Gratis bijscholing voor leraren, maar spoed is geboden

Leergierige leraren kunnen al vanaf september zich laten bijscholen op kosten van de staat. Zij kunnen maximaal 10.500 euro aanvragen bij het Scholingsfonds.
Dat is een van de onderdelen van het Convenant Leerkracht dat minister Plasterk vorige maand sloot met werkgevers en werknemers.
Vanaf vandaag kan elke leraar een aanvraag indienen via de website van de IB-groep. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.
Snelheid is geboden, want het eerste jaar is er maar 7 miljoen te verdelen, en in 2009 14 miljoen. Over enkele jaren is de pot aangegroeid tot 80 miljoen per jaar.
De werkgever is verplicht om de docenten gelegenheid te geven tot het volgen van een opleiding.
Floor ter Wal, van de AOb-actiegroep voor jonge leraren Groene Golf, is opgetogen dat de regeling al zo snel is opengesteld. Zij zat in de adviescommissie Rinnooy Kan die het scholingsfonds opperde, en zij beschouwt zichzelf als een van de initiatiefnemers.
‘Dit was een van onze belangrijkste punten, en dat hebben we al zo snel binnengehaald.´Voor haarzelf is het wel te laat. ‘Ik heb net een directeursopleiding voor het basisonderwijs gedaan. Dat kostte me 4750 euro.’
Ter Wal denkt dat er heel veel belangstelling voor de opleidingen zal zijn. ‘Ik hoor overal om me heen mensen met opleidingsplannnen.´

(VK)

31 Reacties

  1. Vreemde voorwaarde
    “u moet voor minimaal 20% van de betrekkingsomvang belast zijn met lestaken”?
    Dat noem ik geen leraar meer.

    • vreemde voorwaarde II

      • u moet minimaal één jaar in dienst zijn bij een school die het ministerie van OCW bekostigt

      Tja, daar zit ik dan op een vmbo… bekostigd door LNV. (nl. een AOC)
      Wel natuurlijk net de inspectie van OCW op bezoek gehad.

  2. Scholing is mooi, maar
    De gelegenheid tot scholing is mooi, maar zolang de opleidingseisen aan docenten niet worden opgeschroefd vrees ik dat slechts relatief weinigen er aan zullen beginnen. Menig leraar van de lerarenopleiding beschouwt zichzelf als voldoende hoog opgeleid.

    Om maar weer een privé ergernis van mij van stal te halen: Hoe zit het met die talloze HBO-eerstegraders wier kennis onder de maat is? Mogen die vrijelijk de universitaire eerstegraders blijven beconcurreren? (Het is alsof je tandartsassistentes met tandartsen laat concurreren. Wie bedenkt zoiets?)

    • Herhalen en volhouden geeft niet altijd gelijk
      Sorry Bram, maar je blijft wel erg lang bij je stokpaardje, ondanks de vele goed beargumenteerde tegenwerpingen. HBO-eerstegraders zijn niet per definitie minder dan universitair geschoolden, zéker niet in het huidige tijdsgewricht. De vergelijking van tandartsassistentes met tandartsen is stuitend.
      Verder hou ik me in om geen moderator aan mijn broek te krijgen.

      • De ’tegenwerpingen’ tegen
        De ’tegenwerpingen’ tegen mijn ‘stokpaardje’ overtuigen niet en het bestaan van HBO-eerstegraders is kwalijk voor het onderwijs. Zie bijvoorbeeld de examenprogramma’s van die opleidingen. Ik kreeg een mailtje van iemand die zo’n opleiding heeft gedaan en die zegt dat er in de masterfase geen tentamens meer zijn! Een lijstje met examenonderdelen kon dus niet worden gegeven…

        Ik hoef niemand in het bijzonder te overtuigen maar “Wie niets doet, verandert ook niets” en ik wil genoeg mensen overtuigen van dit onrecht, de leerlingen, de universitaire eerstegraders en de onderwijskwaliteit aangedaan, om het fenomeen van de ondergekwalificeerde HBO-eerstegrader te bestrijden.

        Daarom zal ik dit ‘stokpaardje’ blijven berijden totdat de situatie naar mijn zin is. Logische lijn, toch?

        • Tegenstanders
          Nou Bram, het is dan niet anders: tot die tijd zul je mij tegenover je vinden. Ik dacht dat we samen op trokken voor beter onderwijs, maar kennelijk vat jij dit op als samen optrekken voor betere salariëring voor (universitaire) eerstegraders.

          Ik leer mijn leerlingen altijd dat je nooit en te nimmer één voorbeeld kunt gebruiken om een hele groep te beoordelen. Dat geldt ook voor iemand die een mailtje stuurt.

          Mijn stellige indruk is dat de huidige universitaire opleidingen (voor alle vakken, niet alleen de exacte vakken) minder vakinhoud bieden dan de vroegere MO-opleidingen A en B. Dat wil zeggen dat je niet alle eerstegraders met elkaar kunt vergelijken (verschilt per vak, verschilt per afstudeerperiode én verschilt per mens misschien nog wel het meeste). Ook vergelijking eerste- met tweedegraads is lastig om dezelfde redenen, dat geldt evenzeer voor onderlinge vergelijking van tweedegraders.

          Kijk niet alleen naar je eigen vak, je eigen universitaire afstudeerperiode en je eigen motivatie voor je vak. Er zijn teveel tegenvoorbeelden.

          • Eén zwaluw
            Het is inderdaad verkeerd om aan de hand van één of enkele voorbeelden een algemeen geldende uitspraak te doen. Even foutief is het om voorbeelden uit verleden; MO-opleidingen; te vergelijken met situaties uit het heden; de huidige lerarenopleidingen; en op grond daarvan een algemene uitspraak te doen over het huidige niveau van HBO-eerstegraads en universitaire-eerstegraads.

      • Vakinhoudelijk?
        Hinke, vind jij dat ze vakinhoudelijk niet minder zijn? Of dat ze over het algemeen (“als mens”) niet minder zijn? In het laatste zal iedereen je gelijk geven. Voor het eerste zou ik graag horen waar ik die ‘goed beargumenteerde tegenwerpingen’ kan vinden. Ik kan me namelijk bijna niet voorstellen hoe het mogelijk zou kunnen zijn dat er GEEN groot verschil is in vakinhoudelijke kennis.

        • Helamaal mee eens
          Hinke, heb je wel eens een universitaire opleiding gevolgd. Je praat namelijk als iemand die beide opleidingen (HBO en Universiteit) gevolgd heeft.

      • Inzake stokpaard van Roth
        Ik steun het standpunt van Roth. Natuurlijk is het nooit hard te maken hoe groot het surplus aan vakmanschap en vakkennis van een goede leraar moet zijn. Dus zou ook zo’n HBO-meester best een goede leraar kunnen worden. In een andere draad hier noemt Hendrikush het uitgangspunt dat alleen de allerbesten in hun vak goed genoeg zijn voor leraar. Ook dat is een goed verdedigbaar standpunt (alleen denk ik dat in de praktijk de ‘allerbesten’ toch liever hun vak bevorderen met onderzoek en ander wetenschappelijk werk dan met onderwijs geven).
        Maar aangezien we de laatste decennia te maken hebben met een dramatische daling van het onderwijspeil, en aangezien dit samenvalt met een dramatische daling in het opleidingsniveau van de leraren lijkt het mij voor de hand liggen om toch maar weer hogere eisen te gaan stellen aan de vakkundigheid van de docenten. Of je die docenten überhaupt wel kunt vinden is vers twee. Ik zou echter zelf probleemloos een aantal flankerende maatregelen weten te noemen waarmee het beroep van docent vele malen aantrekkelijker wordt voor gepromoveerden en universitair geschoolden (met uitzondering van de de communicatie-achtige vakken, waar ik mij verre van houd).

        • Stokpaardje
          Klopt Merlijn, maar wel uitsluitend reactief. Ik wil het gewoonweg niet onweersproken laten.

    • Omgekeerde wereld
      BramRoth: “Menig leraar van de lerarenopleiding beschouwt zichzelf als voldoende hoog opgeleid.”

      Juist toen ik zo’n 12 jaar na m’n 1e graad wel weer eens zin had om de collegebanken in te stappen, werd dat door m’n directie afgedaan als ‘niet nodig; je 1e graad voldoet’. Dus weer eens even geconfronteerd worden met de nieuwste onderzoeken; weer eens wat vakken volgen die in m’n eerdere studie niet aan bod kwamen, oude kennis weer wat oppoetsen, m’n 1e-graad-zonder-titel-meerwaarde-geven – dat was volgens mijn directie allemaal niet noodzakelijk.
      Grappig dat deze regeling het ongelijk van m’n directie bewijst.

      • Hopelijk
        maakt de lerarenbeurs dit inderdaad mogelijk.
        Maar ik ben bang dat onderwijskundigen en pedagogen de minister en de faculteiten gaan bewerken om toch vooral eisen te stellen aan de pedagogisch-didactische vernieuwlingsdoelstellingen voor de bijscholing van leraren. Als ze daar onverhoopt in slagen mag Fikkie mijn portie hebben. Dan school ik liever in eigen tijd en onder eigen regie bij. Dat kon ooit in de zogenaamde ‘schoorsteenuren’ die via de achterdeur als ‘lerarenbeurs’ lijken terug te komen.

  3. bijscholing
    Ben benieuwd wie al die miljoenen binnen haalt, wie de bijscholing gaat geven. Die jonge docenten, net van de opleiding af, hebben toch wel iets geleerd? Hebben toch een bevoegdheid? Waarom dan zo snel weer naar de bijscholingscursus. Ik kan het niet zo goed meer volgen.

    • Beste Bardamu,
      Op de

      Beste Bardamu,

      Op de lerarenopleidingen leren studenten iets wat beter gewoon in de praktijk geleerd kan worden, namelijk het lesgeven, het voor de klas staan. Er is aandacht voor plannen, samenwerken, reflecteren op het functioneren etc. Alles omgeven met een raar onuitsprekelijk vocabulaire.

      Het vak dat gegeven zou moeten worden (wiskunde, Engels, geschiedenis etc.) wordt ernstig verwaarloosd. Er zijn nu bijvoorbeeld docenten wiskunde die wel aardig kunnen rekenen en puzzelen en plaatjes en schema’s maken, maar die onvoldoende abstracte diepgang in het vak hebben bereikt. Er zijn docenten Engels die die taal wel aardig babbelen maar verder weinig kaas hebben gegeten van Engelstalige literatuur of grammatica.

      Dergelijke, zwaar ondermaatse docenten kunnen kinderen niet kennis laten maken met de ziel van hun vak. Ze hebben weliswaar een diploma maar dat diploma heeft te weinig body. Daarom moeten bijna alle docenten tegenwoordig bijgeschoold worden en moet de lerarenopleiding zelf grondig op de schop. En snel!

      • Kromme tenen
        Beste BramRoth, ik ben het met je eens dat er op inhoudelijk gebied een hoop aan te merken valt op de lerarenopleidingen. Ook ik zag met kromme tenen een vak als ‘Oudheid’ geschrapt worden op mijn voormalige 2e graads opleiding. Maar ik kan je zeggen, als oude-stijl 2e- en 1e grader dat de universitaire (pre)master waarin ik nu ben ingestroomd nauwelijks méér biedt dan wat ik begin jaren ’90 in de 2e, en zeker 1e graad in deeltijd voor mijn kiezen heb gehad.
        Het probleem van de oude-stijl 1e graad (voor mijn opleiding althans) was dat deze veel te weinig studenten trok. Enerzijds omdat je als 1e grader toch niet in LB komt, anderzijds omdat je wel 2 jaar aan het studeren bent en een extra bevoegdheid haalt zonder dat er enig rendement uit voorkomt. Je doet dat puur uit idealisme (de wens om in de bovenbouw les te geven).
        Met de 1e graads master heeft deze opleiding heel wat aan aantrekkelijkheid gewonnen, zeker voor hen die geen wetenschappelijke carrière ambiëren. Probeer dan eens constructief te zijn, in plaats van dat eeuwige gehak – want mijn oudestijl 2e en 1e graad opleidingen waren degelijk, zaten goed in elkaar en kunnen de vergelijking met de universitaire bachelorfase geschiedenis goed aan.

        Als mijn lerarenopleidingen zo weinig voorstellen dan had ik geen 12 jaar eindexamenklassen havo/vwo kunnen draaien: ik was met de grond gelijk gemaakt (juist omdat er bij geschiedenis elk jaar weer een nieuw eindexamenonderwerp op de plank ligt wat een flinke dosis inhoudelijke zelfstudie vergt).
        Mijn visie: ik denk dat de lerarenopleidingen inhoudelijk weer terug moeten naar zoals deze in de jaren 1990-1995 in elkaar zaten (dus voor de BaMa, CGO, HNL). Dan is er al veel gewonnen.

        • Kromme tenen
          Beste geschiedenisleraar, ik ben het volledig met je eens. Ik werk al 32 jaar in eindexamenklassen havo/vwo met goede CSE resultaten. Ik ben in bezit van een 1e graads MO-akte en zie echt geen verschil tussen de resultaten van mijn academisch gevormde collega’s en de overige 1e graders. Wat meer respect is op zijn plaats.
          Overigens maak ik me ook zorgen over het niveau van de vakinhoudelijke component van de huidige HBO-lerarenopleiding.

          Toch weer 9voor een belangrijk deel) terug naar de oude degelijke MO-akte?

          Een aardig boek in dit verband is:
          Waarvan akte. Geschiedenis van de MO-opleidingen, 1912-1987
          Auteur | Jozef Vos, Jos van der Linden
          Uitgeverij | Assen: Koninklijke Van Gorcum, 2004
          ISBN | 9789023240662
          Sinds de Middelbaar Onderwijswet van 1863 waren er twee wegen naar het leraarschap: de universiteit en het staatsexamen voor de bevoegdheid tot het geven van les in het middelbaar onderwijs, de zogenaamde MO-akte. Omdat het gemis aan een systematische voorbereiding op het zware MO-examen steeds nadrukkelijker werd gevoeld, stichtten particuliere instanties vanaf 1912 MO-opleidingen, die gelegenheid boden tot het volgen van deeltijdcursussen. Hiervan werd vooral gebruik gemaakt door onderwijzers werkzaam in het lager onderwijs. Gedurende een groot deel van hun bestaan van 1912 tot hun incorporatie in het HBO in 1987 leverden de MO-opleidingen bijna de helft van de docenten in het voortgezet onderwijs. Daarmee bepaalden ze in kwantitatief en kwalitatief opzicht mede het beeld en de betekenis van het leraarschap en van het sterk expanderende onderwijs in de twintigste eeuw.

          • Het zware examen
            Voor zowel MO-A; MO-B; als de Hoofdakte werden (zeer) zware examens afgenomen.
            Die waren gestoeld op het idee dat alleen de besten (de aristos) goed genoeg waren om onderwijs te geven. Die (antieke) eis aan leraren is verdwenen en daar zien we nu de gevolgen van.
            Iemand die voor mijn vak wel eens de boeken van b.v. Feynman heeft gelezen weet dat voor goed onderwijs een overdosis aan kennis en inzicht nodig is. Diskussies over de gelijkwaardigheid van een universitaire en hbo-lerarenopleiding miskennen deze essentiële voorwaarde voor goed ‘meesterschap’.

  4. Lerarenbeurs
    Van de site van de IB-groep

    “U kunt een lerarenbeurs aanvragen voor:
    *
    opleidingen waarmee een leraar in het primair-, voortgezet- of beroepsonderwijs een andere onderwijsbevoegdheid kan halen dan hij al heeft.
    *
    opleidingen waarmee een leraar in het hbo (met een bachelor) een voor zijn vak relevante hbo- of wo-master kan halen.
    *
    opleidingen waarmee een bevoegde leraar in het primair-, voortgezet- of beroepsonderwijs een andere (hogere) graad kan halen, relevant voor zijn vak.
    *
    scholing voor extra bekwaamheden of kwalificaties die niet gericht zijn op het halen van een andere onderwijsbe-voegdheid of een hogere graad. Hiervoor is een limitatieve lijst opgesteld van opleidingen waaruit de aanvrager kan kiezen.”

    Op het eerste gezicht lijkt dit oninteressant voor mij (en elke andere academische eerstegrader, werkzaam in het voortgezet onderwijs). Aan een bevoegdheid voor een ander vak heb ik geen behoefte, een ‘hogere’ graad dan eerstegraads is er niet. Of valt promoveren hier ook onder? Bij ‘graad’ denk ik aan onderwijsbevoegdheden, dus ik ga er vooralsnog vanuit van niet.

    Die ‘extra bekwaamheden’ zijn allemaal opleidingen die de school vroeger voor je betaalde als je op een bepaalde functie werd gezet, zie hier: www.ib-groep.nl/Images/Limitatieve%20lijst_tcm7-10205.pdf

    Het is mooi dat er een mogelijkheid wordt geboden voor leraren om zichzelf te ‘upgraden’ en in dat opzicht juich ik het plan zeker toe. Voor academische eerstegraders is het echter, tenzij ik iets over het hoofd zie, niet interessant.

    Om een ding moest ik nog even grinniken: “Daarnaast kan uw werkgever een vergoeding krijgen om uw vervanging bij studieverlof te bekostigen. ”
    Leuk en aardig, ‘een vergoeding’, maar wie zegt dat er ook daadwerkelijk een vervanger gevonden wordt?

    • “Over het hoofd zien”
      Voor academische eerstegraders is het echter, tenzij ik iets over het hoofd zie, niet interessant.
      Ik kan er zo 10 noemen uit de lijst.

      • Je bedoelt die lijst waar ik
        Je bedoelt die lijst waar ik naar linkte? Tja vergeef me m’n kruideniersmentaliteit, maar als ik remedial teacher word op mijn school vraagt de school een budget aan voor de betreffende cursus.

        Ik zal m’n opmerking iets toespitsen: VAKINHOUDELIJK lijkt het voor academische eerstegraders niet interessant. Op het gebied van allerhande andere vaardigheden kan iedereen die zin heeft in een cursus ongetwijfeld wel wat leuks vinden, eerstegraders incluis.

        • Toespitsen ?
          VAKINHOUDELIJK lijkt het voor academische eerstegraders niet interessant.
          Daar is de beurs toch ook niet voor bedoeld ? *Lees verder…*
          Dus ik begrijp deze reactie niet.

          Hoewel de volgende onderwerpen voor een eerstegrader wel de moeite waard zijn, lijkt mij:

        • “Toegepaste Statistiek”, *lees verder…*
        • De praktijk van actief leren
        • Ontwerpen van leersituaties: theoretische kaders
        • Methoden en strategieën voor onderwijsontwerpen
        • E-learning: wat, waarom en hoe?
        • Leren en competentieontwikkeling, enz. van de Open Universiteit, *lees verder…*
        • En deze mag er ook zijn: “Opleiding didactiek voor hbo-docenten”, *lees verder…*

          • adios, als ik me goed
            adios, als ik me goed herinner werd er in Rinnooy-Kan gesproken over de mogelijkheid dat docenten zouden kunnen gaan promoveren. Dat zou wel degelijk een vakinhoudeljke verdieping kunnen betekenen voor academici.

            Maar goed, er zijn wel meer ideeen van Rinnooy-Kan niet overgenomen. Ik vind het prachtig dat er scholingsgeld beschikbaar komt hoor, begrijp me niet verkeerd, maar voor zover ik het nu kan zien is het voor mijzelf niet interessant.

  5. Lood om oud ijzer?
    Ik dacht…ben er even snel bij….mooie gelegenheid om wat ik toch al doe, maar dan meer systematisch….mijn vakkennis eens wat ophalen en bij de tijd brengen….om betere lessen te kunnen geven….en nu kan ik zelf beslissen wat ik nodig acht voor mijn vak…kwam uit bij Filosofie van de Open Universiteit met o.a. de vakken wetenschapsleer, ethiek, argumantatieleer en cultuurfilosofie (kortom dingen die allemaal wel in mijn onderwijs – vak levensbeschouwing – zitten)…blijkt dat helemaal niet te kunnen met deze regeling. Hoezo…leren om een betere leraar te worden?

    Wat wel mag is beperkt: een lijst van opleidingen (coachen, mennesjen e.d. ) dat mag allemaal…en de rest eigenlijk niet.
    “Scholen”, wil dat zeggen een hersenspoeling onderwijsvernieuw(l)ing??? Daar lijkt het wel op!

    Trouwens, van de genoemde opleidingkjes en cursusjes die wel mogen(leerlingenbegeleiding, zorg, specifieke leerproblemen e.d.) heb ik in het verleden best het een en ander gedaan, via de school. Ik zie het nieuwe en de “kansen” er echt niet in.

  6. Dat is precies mijn
    Dat is precies mijn teleurstelling. Ik kan budget aanvragen om mijn ‘randtaken’ beter uit te voeren, buiten het klaslokaal. Voor in het klaslokaal zijn er ook wel wat opties, op het gebied van ‘algemene didactiek’. Maar om specifiek een betere docent Klassieke Talen (toch wel mijn core business, zou ik zeggen) te worden zie ik geen mogelijkheden.

    Voor jou is misschien interessant: de optie ‘een bevoegdheid halen in een ander vak’ en dan filosofie kiezen?

    • Hebben jullie wel goed gezocht?
      Ik zat in eerste instantie ook mis, maar het pdf-document waarnaar een link staat is slechts een beperkte lijst.
      Eronder staat een zoekveld voor hbo/wo opleidingen.
      “Geschiedenis” + WO leverde alleen al 117 treffers ….
      Voor de klassieke talen blijft het echter bij een lerarenopleiding, zo te zien ….

      • Goed gezocht
        Daar worden gewoon alle reguliere opleidingen opgesomd. Dat valt dus onder “opleidingen waarmee een bevoegde leraar in het primair-, voortgezet- of beroepsonderwijs een andere (hogere) graad kan halen, relevant voor zijn vak.” Maar als je al een doctoraal in (bijvoorbeeld) de geschiedenis hebt, dan heb je daar dus niets aan. Het lijkt uitdrukkelijk niet de bedoeling dat je slechts een beperkt aantal vakken volgt.

Reacties zijn gesloten.