Een leraar wiskunde, lid van de actiegroep Beter Onderwijs Nederland van filosoof Ad Verbrugge, haalt luidkeels vijf onnozele illusies onderuit. Grote, geïntegreerde scholen zijn altijd beter – ‘Onzin!’. De leerling kan zichzelf het beste sturen – ‘Lariekoek!’ Kennis veroudert snel – ‘Kletspraat, alleen toepassingen verouderen snel’. Het moet leuker – ‘Versuikeren noem ik dat’. En leerlingen moeten leren samenwerken – ‘Ja dat moeten ze, maar dan in hun vrije tijd.’
Hij kan nog uren doorgaan, zoals iedereen in deze zaal. Leraren immers. Dan krijgt hij het aan de stok met een pleitbezorger voor natuurlijke ontwikkeling en persoonlijke ontplooiing.
Het gaat op hoge toon, zoals alles in dit debat.
Voorzitter Dijsselbloem moet de twee de mond snoeren. Hij wil luisteren. Zou hij iets nieuws horen?
Niet alleen de aula is versleten, ook de verhalen maken geen kakelverse indruk.
Is er dan werkelijk niets nieuws onder de zon?
Toch wel. Het triomfalisme van de beleidsmakers is weg. In 1998 werd juist de Tweede Fase van het studiehuis bij de scholen ingevoerd. ‘Volgend jaar volgt de rest’, aldus een zelfverzekerde Clan Visser van ’t Hooft, toentertijd ‘vicevoorzitter procesmanagement voortgezet onderwijs’ en het brein achter het studiehuis, dat inmiddels door minister Van der Hoeven alweer een kopje kleiner was gemaakt.
Inhoudelijk zijn de loopgraven geen millimeter opgeschoven. Wat veranderde is de machtsbalans. Voorheen kwamen politici vertellen hoe het moest. Nu komen ze luisteren.
Veelzeggend zijn de uitspraken van Mariëtte Hamer begin dit jaar:”Wij dachten, zei ze verbaasd, dat er consensus was over alle onderwijsvernieuwingen. Maar telkens als de zaak werd ingevoerd, bleek er grote onvrede te bestaan. Er bestond consensus over de vernieuwingen onder onderwijskundigen, politici, vakbondsbestuurders, het departement, de consensus van de autoriteiten, kortom de beleidselite.
Het was de consensus van de oogkleppen – dissidente meningen te over, maar die werden door de ‘mensen die er toe doen’ (Bram Peper) niet gehoord.
Waarom is de stemming dan toch omgeslagen? Waarom slaat de weegschaal nu door naar een parlementair onderzoek? Het antwoord is: Pim Fortuyn!
Hij liet in zijn korte politieke carrière duidelijk zien dat de zittende politici en ambtenarij op gebieden als immigratie, zorg en inrichting van het landsbestuur liever een andere bevolking dienden. En hij schreef nog over Onderwijs ook!
Bij Fortuyn moesten scholen voor voortgezet onderwijs niet groter zijn dan zeshonderd leerlingen, het studiehuis zou worden afgeschaft. De basisvorming was ‘een conservatief product uit de oude sociaal-democratische doos’. ‘We moeten terug naar het onderwijs van vóór de Mammoetwet. Flikker die pc alstublieft de scholen uit, dat leren de kinderen thuis wel’. (Uit:’De puinhopen van acht jaar paars’).
Fortuyn zette de beleidselite in haar hemd. Zijn voorbeeld heeft van alles losgewoeld, de opstand in het onderwijs zou je kunnen samenvatten als ’Fortuyn voor gevorderden’.
De kardinale vraag van dit parlementaire onderzoek luidt:’Is die les na vijf jaar beklijfd?’
Aldus Martin Sommer in de Volkskrant van vandaag.
Reacties zijn gesloten.
Ook zonder Fortuyn
Een maand of drie geleden kwam ik op een oude videoband een stukje van Fortuyn tegen; een stukje van het beroemde debat na de gemeenteraadsverkiezingen; ik was ruim een jaar daarna in het onderwijs gaan werken en had het nooit meer teruggezien.
Alhoewel ik Fortuyn al vanaf het begin van de jaren ’90 met veel belangstelling volgde (in die tijd had hij zelfs nog een baardje), en ik ook dat beroemde debat met grote belangstelling volgde, begreep ik nu pas echt inhoudelijk zijn tirade tegen de managers en gevestigde politieke partijen. Dat is toen grotendeels langs me heengegaan; het leek toen alleen maar over immigratieproblemen te gaan.
Ik ben een verwoed krantenlezer en nieuwsvolger, en toets mijn mening graag aan die van anderen, maar je moet het echt zelf meegemaakt hebben (hoe erg het is om door een manager gedirigeerd te worden) wil je het begrijpen, wil het tot je doordringen en wil je ertegen in verzet komen. Bij ouders, onze bondgenoten die helaas voor een groot deel BON nog steeds niet op hun netvlies hebben, werkt dat hetzelfde. Je ziet het pas, je snapt het pas, als je het zelf meemaakt of met iemand kunt meeleven die het zelf meemaakt.
Zonder Fortuyn was de onderwijs-gebakken-lucht-ballon echt ook wel geknapt. De partij Leefbaar Nederland bestond al en de SP was ook al lang in opkomst. Je kunt dingen niet zo makkelijk toewijzen aan slechts één iemand; er grijpen allerlei ontwikkelingen in elkaar; ook Fortuyn had de juiste omstandigheden nodig om ineens na al die jaren echt naar voren te kunnen treden; daar broedde hij al heel lang op.
Voor het onderwijs grepen en grijpen er veel dingen in elkaar: het docententekort, de komst van HNL, een aantal verschenen boeken en artikelen over beroepseer en de staat van het onderwijs, een aantal docenten die het niet pikken om door stompzinnige leidinggevenden betutteld te worden, de oprichting van het AVV en BON, en vast nog veel meer andere zaken.
Re:Em70
Even in de geschiedenis duiken, hoe juist personen op cruciale momenten voor een omslagpunt zorgen.
Ere wie ere toekomt.
Omslagpunt?
Maar is er wel een omslagpúnt? Is het niet meer een langdurige omslagfáse? Die fase kun je dan net zo goed laten beginnen bij Bolkestein, begin jaren ’90. Ere wie ere toekomt?
De uitspraken van Bolkenstein
… brachten niet meer dan een rimpeling teweeg, met als gevolg dat de gevestigde orde nog meer de handen voor de ogen deed.
Dat kan je toch niet vergelijken met wat er in ’02 gebeurde?
Slechte analyse…
Ik heb buitengewoon weinig waardering voor Sommers analyse.
1. De koppeling tussen BON en Fortuyn is gezocht en wordt in het hele artikel niet nader beargumenteerd. Eén zinsnede uit een pamflet is niet voldoende om een maatschappelijke omslag (niet mijn woorden) te verklaren.
2. Anders dan Sommers beweert, werden er in 1998 wel degelijk kanttekeningen geplaatst bij de onderwijsvernieuwing.
3. Gemopperd over de daling van de kwaliteit werd er overigens al veel eerder. Eind jaren tachtig werden er bijvoorbeeld kamervragen gesteld over het buitengewoon slechte taal- en rekenniveau van aanstaande leerkrachten.
4. Fortuyn analyseerde toen, eind jaren tachtig, de werkeloosheid en het werkgelegenheidsbeleid in Nederland op dezelfde toon en met dezelfde retoriek. Nederland zou met het toenmalige kabinetsbeleid naar de knoppen gaan. Dat was dus aan de vooravond van een periode die economisch gezien buitengewoon goed te noemen was. Hij sloeg met al zijn retoriek de plank volledig mis.
Re:r.ritzen
Kanttekeningen plaatsen bij de onderwijsvernieuwingen deden we al sinds de invoering van de Mammoetwet.
Mopperen over de daling van de kwaliteit sedert de HBS, MMS en Mavo werden ingewisseld voor het huidige onderwijssysteem. Het was buigen naar de leerling toe, die in de gelegenheid gesteld moest worden een passend vakkenpakket te kiezen. De protesten kregen hun hoogtepunt toen Van Kemenade (socioloog, geen onderwijskundige) als minister de middenschool trachtte in te voeren.
Al met al een dalende lijn, die Somers in zijn artikel ook beschrijft, als hij het heeft over de consensus van de beleidselite.
Dat hij het artikel naar Fortuyn toe schrijft, is duidelijk zijn opzet en ook wat geforceerd.
Dat neemt niet weg dat dankzij Fortuyn in 2002 het omslagpunt is bereikt.
Hij heeft de regenten te kijk gezet.
Aan hem danken we dat de dingen bespreekbaar zijn geworden en dat er nu vele mensen, waaronder BON, bezig zijn om de kar weer op de rails te krijgen.
Degene die dat niet in wil zien, heeft geen goed oog voor de werkelijkheid.
Er is gezond verstand
Het is echt teveel eer voor P. Fortuijn om aan hem de gefundeerde onderwijskritiek toe te schrijven. Sterker nog: pas toen hij dood was is deze kritiek pas echt gaan leven. Niemand ontzegde deze man een dosis gezond verstand en een gevoel voor wat er in de lucht hing. Zeker zou dat ook zonder hem gebeurd zijn. Misschien zou het voor sommigen, die een sterke aversie tegen deze man hadden, zelfs wel makkelijker zijn geweest om eerder uit de kast te komen met hun kritiek.
Hals ik wil je dringend vragen om -gezien de functie van deze website naar buiten toe- niet steeds meer op Fortuin terug te komen. Onze meningen zijn hierover sterk verdeeld en het dient onze zaak niet.
Daarenboven heb je het over een mens die inmiddels is overleden, zijn beweging is als een stelletje kijvende kippen uit elkaar gevallen. Zijn rol is uitgespeeld. Sommige van zijn ideeën worden gedeeld door anderen en gelukkig wordt dat geluid nu goed hoorbaar!
Re:Hinke
Vooreerst is het artikel ‘Fortuyn voor gevorderden’ is niet uit mijn pen gekomen.
Vervolgens is het dwaas anderen de mond te willen snoeren.
Re:Hals
Ik ben het eens met Hinke. Ik heb op je aanvankelijke plaatsing ook vooral gereageerd door het in de onderwijshoek te houden, maar het lijkt jou meer om Fortuyn te gaan dan om het onderwijs.
Op het bespreken van de problemen in het onderwijs heeft nooit een taboe gelegen, zeker niet buiten de scholen. Er was gewoon nogal veel onverschilligheid buiten de onderwijswereld, maar dat is wat anders. Om het immigratieprobleem hing juist wel een groot taboe (dat merk ik bij leerlingen in de brugklas/klas1 overigens vaak nog steeds). Had natuurlijk uiteindelijk te maken met de jodenvervolging en de Tweede Wereldoorlog etc.; angst voor rechts-extremisme en daarom liever de problemen in de doofpot. Bolkestein is daar als eerste gerespecteerde, niet-xenofobe politicus mee begonnen, en dat was toen in die tijd bepaald geen rimpeling.
Hals, je hebt in mij zeker geen Fortuyn-vijand, De Verweesde Samenleving ligt op mijn leesstapel, maar laten we onderwijsdiscussies voortaan hier voeren, en Fortuyn discussies ergens anders.
Maar jij bent wel
steeds degene die met hem aan komt zetten. Het gaat hier niet om de mond snoeren, het gaat hier om iemand van bedenkelijke signatuur die de zaak van BON geen goed doet. En kom alsjeblieft niet met die dooddoener over Verbrugge en zijn verwijzingen naar Fortuyn; ook dat overtuigt niet.
Dossierkennis
Wellicht eerst een paar boeken lezen….van beide mannen.
Verkeerde beoordelingen worden meestal gedaan door een gebrek aan dossierkennis.
De discussie gaat wat mij betreft nog steeds over de inhoud.
Bedenkelijk
Fritzi schreef: “het gaat hier om iemand van bedenkelijke signatuur die de zaak van BON geen goed doet.”
Ik vind deze opmerking kwalijker dan die van Hals 🙁
‘Aktiegroep’…
….zo noemt Martin Sommer BON in de Volkskrant.
Ik sprak gisteren een rector van een gerenommeerde scholengemeenschap en vroeg zijn mening over het nieuwe leren. Hij was daar falikant op tegen, maar BON, zo zei hij, daar moest hij ook niet veel van hebben, “want die wilden terug naar de jaren vijftig”.
Blijkbaar is dat het beeld dat van ons bestaat.
Blijkbaar is dat het beeld
dat van ons bestaat *in bepaalde kringen*. Dat maakt een heel verschil. Zo’n negatief beeld heeft men niet van BON, hoor. Bij schoolleiders en bestuurders wel, natuurlijk- en terecht (?)
Overigens wil ik helemaal niet terug naar de jaren vijftig: laten we eerst maar eens teruggaan naar de jaren zestig. Dat scheelt tien jaar. Zo’n man is dus niet eens goed geinformeerd, zit er zomaar tien jaar naast.
Dat is zelfverdediging
Als psycholoog van de kouwe grond diagnostiseer ik dergelijke opmerkingen als een mechanisme van interne zelfverdediging. Dan hoef je nog niet echt over onze standpunten na te denken, dan hoef je nog niet echt toe te geven dat we gewoon simpelweg gelijk hebben.
Overigens ben ik wel verrast door het gemak waarmee men dergelijke uitingen doet. Iedereen weet toch dat dat niet inhoudelijke argumenten zijn. Maar kennelijk komt men er mee weg. Nog wel. Even doorzetten dus.
Ik verbaas me toch.
Zo’n rector zou beter moeten weten.
Hij is geen domme man, maar blijkbaar nemen de meeste mensen niet de moeite zich ergens verder in te verdiepen en gaan ze verder door het leven met oppervlakkige informatie. Zelfs een rector van een grote scholengemeenschap.
Mijn ‘oude’ rector
was helemaal niet dol op bon. Er leeft vooral in die kringen een zekere weerzin tegen deze ‘beweging’.
Nu de tijden veranderd zijn, is het moeilijk om standpunten in te nemen. Je komt steeds vaker mensen tegen die zeggen dat ze ‘al van het begin af aan niets zagen in het nieuwe onderwijs’. Ook schoolleiders. Maar dat wil niet zeggen dat ze daarom bon in hun hart sluiten.
Hoe dan ook: men hoeft eigenlijk ook niet van ons te houden. Maar het stoort me wel als men probeert om de verdiensten van bon onder het tapijt te schuiven. Deze scholleiders zouden nooit zo frank en vrij tegen het nieuwe leren geweest zijn als bon niet bestaan had. -Alle onderwijsdeskundigen die de neiging hebben om op bon af te geven (v. haperen tot en met …. ) moeten diep in hun hart toch weten dat de organisatiegraad van bon en hun aanvankelijke handigheid in het bespelen van de media de omslag hebben bewerkstelligd. Voor die tijd konden bestuurders doen en laten wat ze wilden, kritiek was er nauwelijks te horen.
En dat, mijn vrienden, is nu eenmaal de waarheid: muziek!
Re:Simon
‘Alle onderwijsdeskundigen die de neiging hebben om op bon af te geven (v. Haperen tot en met …. ) moeten diep in hun hart toch weten….’
Meestal is het je reinste opportunisme.
BON is, hoewel het met de minister en de parlementaire onderzoekscommissie mag praten, toch lichtelijk besmet.
Je wil nu eenmaal niet bij een conservatieve club horen, die terug wil naar de jaren van vroeger.
Op z’n minst eigentijds, maar liever nog progressief!
Ook al mag meer kennisoverdracht en klassikaal onderwijs wellicht straks weer progressief worden, ze zullen BON geen gelijk geven en op z’n minst het beestje een andere naam geven.
Inhoudelijk hebben we straks ons steentje wel bijgedragen, maar we moeten er rekening mee houden dat anderen met de eer zullen gaan strijken.