan wel in acht nemen vind ik.
          Corgi

          • ik kan er weer even tegen
            Dank Corgi, als het zo’n mooi doel dient kan ik er weer even tegen. En ik hoef het niet persé te lezen toch.

        • HNL is niet erg, de ‘invoerders’ wel
          Hinke schreef:
          Misschien ben ik de enige, maar ik word erg kriebelig van deze discussie. Voor mij persoonlijk is de afwijzing van HNL allang een uitgemaakte zaak en ik dacht voor de BON ook. Ik wil op deze site vooral mijn energie steken in het zoeken van medestanders voor de bestrijding van dit wangedrocht. Ik ervaar dit als een welles-nietesspelletje waarin het eerder gaat om wie de langste adem heeft.

          Als ik zo vrij mag zijn: volgens mij zijn HNL en competentie-gericht onderwijs op zichzelf niet de doelen waar de pijlen van BON zich op zouden moeten richten. Die pijlen moeten m.i. worden gericht op de “invoerders” (lees: de managers) die deze nieuwe onderwijsvormen zonder enige vorm van overleg doordrukken.
          Voor ‘mijn’ school geldt dat wij allang vormen van competentie-gericht onderwijs toepassen in groepsopdrachten en kleine projecten. En dat is op zichzelf niets nieuws; in de jaren ’70 van den vorigen eeuw had ik op mijn middelbare school ook dergelijke opdrachten met als duidelijk doel om competenties zoals ‘samenwerking’ en ‘verslaglegging’ te ontwikkelen.
          Het kritiekloos omarmen van HNL als de enige onderwijsvorm die ons heil & zegen zal brengen in de 21e eeuw is onwenselijk, geïnteresseerd meekijken niet (wat mij betreft).

          Groet,
          Marten

          • HNL desastreus
            Ik kan het niet me je eens zijn Marten. Dat er in het verleden op allerlei plaatsen in het onderwijs serieus aandacht is besteed aan samenwerken en dat er groepsopdrachten waren is ook mij bekend. Daarmee waren dat nog geen varianten van HNL. De sociaal constructivistische achtergrond van HNL is principieel onjuist, want zij ontkent dat kennis anders dan via samenwerken met peers kan worden overgedragen. Wij weten dat dat onzin is, want we hebben de beschikking over auto’s, computers, electriciteit etc. Allemaal zaken die met groot succes door vakkundige docenten zijn gedoceerd en niet aan de hand van toevalligheden in een groepsproces, sociaal en subjectief, zijn geconstrueerd.
            Ik denk dat dat standpunt ook het BON standpunt is.

            Dat HNL óók nog eens top-down wordt ingevoerd maakt het allemaal nóg erger. Maar ook in situaties waar iets dergelijks wordt ingevoerd met instemming van alle docenten, is het een inferieur systeem dat oppervlakkige kennis garandeert en dat kinderen ten ene malen niet voorbereidt op een maatschappelijke situatie waarin ze niet enkel en alleen op moment en op de manier zoals zij zouden willen aan het werk kunnen.
            We kweken zo een generatie van onwetende niet denkende maar wel ontzettend zelfsturende individuen. Gelukkig zijn veel leerlingen en studenten zelf zo verstandig onderwijs van vakmensen te eisen (hetgeen nou plotseling juist weer niet aan die zelfsturende studenten is toegestaan)

          • Negeer die rare (sociaal-)constructivistische achtergronden niet
            Zeer mee eens, 17 september!
            Het is belangrijk om die pseudo-wetenschappelijke achtergrond van het constructivisme te analyseren, want dan wordt duidelijk dat er hemelsbreed verschil tussen onschuldige projecten is en HNL.
            Ik werk al jaren met leerlingen die ik tijdens het jaar aanzet om eigen initiatieven te nemen. Maar dat gaat geleid en gecontroleerd. En ik heb heel wat hoorlessen (waarin de klas en ik voortdurend analyseren) nodig om ze op weg te helpen.

          • Een mens leert toch elk dag wat bij ….
            Hinke en Philippens,

            Bedankt voor jullie beider commentaren. Ik ben opgeleid als bedrijfseconoom (overigens wel met eerstegraads lesbevoegdheid, maar die zat ‘gratis’ bij de bul) en heb geen onderwijskundige achtergrond. Naar aanleiding van de commentaren heb ik ‘sociaal constructivisme’ opgezocht en begrijp nu waar de principiële afwijzing van HNL vandaan komt. Sterker nog: ik ben het volledig met die kritiek eens! Sites zoals Natuurlijk Leren zijn hiervoor zeer illustratief. Daar wordt het klassieke leren ook nog eens ongenuanceerd weggezet als ‘ouderwets’ en ‘niet van deze tijd’. Ik heb HNL kennelijk verward met ‘onschuldiger’ zaken zoals het bevorderen van competenties zoals samenwerken en dergelijke.

            Mijn opmerking kwam dus deels voort uit ondeskundigheid. Echter ook voor een deel uit de vrees dat BON het zoveelste ‘schreeuwclubje’ zou worden dat vooral tegen van alles is en niet ergens voor. Gelukkig blijkt uit jullie genuanceerde reacties dat deze vrees ongegrond is.

            Groet,
            Marten

          • Zegt het voort!
            De schreeuwerigheid, dis ook ik soms met moeite kan onderdrukken is het resultaat van jarenlang niet gehoord te worden en worden weggezet als kalkverslaafden.

            Ik ben de oprichters van BON nog dagelijks dankbaar. Voor veel docenten is het onderwijs meer dan gewoon een baan. Je realiseert je wat het voor kinderen betekent om goed danwel slecht onderwijs te krijgen. En dan word je plotseling verplicht om te werken op een manier waar je (beredeneerd) niet in gelooft En die verabdering wordt niet geïnitieerd vanuit je vakbroeders, maar vanuit managers en onderwijskundigen die niets weten van je vak en die je beroep nooit hebben uitgeoefend.
            Dan nog ben je in eerste instantie de redelijkheid zelve en breng je je tegenwerpingen in ordentelijke vergaderingen naat voren. ER komt dan geen inhoudelijke reactie, maar er komt een goeroe (die ook nooit voor de klas heeft gestaan) en die beweert dat de kinderen van tegenwoordig dit echt niet meer kunnen en daar vooral veel beter in zijn. En dat terwijl jij zelf uit ervaring en uit literatuur weet dat het werkelijk onzin is.
            Tegelijkertijd verandert de schoolorganisatie in die zin dat managers veel meer macht krijgen en dat het voor collega’s loont om om oneigenlijker redenen het management niet tegen te spreken.

            Een laatste vegelijking: stel je bent arts en iets vergelijkbaars gebeurt: je bent verplicht plotseling de kennis van de medicijnen opleiding op te geven en te gaan meedraaien in een systeem dat bedacht is door sociologen, die er van overtuigd zijn dat de zieke samenleving komt van de zieke mens en dat de enige oplossing is dat alle mensen POPs gaan schrijven om zelf te ontdekken waar dei hogebloeddruk vandaan komt. Nee Nee.. je mag die ze niet inhoudelijk helpen (maar wel coachen hoor).

            Nou ja, ik bedoelde: ZEGT HET VOORT! Wij zijn niet oud, geen zeuren, positief en met hart voor kinderen en ons vak. Wel gefrustreerd, vrees ik. Maar daar komt nu verandering in!

          • Mooie link
            De site die je opgeeft kende ik nog niet Marten. Er staat weer de gebruikelijke flauwekul op:

            “In zijn meest uitgesproken vorm beschouwt sociaal constructivisme de wetenschap als niets meer dan een vorm van interactie tussen wetenschappers, waarin het objectieve feit weinig tot geen rol speelt.”

            “Wetenschappelijk onderbouwing voor het werken in leeftijdsklassen of het methodegericht werken is er niet. Mocht U daar het tegendeel voor vinden, dan willen wij dit graag vernemen, zodat we dat op deze website kunnen plaatsen.”

            Zal ik de mensen achter deze site nu een email sturen of niet…..

          • Ach, waarom?
            Zal ik de mensen achter deze site nu een email sturen of niet…..

            Bespaar je de moeite ……

            Groet,
            Marten (die werkt op een school waar iemand gewoon voor drie dagen geschorst wordt wegens herhaald hinderlijk gedrag, culminerend in het een lokaal induwen van een medestudent)

          • ‘Leren samenwerken’, hou toch op!
            Wat mij in al die kleffe nieuwe vormen van leren ook zo mateloos ergert is de suggestie dat je dingen kunt leren die helemaal niet te leren zijn.
            Samenwerken KAN je helemaal niet leren, net zo min als spontaniteit, gevoel voor humor en flexibiliteit.
            Er zijn zoveel miljard mensen op deze wereld, en met elk van die mensen moet je weer anders samenwerken. Laten we nou toch niet doen alsof zoiets in een standaardcursusje even te leren is.

            De hemel zij dank zijn er nog erg veel dingen die je wél kunt leren (touwtjespringen, spellen, rekenen, beleefdheid, om maar enkele te noemen).

            En wat ik kan missen als kiespijn is die eeuwige PowerPoint Presentatie.

            Mijn voorvader, S. Stevin senior, kon zich uitstekend presenteren zonder ook maar enige cursus op dat gebied te hebben genoten.

          • Nog afgezien van het feit
            dat de leerlingen het zelf ook vreemd vinden dat ze ‘onderwezen’ worden in zaken die ze zich zelf wle eigen kunnen maken. Geen wonder dat er tegenwoordig zoveel hoogbegaafde kinderen zijn: iedereen verveelt zich te pletter op onze scholen.

            (Wel grappig overigens, dat dit een schuine draad is: alle lettertjes zijn cursief- wat hier gezegd verdient zeker de nadruk?)

          • verveling
            We kunnen net zo goed thuis blijven, zegt menig leerling aan het eind van het VIJFDE zelfwerkzaamheidsuur van die dag, en in het geval dat ik me nu herinner was dat ook nog een vrijdag. SCHANDE.

          • Elementaire onderwijskunde
            Daarnaast wordt voortdurend een verwarring aangebracht tussen de manier waarop je leerlingen iets wilt laten leren en het doel ervan. Bij onderwijskunde heb ik juist geleerd (en later bevestigde mijn ervaring dat) dat je doel(en) en proces los van elkaar moet zien.
            Natuurlijk kun je zo nu en dan een opdracht geven waaraan men samen moet werken. Het doel is inhoudelijk en niet ‘mooi meegenomen’ het leren samenwerken.
            Ik kan me toch wel iets voorstellen bij leren samen werken. Je kunt erbij stil staan wat er moeilijk ging bij een samenwerking, je kunt tips geven. Daarnaast kan het nuttig zijn dat je er simpelweg wat ervaring mee opdoet en merkt dat samenwerking met iedere persoon anders is en dat je dan steeds weer op een andere manier moet reageren. Ik vraag me wel af of aandacht voor samenwerking prioriteit moet hebben. Naar mijn gevoel moet het hoofddoel een bepaald product zijn en kun je daarnaast aandacht besteden aan samenwerken. We voeden in het onderwijs toch immers voortdurend op, of we nou willen of niet. In dat kader kun je stil staan bij de tot stand koming van een bepaald product.

          • Samenwerking
            Met wat u zegt ben ik het helemaal eens.
            Als nevendoel kinderen met samenwerking confronteren, prima.
            Maar wie denkt dat een onhandelbaar mens na twee maal in een team gewerkt te hebben een stuk plezieriger is geworden vergist zich.
            Noem het dan ook in vredesnaam geen (….Uuuurp…) vaardigheid.

            Als je gewoon aan een teamsport gaat doen word je snel genoeg met je persoonlijkheid geconfronteerd. Daar hoeft geen school aan te pas te komen.

Reacties zijn gesloten.