Hoe zat het ook al weer?
1. Op aanraden van Van Bijsterveldt komt een opgerekte norm van 1040 uren in 1,2 en 3 VO.
2. In 4H, 4V en 5V geldt een norm van 1000 uur.
3. De groep Vergeten feiten ontdekt 2006 dat 2. niet financierbaar is: een oud zeer uit de bouwperiode van het studiehuis volgens CDA-er Van de Camp.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
De heer Dibi heeft in de brief van de vaste commissie voor OCW aan mij gevraagd, het punt van de bekostiging erbij te betrekken. Ik zal dat doen. Er is echter sprake van een veel breder scala van zaken. Het is niet mogelijk één element eruit te tillen, want dat element heeft invloed op andere zaken. Ik moet dat in samenhang doen. De komende weken zal ik proberen met de VO-raad en alle betrokken tot een gedragen opzet te komen, die ik de Kamer zo spoedig mogelijk, en uiterlijk voor de zomer, doe toekomen.
[TK54-3936 14 februari 2008]
Na overleg met de VO-raad, Aob, CNV, Laks en de ouderorganisaties installeert staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart de Commissie Cornielje die kan leven met de volgende randvoorwaarden:
2. Richtinggevend kader voor het onderzoek
Kwaliteit behelst meer dan het aantal uren onderwijstijd dat de wetgever zou moeten voorschrijven of de definitie van onderwijstijd. Onderwijstijd is een instrument om een aantal doelen te bereiken. Deze achterliggende doelen als zodanig staan niet ter discussie en moeten dan ook worden beschouwd als randvoorwaarden voor (de uitkomsten van) het onderzoek.
De volgende uitgangspunten geven richting aan het onderzoek:
inhoud en kwaliteit van het onderwijsprogramma staan niet ter discussie;
de financiële ruimte is het thans geldende budget en
een wettelijke norm voor voldoende onderwijstijd als zodanig is nodig.
met de toelichting
Ten tweede is het doel van het onderzoek niet om de beschikbare financiële ruimte aan te passen. Aanbevelingen van de onderzoekscommissie moeten passen binnen de huidige financiële ruimte.
[31289 Nr.35 25 april 2008]
De gewone burger snapt er niets meer van… zo wordt de urennorm bepaald door de budgettaire ruimte. Geen spelt tussen te krijgen.
De woordvoerders van PvdA en CDA, met de gratis schoolboeken inmiddels in hun maag, zien dat heel anders: ze hebben de taak Van Bijsterveldt voor verdere financiële offers in bescherming te nemen.
Lees het briljante stukje tekstverklaring in het blokje Kraneveldt (in een vroeger leven docente Duits):
…
Als ik nu de formulering van de opdracht aan de commissie Cornielje lees dat zie ik die punten terugkomen:
nou, die onderzoeksopzet is na of in overleg met de VO-raad, Aob enz tot stand gekomen zij hebben er blijkbaar vertrouwen in dat de commissie haar werk goed kan doen en daarbij ook een grote vrijheid heeft om aan alle factoren die zij belangrijk vindt aandacht te besteden.
Daarom kon mijn fractie, [oeps!] kan mijn fractie goed leven met de brief van de staatssecretaris. We staan hier vandaag omdat daar wat vragen over gerezen zijn, zeker rondom de zinsnede over de beschikbare financiele ruimte.
Kijk, wij begrijpen wel, dat de staatssecretaris als uitgangspunt of vertrekpunt voor de commissie de nadruk heeft gelegd op de nu beschikbare budgetten. Want dat is ook de realiteit waar scholen, leerlingen en docenten nu mee te maken hebben en waarover ze aan de bel trekken(!). We vinden het dus wel begrijpelijk dat de staatssecretaris zegt: neem die huidige budgetten als vertrekpunt en doe dan uitspraken over de norm van nu en of en zo ja hoe die norm anders of beter kan.
…
Misschien mag ik mijn laatste zin afmaken, voorzitter? OK. Prima.
…
Wij hebben de brief van de staatssecretaris zo gelezen en dat blijkt ook uit een aantal passages dat de commissie alles bij het onderzoek kan betrekken dat ze wenst en ook uitspraken kan doen over bekostiging.
Wij hebben het zo gelezen dat er ook in staat dat de commissie ook maatregelen mag advieseren voor de langere termijn. En daar hoort ook bekostiging bij.
Ik ken de heer Cornielje goed genoeg om te weten dat hij indien hij met zijn commissieleden dat wenselijk acht die vrijheid die hij daar van de staatssecretaris krijgt ook zal benutten. Dus we hebben het niet gelezen als een beperking. En zo zou het ook moeten zijn. En wij zijn dus ook niet bang voor een onvolledig of ingeperkt eindrapport, voorzitter. Zo hebben wij de brief van de staatssecretaris niet opgevat.
Ook Kamerlid Jan de Vries (CDA) leest de brief heel creatief:
Voorzitter. Wat ons betreft starten wij vandaag met het evaluatieonderzoek, meneer de voorzitter. Die woorden sprak ik uit in het laatste spoeddebat dat wij hebben gehad over onderwijstijd op 14 februari jongstleden. En hopelijk meneer de voorzitter is de commissie inmiddels van start gegaan.
Voor ons is het van belang dat er sprake is van een zorgvuldig onderzoek waarin niet slechts één van de aspecten van onderwijstijd eenzijdig wordt belicht. In de onderzoeksopzet, zoals die door de staatssecretaris na overleg met alle betrokkenen is opgesteld, herkennen wij het belang van samenhang. Samenhang tussen onderwijstijd, onderwijskwaliteit en alle factoren die daarin bepalend zullen zijn.
In de onderzoeksvragen wordt de commissie niet beperkt. Er wordt ook gebruik gemaakt van signalen uit de scholen zelf, bijvoorbeeld van de werkgroep Vergeten Feiten waar andere collega’s al over spraken.
Vanzelfsprekend zal dan ook de commissie kijken naar de bekostiging en naar de vraag of de bekostiging een factor is in de normnaleving en, of die de normnaleving bevordert of belemmert..
Meerdere malen werd Cornielje de hemel in geprezen. Kamerling Van der Vlies prijst de staatssecretaris zelfs voor de prudente samenstelling van de commissie.
Bij de Nederlandse Politiebond zal men zich lichtelijk verbazen over zoveel enthousiasme.
Lees het complete verslag [TK90 6388 – 31200 VIII, 27451].
Wat mag deze commissie eigenlijk doen?
Regel 1: inhoud en kwaliteit van het onderwijsprogramma staan niet ter discussie.
Regel 2: de financiële ruimte is het thans geldende budget.
Dus de commissie mag niet zeggen: met het huidige budget kan de gewenste kwaliteit niet bereikt worden, dus ofwel het budget moet omhoog ofwel het ambitieniveau moet omlaag.
Dus in de regels die de staatssecretaris oplegt ligt de conclusie al vast: de gewenste kwaliteit kan met het huidige budget.
Je leest verkeerd!
Je moet tussen de regels lezen…