Is BON rechts?

Een eye-opener in HP/De Tijd, in het artikel over Britta Böhler, de advocate van PKK-leider Öcalan, die het voorzitterschap van Greenpeace opgaf om de moordenaar van Pim Fortuyn te gaan verdedigen en nu op weg is naar het lidmaatschap van de Eerste Kamer.
Ze heeft met Ulrike Meinhof geflirt, maar loopt in mantelpakjes, wordt door sommigen rechts genoemd, maar bouwde haar carrière op over de linkerflank, omdat, zoals Oscar Hammerstein het samenvatte, je in Nederland over rechts geen carrière kunt maken.
Een rare gedachtekronkel wellicht, maar deze opmerking heeft me aan het denken gezet.
Over de positie van BON en de mogelijkheden ons doel te bereiken.
Opkomen voor vakinhoud, differentiatie van het onderwijs, lonken naar gymnasia, de hang naar structuur, het verlangen naar beter onderwijs, opkomen voor talent, de rehabilitatie van de leraar, zijn dat niet vanouds rechtse begrippen en in strijd met het gelijkheidsbeginsel, waarnaar ons onderwijs in de afgelopen decennia is gevormd?
Is competentiegericht onderwijs en het Nieuwe Leren niet passender in onze links-georiënteerde samenleving?
Willen we niet te koppig terug naar de tijden van weleer?
Alle standpunten van BON zijn immers al terug te vinden in het boek ‘De verweesde samenleving’ van Pim Fortuyn, die ook verweten werd terug te willen naar de dagen van zijn jeugd en vanwege zijn rechts genoemde standpunten als een (ultra)rechtse politicus werd weggezet.
Elders noemde iemand Ad Verbrugge al de Geert Wilders van het Nederlandse Onderwijs.
In de lerarenkamer noemen ze BON rechts en conservatief.
Hebben ze gelijk en zijn we echt zo rechts of moeten ook wij, net als Britta, onze standpunten over de linkerflank zien te bereiken?

28 Reacties

  1. Lijkt me onzin
    Conservatief wellicht, maar rechts zeker niet.
    De partij die nu qua onderwijsstandpunt het dichtst BON benadert is nog altijd de SP, de meest linkse partij die in de Tweede Kamer vertegenwoordigd is.
    En van “terugwillen naar de tijden van weleer” kunnen de vele mensen die enthousiast zijn over de BON-uitgangspunten maar die tijden nooit gekend hebben (waaronder ondergetekende, 19 jaar) moeilijk beschuldigd worden.
    Wel is het zo dat de meeste mensen intuïtief geneigd zijn “nieuw” te preferen boven “oud” of “van vroeger”. Het lijkt me daarom van belang om de BON-ideeën ook zoveel mogelijk als “nieuw!” en “verbeterd!” aan te prijzen, juist om dit soort mensen die BON als reactionair willen wegzetten te vlug af te zijn.

    • kies een vorm van onderwijs die bewezen goed is.
      Het Nieuwe leren en de schaalvergroting zijn ingevoerd zonder dat er (in Nederland) ooit getoetst was of ze het onderwijs zouden verbeteren. Maar van het ondewijs van voor de Mammoetwet ligt vast dat het wel goed gewerkt heeft. Het gaat erom goed onderwijs op poten te zetten en ouderwets onderwijs is daarvoor een goede kandidaat omdat bewezen is dat het in het verleden ook goed werkte. Laten we vandaaruit kleinschalig experimenteren om het nog beter te maken!

  2. Niet politiek
    BON is a-politiek. Dat lijkt me uitermate belangrijk. Ik herken je voorbeelden en denk ook te weten dat veel onderwijsbaasjes PvdA aanhangen. Ook denk ik dat je vanuit de politieke vriendjes meer kunt bereiken dan enkel met argumenten.

    Maar voor de zuiverheid vind ik het zeer belangrijk om a-politiek te zijn en te blijven. Ook al omdat goed onderwijs in principe niet links of rechts behoort te zijn.

    Overigens heeft von der Dunk (junior) HNL eens omschreven met iets als de perfide samenwerking tussen links gelijkheidsdenken en rechts markt denken

  3. nee eerder van
    onderzoekt alles en behoudt het goede. Dat leidt mijns inziens tot Het Echte Leren als sterke oppositie tegen Het Nieuwe Leren.
    Niet links, niet rechts, maar recht door zee, in het kader van beter goed gejat dan slecht bedacht. Zo gebruik ik ook vele gedachten en grappen en voorbeelden en ideeën van collegae. Je hoeft echt niet altijd origineel te zijn. We zien tenslotte waardat bij HNL toe leidt. Tot chaos, tot onsamenhangendheid. Nee dan maar liever niet origineel, maar degelijk en met niveau.
    Maar laat BON zich aub niet politiek uitlaten, laten we gewoon die partij(en) gebruiken die we nodig hebben voor het bereiken van ons doel.
    Terug naar HEL.

  4. Rechts is een etiket
    Wij horen ons er niet voor te interesseren wat voor etiket we opgeplakt krijgen. Als we voor een goede zaak strijden en die zaak krijgt het etiket rechts, mij best. Zolang we maar voor een goede zaak strijden. Wil iemand ons links noemen, ook goed.
    Met ‘rechts’ wordt in de spraakmakende gemeente meestal bedoeld: ‘kwalijk, afkeurenswaardig’. Mensen die ons ‘rechts’ noemen zijn het gewoon niet met ons eens. Dat komt voor. Ik heb niet speciaal behoefte om die mensen ‘links’ te noemen. Ik heb nog een heel arsenaal aan betere adjectieven.
    Politieke partijen en maatschappelijke stromingen worden inderdaad, zoals Hals schrijft, als voertuig voor carrière gebruikt, maar ik geloof dat dat zowel links als rechts het geval is.

      • Worst
        Ik vind het niet van belang of men het rechts of links noemt. Als leerlingen maar weer kunnen leren wat ze moeten leren en met het juiste gereedschap aan hun vervolgopleiding kunnen beginnen.

    • Rechtse praat genoemd
      Een samenleving waarin het individualisme tot het enige gebod is verheven, is de naam samenleving niet waard.
      Eeuwenlang was de vaderfiguur de steller en handhaver van het collectieve normen- en waardensysteem, dat gemeenschappen tot gemeenschappen maakte.
      Waarom schijnen we in enkele tientallen jaren van een nijver en godsvruchtig volk veranderd te zijn in een anti-autoritair en calculerend volk van individualisten?
      De culturele revolutie van de jaren zestig schakelde de vaderfiguur en het generatie-mechanisme vrijwel volledig uit en dat resulteerde in de erosie van het mechanisme van collectieve formulering, handhaving en overdracht van normen en waarden.
      De vraag is of een anti-autoritaire en individualistische samenlevingvorm leefbaar is.
      (Pim Fortuyn in ‘De verweesde samenleving’ 1995)

    • Nog meer
      In het onderwijs wordt het kind voor het eerst indringend geconfronteerd met andere normen- en waardesystemen dan het zijne, en wordt het aangeleerd mee te werken aan de handhaving en vorming van een collectief normen- en waardensysteem.
      Dat laatste doet de scholengemeenschap functioneren als een gemeenschap, waarin het goed toeven is en waarin de vorming van het kind gestalte kan krijgen. Vorming die het traject bewandelt van kennisoverdracht. Kennisoverdracht is het middel, het instrument, vorming het doel. In onze informatiemaatschappij veroudert kennis snel, maar vorming daar doe je een leven lang mee.
      (Pim Fortuyn 1994)

    • En..
      Diezelfde politici (die dat op hun geweten hebben) klagen over het gebrek aan gemeenschapszin, maar gaan al of niet gedreven door bezuinigingsoverwegingen onverdroten voort met schaalvergrotingsoperaties in het onderwijs.
      Willen we onszelf als gemeenschap redden, dan zullen we in het onderwijs terug moeten keren naar de menselijke maat.
      Systematisch zijn alle onderwijsinstituten om zeep gebracht.
      Immers, in grootschalige instituten zou het onderwijs niet alleen veel efficiënter gegeven kunnen worden, maar heeft de leerling veel meer keuzemogelijkheden en kan hij daarenboven gebruikmaken van het hele pretpark aan gogen dat het onderwijsproces al dan niet gevraagd en gewenst van haver tot gort begeleidt.
      Ook verdwijnt de school als doelgemeenschap waarin het normen- en waarden van de gehele gemeenschap wordt overgedragen en gevormd en waarin de leerling zijn vorming ontvangt.
      De functie van leraar wordt uitgekleed. Hij wordt slechts de efficiënte overdrager van kennis.
      Alle vormende onderdelen van zijn functie worden vervolgens versnipperd.
      (Pim Fortuyn 1994)

    • En dan nog Ad Verbrugge
      De vele studenten-, jongeren- en vrouwenbewegingen met hun kritiek op iedere vorm van autoriteit, als erfenis van de patriarchale vader, hebben hun werk grondig gedaan. Inmiddels is zichtbaar hoe juist het ontbreken van gezagsverhoudingen tot problemen leidt in cruciale instituten waarvoor culturele vorming van groot belang is, van het gezin en de school tot de politie en het openbaar bestuur.
      De afkeer van de eigen (christelijke) traditie met de bijbehorende zedelijke instituten heeft ervoor gezorgd dat de ‘Ander’ met open armen werd ontvangen en dat zijn culturele achtergrond werd opgevat als een immense verrijking en opfleuring van de grauwe, saaie calvinistische wereld waar iedereen genoeg van had.
      In plaats van de vervelende en brave buurten hebben we nu inderdaad veelkleurige achterstandswijken gekregen, maar of die een culturele verrijking zijn geworden is zeer de vraag.
      (Ad Verbrugge in ‘Tijd van onbehagen’ 2004)

  5. Echt niet!
    Juist omdat ik een socialist in hart en nieren ben, ben ik de BON-beginselen toegedaan. Het klassikale kennisgerichte leren is aangetoond effectiever voor juist de lagere sociale klassen. In gedachten voeg ik daar nog bij: ‘en voor jongens’.
    Eindelijk kan iedereen, ongeacht zijn sociale klasse, verder leren en zich als zodanig opwerken, wordt kennis opeens niet meer belangrijk gevonden. Het Nieuwe Leren is een truc van het klassieke kapitalisme. Weg ermee dus!

    • Natuurlijk, je hebt gelijk
      maar er zijn ook mensen die de idealen van de sp ‘conservatief’ vinden. Daarom vind ik de termen links/rechts, progressief/conservatie niet interessant, maar de inhoud wel. Wat gisteren progressief was, is morgen conservatief en andersom. Je woorden doen denken aan de verzuchting van Marcus Bakker destijds: “Nu arbeiderskinderen naar het gymnasium kunnen, schaffen ze het af.” Daar was hij mordicus tegen.

      • Progressief =
        Datgene waar je 10 jaar geleden jubelend en juichend achteraan liep, nu te vuur en te zwaard als ouderwets bestempelen.

        (uhum… zou zo in een succes agenda kunnen… of is succes ook een te progressief woord;-)

      • Misleidende begrippen
        Al eerder schreef ik dat progressief en conservatief misleidende begrippen zijn. De termen worden gebruikt om mensen met andere meningen in de foute hoek te zetten, waarbij “progressief” altijd goed is. Met Heldring zie ik dat hier misbruik gemaakt wordt van de verwarring tussen het ideologische conservatisme (een set van uitgesproken waarden) en de houding “conservatief” (willen houden wat er is en terug naar iets wat op vroeger lijkt”.
        Progressief kent die ideologische pendant niet. Hebben we het echt over ideeën, dan is het beter te onderscheiden tussen links en rechts. Waarbij wel nog moet worden opgemerkt dat de meeste mensen er “supermarkt-ideologieën” op na houden: een combinatie van linkse en rechtse ideeën.

        • ‘Supermarkt-ideologie’?
          Wat vind je, Philippens van….’die supermarkt-ideologieën’.
          Is dat niet de meest gangbare en ook niet de meest voor de hand liggende?
          Heeft BON ook een ‘supermarkt-ideologie’ of hebben onze tegenstanders gelijk en zijn we gewoon rechts en conservatief (ideologisch én in houding)?

          • Heeft BON een kleurtje
            Natuurlijk is de supermarktideologie het meest verspreid. Mensen denken eclectisch en pragmatisch, en ze houden er vaak tegenstrijdige meningen op na. Ik herinner me nog een discussie met een student in de USSR in het communistische tijdperk. Die student was mijn gids, ik was student-reisleider. “Jullie horen tegen de doodstraf te zijn”, zei ik tegen hem. Daar dacht hij een paar dagen over na en zei “Je hebt gelijk”. (Achteraf denk ik dat hij het bolsjewisme toch niet begrepen had). Intelligente mensen hebben dus de neiging om naar coherentie te streven.
            Bij BON kom ik allerlei stromingen tegen, behalve extremistische en dat is maar goed ook. (Dat kan ik ook over mijn klassen zeggen). Maar wat ik karakteristiek vind voor BON is een sterke humanistische inslag en daar kunnen we elkaar goed in vinden. Het bevordert de discussie als die meer linkse of rechtse discussianten zich roeren. Het is altijd verhelderend als een probleem van verschillende kanten wordt bekeken.
            Of BON conservatief is (houding), dat zal wel. “Onderzoekt alles en behoud het goede” lijkt mij een wijze raad, en die wordt in dit Forum uitgebreid opgevolgd.

          • Hoe kijk je dan aan …
            …tegen dit ‘conservatieve BON’ in dit linksdenkend landje?
            Maken onze ideeën een reële kans?

          • Dit landje denkt van alles
            Ik maak me daar niet zo veel zorgen over. Als ik naar mijn collega’s kijk dan maakt het niet wat hun politieke achtergrond is hoe ze tegenover onverantwoorde onderwijsexperimenten staan. Die wijzen ze (bijna) allemaal af. Ik vind het niet verwonderlijk dat de SP zo fel tegen is, en evenmin dat in de VVD veel mensen zitten die niet van dat gedoe houden. Ook in het CDA zitten veel medestanders, een kamerlid zei me al enkele jaren geleden dat hij zich er zorgen over maakte dat de onderwijskundigen overal oprukten in beleidsinstanties.
            De PvdAers op mijn school zijn even nuchter. Ze beseffen dat hun idealen om ook uit kinderen met minder opgeleide ouders alle talenten te halen juist gerealiseerd worden als erudiete leraren aan het roer staan.
            Dezelfde opvattingen zie ik weerspiegeld onder mijn leerlingen. Een groepje poneerde afgelopen week dat leraren tien procent meer moeten krijgen, en de klas viel dat unaniem bij. Hun standpunt was dat het hard nodig was om hoog opgeleide leraren te krijgen, die nu door andere lucratievere baantjes aangetrokken werden. In die klas waren alle mogelijke politieke richtingen aanwezig.
            BON’s lot hangt niet van links of rechts af. Het grootste gevaar zijn de onverschilligen die slecht geïnformeerd zijn en zich laten lokken door gymnasia als het Cygnus, zoals mijn collega vakdidacticus weer tot zijn onsteltenis op de voorlichtingsavond merkte.
            Ik doe in elk geval mijn best om leerlingen wakker te maken en te houden. En dat lukt ook.

        • Betekenis van het begrip ‘rechts’
          Het begrip rechts moet niet verward worden met conservatief. Die twee woorden moeten we duidelijk onderscheiden. Conservatief is behoudend of terug naar vroeger. Iedere politieke stroming, of die nu links is of rechts, kan conservatief zijn.

          Vaak wordt als rechts beschouwd:

          Streven naar handhaving van, of terugkeer naar oorspronkelijke normen en waarden, zoals:
          Tonen van respect voor ouderen en gezag.
          Liefhebben van vaderland, kerk en vorst.
          Wantrouwen ten aanzien van overmatig overheidsingrijpen.
          Aanhouden van particulier initiatief om welvaart en welzijn te bereiken.
          Er zijn twee soorten rechts. De eerste is confessioneel-rechts dat de nadruk legt op de gezaghebbende rol van de kerk en de waarden van de lichaamsmetafoor. Er is ook een modern-rechts, vaak te vinden bij rechts-liberalen, dat de nadruk legt op economische ongelijkheid en waarden als “initiatief”, “doorzettingsvermogen” en “karakter”. Rechts-liberalen zijn vaak atheïstisch of agnostisch en republikeins. Dat is te verklaren uit hun emancipatiestrijd in de 19e eeuw tegen de toen overheersende Rechts-conservatieve machten.

          Overigens werden in Nederland tot de Tweede Wereldoorlog alleen de confessionele partijen tot de rechtse partijen gerekend. De traditionele normen werden namelijk vereenzelvigd met de christelijke normen.

          Naast deze inhoudelijke kenmerken, kan men een rechtse groepering herkennen aan het feit dat men het binnen die groep als een beschuldiging opvat om “te links” genoemd te worden. (Binnen linkse groeperingen wordt rechts zijn veelal als een belediging opgevat.)

          Meer hierover klik op rechts

          • Rechts is inderdaad niet conservatief
            Dit komt overeen met mijn verhandelingen in mijn boeken. En zo leer ik het mijn leerlingen ook.

          • Niet uitgesproken politiek
            Je kunt je afvragen bij welke onderwijskundigen, docenten en ouders de behoefte aan sociaal-constructivisme met als steekwoord “de leerling mag zijn leerproces zelf kiezen” bestaat.
            Dan zou wel eens meer met opvattingen over opvoeding dan met politieke overtuiging te maken hebben. Daar hebben we bijvoorbeeld de Lizzy Tabbertsen die vinden dat kinderen voortdurend van jongs af aan “Zellef Mogen Kiezen” en ze de grootst mogelijke vrijheid laten. Zo kweken ze naast kinderen die ondanks alles nog redelijk gedrag vertonen vele egoïstische individuutjes. Je hebt ook de ouders die hun kinderen onbewust en bewusteloos opvoeden, de laisser-faire-ouders. Ook daar treffen we onhandelbare individuutjes aan. En je hebt ook nog de gezinnen waar de ouders onderling verschillen van mening over de opvoeding, waardoor de kinderen alle vrijheid nemen. En je hebt ouders die niet kunnen optornen tegen de druk van de samenleving waar kinderen dag in dag uit via media geleerd wordt zich kapot te amuseren en zo de grip op de opvoeding verliezen.

            In die lijn passen ook ideeën over onderwijs dat de kinderen centraal stelt. Welke politieke stromingen hangen die ouders aan? Ik stel maar wat hypotheses op.
            Ik denk dat de zelfbewuste anarchisten, communisten en echte ideologische conservatieven in de opvoeding sterk de nadruk leggen op verantwoordelijkheid voor de gemeenschap en zo individualisme afremmen. (GL, SP, CDA en de Conservatieve vleugel van de VVD) .
            Ouders die zo groot mogelijke vrijheid uit opportunistische redenen voorstaan vinden we vooral in de middenideologieën, in de drukke carriere-gezinnen: D66 en VVD en de PvdA. Ontplooiing van het Kind en Laisser Faire-ouders zouden wel eens wat vaker VVD, D66, PvdA en GL-stemmers zijn.
            Zo bekeken zullen we Constructivisten vooral onder de niet-gelovigen aantreffen. Daartegen pleit dat het KPC misschien wel het meest beruchte Constructivistische Instituut is. Maar katholieken zijn in het verleden wel vaker op drift geraakt.

          • Volgens mij is het laissez-faire
            ook erg populair in gezinnen van laag opgeleide ouders die denken dat dit chic is: het is namelijk ‘gesunkenes Kulturgut’ geworden. Op mijn school zitten overwegend kinderen uit deze gezinnen en dat zijn vooral cda en in iets mindere mate pvda-stemmers. Naar mijn ervaring ben je als ouder die bewust de invloed van media vermijdt, met een grote boog om McDonalds en merkkleding heen loopt, grenzen stelt en je kind kritisch leert denken, sowieso enorm in de minderheid.

          • Aspiratie-niveaus
            Dat is een welkome aanvulling. Dan is er ook nog de laag die bekijkt wat volgens de groepen boven zich hoort en daar hun aspiraties op afstemmen. En dat zullen ook CDA-stemmers kunnen zijn

    • Re: Hinke
      Lijkt me meer..een truc van links.
      Geen eisen stellen en vakinhoud afschaffen, dan is iedereen gelijk.

Reacties zijn gesloten.