verkiezingseisen

BON kan bij de politieke partijen een aantal vragen neerleggen. Uit de antwoorden die deze partijen geven kan BON een stemadvies destilleren dat de kiezer aanraadt op een bepaalde partij te stemmen ALS HIJ ALLEEN MAAR KIJKT NAAR DE ONDERWIJSPLANNEN. Op deze manier kan BON de politiek beïnvloeden zonder zich te begeven op de andere beleidsterreinen van de partijen. Elke kiezer moet dus de keuze maken of de onderwijspolitiek bij zijn stemkeuze doorslaggevend moet zijn.

Parallelprogramma
Hier volgt een aanzetje wat betreft de inhoud van het VWO
Veel ouders en leraren zijn ook ontevreden over de inhoud van de lesprogramma’s. Sommigen willen bij taalonderwijs meer structuur en grammatica. Anderen willen graag dat vertalen weer ingevoerd wordt. Wiskundigen willen meer abstractie en fysici willen minder kletspraat en meer gebruik van de wiskunde. Er moet een door de universiteiten goedgekeurd parallelprogramma VWO met eigen eindexamen komen. De Universiteiten accepteren immers ook buitenlandse VWO-diploma’s en het Geneefse International Baccalaureat

4 Reacties

  1. inhoud VWO en verkiezingen
    Toelichting:
    Het betreft hier enkele concrete onderwijsinhoudelijke punten die niet bij “de 10 punten” genoemd worden maar die vooral voor het VWO van groot belang zijn. VWO-leerlingen zien graag structuur in een taal en leren via een onderliggende structuur past ook meer bij hun akademische denkwijze. Ze willen liever een goede basis hebben van waaruit ze de taal verder gaan beheersen dan vroegtijdig gaan brabbelen omdat “zo lang de toehoorder je begrijpt correct spreken onbelangrijk is”.
    Vertalen is leuk en creatief maar helpt je ook om te leren je goed in je moedertaal uit te drukken. Maar correctie kost veel tijd, heeft een subjectief element wat dwars staat op het streven van managers naar eenvormigheid, is vooral interessant bij moeilijke niet allerdaagse onderwerpen en elitair, dus “niet van deze tijd”. De wiskundigen zien het lage abstractieniveau van de huidige “realistische” (contekstuele) wiskunde als demotiverend voor leerlingen met aanleg voor dat vak en als een belangrijke reden voor de afgenomen belangstelling voor de exacte vakken in het algemeen en wiskunde in het bijzonder op de universiteiten. Zij vinden daarom dat iedereen aan de meer abstracte vorm moet proeven en dat diegenen aan wie dat smaakt daarin verder moeten gaan. Lees maar de inaugurale rede van Prof. Keune aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Omdat de leerlingen bij wiskunde geen wiskunde leren maar oefenen in toegepast rekenen en later het oplossen van problemen m.b.v. zeer eenvoudige wiskundige technieken lopen de leerlingen met hun wiskundige kennis zo ver achter dat de wiskunde vaak niet als ondersteuning van de natuurkunde gebruikt kan worden zodat die vaak ontaardt in onoverzichtelijke kletspraat. Ik denk dat veel BON-docenten achter de gemarkeerde tekst staan.

  2. VWO=Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
    Met je kritiek op het VWO heb je mijns inziens gelijk Seger. Je plan voor een parallelprogramma VWO lijkt me echter niet goed. Reden: VWO=Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Als het VWO niet goed voorbereid op het wetenschappelijk onderwijs (wat het momenteel niet doet), dan moet het gehele VWO aangepast worden. BON moet mijns inziens lobbyen om van het VWO (weer?) echt voorbereidend wetenschappelijk onderwijs te maken.

    Een stemadvies van BON lijkt mij ook geen goed plan. Hiermee loop je het gevaar dat je teveel met 1 partij geassocieerd gaat worden. Een duidelijk overzicht van de onderwijsplannen van de verschillende partijen op de BON-website lijkt mij beter. Mensen kunnen met deze informatie dan zelf tot een conclusie komen.

    • Het idee is dat BON op grond
      Het idee is dat BON op grond van de analyses van de antwoorden op door haar gestelde, goed gestructureerde en voor alle politieke partijen gelijke vragen aan de politieke partijen vaststelt welke partij een onderwijsprogramma heeft dat bij uitvoering zou leiden tot veranderingen die het meest overeenkomen met de inzichten en wensen van BON.
      Indien BON haar conclusie zorgvuldig onderbouwt en een ranglijst uitbrengt, geordende naar de BON-vriendelijkheid van de verschillende onderwijsprogramma’s, is het duidelijk dat BON geen voorkeur uitspreekt voor enige partij.
      Om alle schijn van vooringenomenheid t.a.v. een bepaalde partij te voorkomen is het beter dat BON aan alle partijen dezelfde vragen over gewenste veranderingen in het onderwijs stelt. Dat maakt immers vergelijken, evalueren en ordenen op BON-vriendelijkheid van hun onderwijsprogramma’s op grond van de binnengekomen antwoorden zowel voor BON als voor stemmers gemakkelijker dan wanneer BON de door de partijen zelf opgestelde programma’s zou duiden.

      • genese van VWO-vragen
        Het vragenlijstje aan de politiek partijen zou gebaseerd kunnen zijn op de onderstaande desiderata:
        1) BON moet niet proberen om uitgaande vanuit de bestaande structuur heel het onderwijs bonnisch te maken.
        2) BON moet voorkomen dat de “onderwijsschil” proefprojecten krijgt om bonnisch te werken
        3) BON moet zich inzetten voor wetgeving die het stichten van BON-scholen mogelijk maakt
        4) BON moet bewerkstelligen dat afsluitende examina geheel vanuit de staat verzorgd worden en schoolexamens geen rol meer spelen voor het wel of niet slagen.
        5) Tussentijdse afsluitende tentamina en examina door de staat zijn wenselijk om een piekbelasting aan het einde te voorkomen maar mogen de vrijheid van inrichting van het onderwijs niet te zeer aantasten.
        6) De staat of het vervolgonderwijs bepalen de eindtermen van het eindexamen maar in de manier waarop de leerlingen daarop voorbereid worden moeten de scholen volledig vrij zijn.
        7) Het moet heel gemakkelijk worden om überhaupt scholen op te richten. (Als slagen alleen op grond van centraal geregelde examina plaats vindt en voor de scholen outputfinanciering geldt hoeft de overheid zich niet met de samenstelling van het docentenbestand, het leerprogramma en de lesmethoden te bemoeien). Als op grond van de erkenning van het keuzerecht van ouders het voor elke groepering gemakkelijker wordt om scholen te stichten profiteert ook BON daarvan.
        8) Er moeten ook eidexamens mogelijk komen die beter beantwoorden aan de ideeën van BON (Naast al die erkende Europese VWO-eind-examens mag er best een tweede Nederlands eind-examen komen

Reacties zijn gesloten.