In de VPRO gids nummer 20 wordt herdacht dat het 40 jaar geleden 1968 was.
Ook het onderwijs komt aan bod:
De Mammoetwet
Jos Letschert, secretaris van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen, bracht eind januari het rapport over de drempels met taal en rekenen uit.
‘De gedachte achter die Mammoetwet was, onder andere, om alle leerlingen zoveel mogelijk gelijke kansen te geven. Ervoor te zorgen dat iedereen zowel een algemene basissopleiding als een beroepsopleiding zou volgen, met de hoop dat dat tot gelijkere opbrengsten zou leiden. Vooral bij leerlingen die het niet zo goed deden. En op het terrein van de zwakke leerlingen doet Nederland het vergeleken met het buitenland ook buitengewoon goed. Maar op die gelijkheid van opbrengsten zijn we nu minder gefixeerd. Kinderen verschillen nu eenmaal van elkaar, elke leerling is er een. Dus wat we nu moeten proberen, is recht te gaan doen aan de verschillen, aan wat individuen in huis hebben en aankunnen. Want wat betreft de sterke leerlingen zie je vervlakking optreden, er is minder doorstroming naar het hoger onderwijs. We laten teveel talent onbenut liggen.
Dat kan een gevolg zijn van het zoveel mogelijk mikken op een abstract idee van “de gemiddelde leerling” in ons huidige onderwijsssysteem. Maar kinderen zijn niet gemiddeld. Ze zijn wie ze zijn. En onderwijs moet elk kind uitdagen zichzelf te ontwikkelen. Daarbij moeten ze als het even kan op hun tenen lopen. Maar wel op hun eigen tenen. Nee, ik denk niet dat kinderen nu veel slechter rekenen en spellen dan vroeger door die democratisering van het onderwijs veertig jaar geleden. Ons onderwijs is behoorlijk goed, en er is bijvoorbeeld veel gewonnen als het gaat om goed communiceren. Wellicht zijn een paar andere dingen wat verwaarloosd. En het is goed om daarbij stil te staan en waar nodig te repareren.’
Daar hebben we het weer
Leerlingen kunnen niet meer rekenen of spellen, maar we hebben ook veel gewonnen: ze kunnen zo goed communiceren. Ja, inderdaad ze kunnen heel goed `ik zit in de trein’ in hun mobieltje schreeuwen…
op persoonlijke titel, mag ik hopen
Toch opmerkelijk die uitspraken van de secretaris van de expertgroep. Op persoonlijke titel, mag ik van uitgaan?
Die expertgroep constateerde overigens dat de achteruitgang in taal en rekenen er wel degelijk is. Maar volgens deze medewerker van de SLO (als ik me niet vergis) valt dat allemaal best mee. Kunnen we gewoon repareren. Niks aan de hand. Die paar miljoen kinderen die we er doorheen gejast hebben in de tussentijd, tsja… ach … wat zou het.
Of zou er bij hen ook gerepareerd gaan worden?
mammoet, poetisch
Die gedachte werd toen behoorlijk breed ondersteund. ’t Is ook een mooie gedachte ;-]]
Zoals Annie MG Schmidt zei (ander onderwerp, maar toch) :
(cit.) ’t was toen heel mooi, maar het is niets geworden
En Wim Kan zei ongeveer :
laatst, in den Haag, kwam ik oud-minister Cals tegen, met een halsbandje in z’n hand ; hij miste die mammoet toch – –
maarten
Goede communicatie? Ik merk er niets van!
Natuurlijk hangt het ervan af wat je communicatie noemt en wat je goede communicatie noemt. Bij mijn leerlingen merk ik er helaas niets van.
– Luisteren: houdt niet over
– Goede manieren: écht niet!
– verstaanbaar spreken: kan stukken beter
– uitleggen wat je bedoelt: hmmmm
– omgaan met kritiek: echt heel lastig
– Schrijven: onleesbaar
– Lezen: functioneel analfabetisme viert hoogtij
Inzake communicatie
Communicatie (in mijn jeugd sprak men nog van kommuniekaatsie) is een begrip dat zo vaag is dat je nooit kunt vaststellen of het nu is verbeterd of verslechterd.
Nette mensen vinden die vaagheid een probleem en nemen dat rotwoord dus zo weinig mogelijk in de mond.
Maar voor anderen is juist die vaagheid bijzonder aantrekkelijk. Dat zijn vooral degenen die niets te melden hebben, maar wel graag aan het woord zijn. Het C-woord camoufleert dan het gebrek aan inhoud.