Dat is althans het signaal dat de media [Degids.fm – 19 oktober 2010] oppikken nav een artikel van Bart Fleuren [Joop (en NRC) – 18 oktober 2010]
Het verhaal is niet nieuw.
Vijf jaar terug schreef Rik van de Ploeg al een vlammend betoog over de heilige coalitie van pretstudenten, middelmatige professoren en angstige bestuurders. [NRC – 12 maart 2005] Na vijf dagen bedenktijd de kantekeningen van Menno Lievers in De wereld zit vol luie pretstudenten. [NRC – 17 maart 2005]
Het luie student
Jan van Ravens maakt in zijn La Niña een hoofdpunt van de achterblijvende prestaties van ons hoger onderwijs, internationaal vergeleken.
Toch moeten we niet alle studenten over een kam scheren: er zijn toch een behoorlijk aantal studierichtingen waar gewoon keihard moet worden gewerkt, en waar de onderwijsstructuur ook zo is dat er heel veel contacturen zijn.
Bij opleidingen met weinig contacturen en nauwelijks practica of werkgroepen, is het voor studenten altijd al moeilijk gebleken om voldoende studie-uren te realiseren. Dus ook al in de rijke tijden van bijna een halve eeuw geleden.
Fleuren pleit ook voor het afschaffen van herkansingsmogelijkheden. Uitstekend, meteen doen. Volg hierin maar het voorbeeld van Cambridge University. Maar dan ook een studieduur die gelijk is aan de cursusduur (dus 3 jaar voor de bachelorfase), en afrekenen op het cijfergemiddelde (GPA).
De outputfinanciering komt ook ter sprake: die zou ertoe kunnen leiden dat tentamens makkelijker worden gemaakt of soepeler worden beoordeeld. Ik betwijfel dat. Maar als opleidingen en docenten zo naief zijn om normen aan te passen aan gebrek aan inzet voor de studie, dan bevinden ze zich op een glijbaan naar beneden: dan zullen ze nog vaak de normen naar beneden moeten aanpassen, want de lijn-trekkende studenten hebben dat gezamenlijk perfect door.
Betwijfel je dat?
Het makkelijker maken van het krijgen van het diploma is bij bijvoorbeeld INHolland recent toch echt voorgevallen.
Toegeeflijk beoordelen
Mark,
De fraude met diploma’s bij InHolland is een andere problematiek dan die van toegeeflijk beoordelende docenten.
Het zal zeker voorkomen dat docenten zich onder druk gezet voelen om minder streng te beoordelen dan zij zelf verantwoord vinden. Maar of dat grootschalig voorkomt wens ik te betwijfelen. Maak maar hard dat ik hier ongelijk heb.
Het komt waarschijnlijk veel vaker voor dat docenten de strijd met hun studenten als groep niet echt willen aangaan, omdat ze het misschien triest vinden voor de aardige jongens en meisjes die anders zouden zakken. Ongeveer het verhaal dat meteen na het bekend worden van InHolland’s diplomafraude in het nieuws kwam uit een Nijmeegse hogeschool.
Maar ook als docenten zich harder opstellen, blijft het een spel tussen twee groepen die tegenover elkaar staan: docenten en studenten. Daar is een leuk wiskundig model op te passen (James Coleman; ik heb er wat mee gestoeid met propedeusegegevens rechten uit de tachtiger jaren, ECER-papers 1992). In zekere zin een eenvoudige varaint daarvan is het tentamenmodel van Van Naerssen, dat zich goed laat gebruiken om te voorspellen wat er kan gebeuren wanneer een opleiding zijn normen laat zakken omdat ze meent dat het anders te moeilijk zou zijn voor de studenten. (namelijk: spiraal naar beneden, nog minder voorbereidingstijd van studenten, het meer laten aankomen op slagen in de herkansing)
Jaja
Het zullen wel weer die docenten zijn. Het is nochtans Dales die met de staart tussen zijn benen het pand verlaten heeft.
Ben, je schrijft:
“De fraude
Ben, je schrijft:
“De fraude met diploma’s bij InHolland is een andere problematiek dan die van toegeeflijk beoordelende docenten.”
Ik denk niet dat dit een wezenlijk andere problematiek is.
Het is nog niet zo lang geleden dat er geen enkel forum was voor verontruste/kritische docenten. Zelfs nu is BON nog lang niet bij iedereen bekend. In de media komen wel steeds meer berichten dat het niet goed gaat in het onderwijs, maar ook nu struikel je nog over de berichten dat het allemaal wel meevalt. In die sfeer probeer(de) je als docent je eigen standaard hoog te houden. Daar krijg je geen schouderklopje voor, maar daar moet je voor bij de directie komen. Als je “hardleers” blijft, moet je nog 10 keer bij de directie komen. Niet perse vijandig, het kan ook wat subtieler. Steeds maar weer horen dat je de leerlingen benadeelt, doet tenslotte ook wat met je. Dan vind ik de uitdrukking “toegeeflijk beoordelende docenten” niet op z’n plaats. Nu wordt het langzamerhand wat anders. Je weet dat je niet alleen staat. Als je nu in een hoek gedrukt dreigt te worden, kun je terugvallen op de BONsite. Wat je zelf al voelde, maar soms moeilijk onder woorden kon brengen, staat daar helder verwoord. Je weet nu ook dat je niet alleen staat en dat je best eens gelijk kunt hebben.
Klaas Wilms
Druk uitoefenen is inderdaad ook fraude
Klaas,
Ik trek een grens tussen wat frauduleus is, en wat ’toegeeflijk beoordelen’. Druk op leerkrachten om bij het beoordelen hun oren te laten hangen naar de wensen van het management schaar ik onder het kopje ‘fraude’ (door het management), het is waarschijnlijk een flagrante schending van de wet (bv: docenten zijn bevoegd, niet het management; de wetgever maakt van bevoegdheid een groot punt, althans nog in 1995).
Ik weet natuurlijk dat het voorkomt dat leerkrachten oneigenlijk onder druk worden gezet om anders te beoordelen dan zij juist achten. En ik doel dan niet op de gevallen van eigenzinnige docenten die menen gerechtigd te zijn om slachtoffers onder hun studenten te maken (zoals in de vijftiger jaren in de opleiding politicologie van de UvA gebeurde, waar maar 10% het doctoraal haalde; of Heertje die uitspraken van het College van Beroep voor de Examens naast zich neerlegde). En ook niet op de lerarenvergadering die het oordeel van een enkele docent over Marie of Piet kan en mag overrulen (‘Vijven en zessen’ van De Groot).
Ik weet alleen niet op welke schaal, in welke ernst, in welk onderwijs of op welke scholen deze frauduleuze druk voorkomt. Als het op grote schaal voorkomt, moet het tot uitdrukking komen in dalende niveaus van eindexamenkandidaten, bijvoorbeeld. Nu zijn er die zeggen dat die niveaus inderdaad gedaald zijn, maar het lijkt me sterk dat frauduleuze onderwijspraktijken daar de oorzaak van zijn. Hoe krijgt BON een vinger achter de omvang van het probleem? Er is ooit door het ITS (Ton Mooij) een onderzoek gedaan naar geweld op school in een tijd dat daar nog volstrekt een taboe op rustte, dus het moet ook mogelijk zijn om frauduleus beoordelen te onderzoeken. BON kan het onderwerp voor onderzoek aanmelden bij OCW (NWO, PROO (bestaat dat nog?))
Niet lui
Lui is geen adequate betiteling. Het is jongeren al vanaf het middelbaar onderwijs geleerd om berekenend te zijn. Eindeloze onderhandelingen in de klas over enkele tienden van punten, die daarmee nét een voldoende opleveren zijn daarvan een kenmerk.
Ook vindt iedereen het tegenwoordig veel te normaal dat er stevig bijgebeund wordt door studenten. Het zou zo goed voor ze zijn, maar het maakt wel dat de meeste studies geen volletijd-inspanning vragen. Die praktijk is zo gegroeid en dat kun je echt de leerlingen niet alleen verwijten.
Een beetje ijverige student kan echt twee voltijdstudies tegelijk volgen en ook nog wat vrijwilligerswerk doen.
Alleen bij de studie geneeskunde is werken praktisch onmogelijk. Voor alle andere studies besteden jongeren tussen de 8 en de 24 uur per week aan bijbanen. En die bijbanen gaan NIET ten koste van hun vrije tijd……………………………………. Veel jongeren hebben echt de beschikking over zeer veel geld. Méér dan ze later ooit voor zichzelf kunnen uitgeven. Ook de normen in de groepen zijn daarop aangepast: dure telefoons, merkkleding, direct een autootje, verre vliegreizen in de vakantie, etc. etc. zijn allemaal normaal in studentenkringen.