homo oeconomicus

Graag vraag ik aandacht voor de mening en de lotgevallen van de classicus Piet Gerbrandy zoals die door hemzelf verwoord zijn in een NRC van afgelopen week:

{Alles wordt gemunt in economische termen. De homo economicus gaat boven alles. Daartegenover staat de Bildung. Het betekent dat je leert zelfstandig te denken, met als materiaal de intellectuele traditie van het Avondland. Daarmee kun je tegenwicht bieden aan de oppervlakkigheid die de wereld vergiftigt. Om te begrijpen hoe, heb je kennis van de traditie nodig}.

{Als ik hoor wat er in de Tweede Kamer wordt gezegd over onderwijs en onderzoek, heeft iedereen het alleen maar over geld en economische en technologische innovatie. Dat breekt een samenleving op den duur op}.

{Tweeëntwintig jaar heb ik lesgegeven op de middelbare school. Kennisverwerving leek op den duur een vies woord te worden, het ging om vaardigheden. Er gingen lijstjes rond bij het schoolbestuur met de criteria voor een goede leraar. Vakbekwaamheid stond helemaal onderaan. Slimmere kinderen merkten dat je met een avondje googelen een werkstuk in elkaar kon zetten. Daardoor ontwikkelden zij een minachting voor kennis en wetenschap.

Ik dacht: als ik hier nog langer blijf, dan krijg ik een burn-out of word ik een cynische oude zak die de kinderen gaat uitschelden. In een impuls heb ik acht jaar geleden ontslag}.

Gerbrandy heeft gedaan wat veel meer leraren hadden moeten willen doen of wilden doen maar niet gedaan hebben: Ontslag nemen. Ter wille van jezelf maar ook omdat op de lange duur de leerlingen beter af zijn. Een bestrijdbare ziekte moet je bestrijden en je moet niet helpen om haar te camoufleren.

De politici hebben de kiezers voor de gek gehouden. Ook mensen van eenvoudige afkomst zouden de cultuur van de bovenlaag deelachtig moeten worden. Dat zou hen OOK helpen bij het verkrijgen van hoger gekwalificeerde banen. Maar vervolgens hebben zij iedereen de toegang tot cultuur en Bildung via het schoolsysteem ontnomen en het onderwijs vrijwel alleen in dienst van de economie gesteld. Het is ook hiertegen dat BON zou moeten protesteren. Uit wat Gerbrandy in de Tweede Kamer hoort dat over onderwijs gezegd wordt blijkt immers dat men het bij dit thema alleen maar over geld en economische en technologische innovatie heeft. Omdat dat ons zal opbreken ligt er ook op vakinhoudelijk gebied een taak voor BON

15 Reacties

  1. Wat mij betreft, bovenaan de onderwijsagenda!

    Helemaal gelijk, Malmaison. Ik pleit daar al geruime tijd voor. Stel leerstof centraal (vooral de langer meegaande,  'duurzame' soort, zoals Cultuur en Historische Figuren) en het onderwijs krijgt een opwaardering waar zowel leerlingen als leraren bij gebaat zijn. Het voorstel voor een cultuurpedagogische discussie ligt er al een tijdje. Google hem maar. Dat zou pas écht ergens over gaan als je het mij vraagt!

  2. Er is een tijd geweest waar

    Er is een tijd geweest waar de arbeider en daarmee het arbeiderskind min of meer tot norm zijn geworden (anno 2012 lijkt dat nauwelijks nog te geloven, maar het was in die seventies en eighties wel zo).

    Niet de verheffing van het arbeiderskind kwam centraal te staan, maar het arbeidersmilieu zelve. Sindsdien is ook de werkkleding die men 'spijkerbroek' (de kleding van de arbeider) noemt overheersend geworden in de kledingmode. Culturele tendensen zijn op meerdere gebieden waar te nemen, en dus ook in het onderwijs.

    Intussen wordt weer op groter schaal erkend dat dat zogenaamde arbeiderskind (wat al een miskwalificatie op zich is natuurlijk; er zijn arbeiders en arbeiders) meer geholpen wordt door het aanbieden van degelijke parate kennis vooral op de gebieden van lezen, taal en rekenen.

    Dit lijkt mij vooral het geval op het niveau van het grondvlak (ouders en hun kinderen). Op de hogere zwevende niveaus blijkt men nog steeds vage idealen te willen blijven koesteren ondanks aantoonbare mislukkingen.

    Terzijde: ik vind het wel erg gemakkelijk steeds maar te verwachten dat BON al uw wensen beantwoordt.

    Het is altijd de gemakkelijkste weg van alles van anderen te verwachten. De historische uitspraak van wijlen president Kennedy komt mij in de herinnering: "Vraag uzelf niet af wat uw land kan doen voor u, maar vraag uzelf af wat u kunt doen voor uw land."

    Steeds maar verwachten dat BON uw wensen vervult, dat is geen weg.

    • Van 1040 nodige uren naar 800 + 200 extra

      De waarheid zit vaak ingewikkeld in elkaar. De groei van de onverschilligheid voor cultuur en het verdwijnen van het verlangen om “de arbeider” te verheffen heeft over meerdere decennia plaats gevonden. Recente dieptepunten waren de voorgestelde afschaffing van de proefvertaling bij de klassieke talen en de verhoging van de BTW op kunstuitingen. Maar het onderwijs is daarbij, hoewel dat wel de bedoeling was, niet efficiënter en economischer geworden. Ook de niet-culturele kennis nam af en het vermogen van leerlingen om iets goed te verwoorden nam evenens sterk af. Het “leerlinggerichte” onderwijs en het aanleren van sociale vaardigheden hebben niet de verwachte meerwaarde gebracht. Als alle toeters en bellen uit het onderwijs worden weggehaald en de leraar weer echt les gaat geven en woordjes stampen en grammatica inoefenen weer mag komt er zo veel lestijd vrij dat we bij voorbeeld het VWO zonder klassieke talen weer 5-jarig zouden kunnen maken. Zelfs als men de leerlingen in het basisonderwijs goed taal en rtekenen geeft.. Maar men kan de op de scholen vrijgekomen tijd ook gebruiken om meer aan Bildung te doen en om de leerlingen weer goed wiskunde-onderwijs geven. De leerlingen zouden weer verplicht kunnen worden om in het Duits, Engels en Frans 5 literaire of beschouwende boeken te lezen. BON zou wel gek zijn om geen verstandige voorstellen in te dienen voor de bij een onderwijssanering vrijkomende schooltijd. En dan nog kan aan de leraren de afgepakte vakantieweek terug gegeven worden.

      Seger Weehuizen.

      • Seger, dat meen je niet.  Het

        Seger, dat meen je niet.  Het is nog geen sinterklaastijd.  

        Klein probleempje is hier ook dat je in feite een belangrijke wijziging van de onderwijsinfrastructuur voorstelt, kennelijk richting het Finse stelsel.  Hoe zie je dat voor je? 

        • Wis en waarachtig meen ik dat

          Wis en waarachtig meen ik dat, Ben! Het succes van de HBS bewijst dat het mogelijk is om leerlingen die voldoende intelligent zijn in 5 jaar voor te bereiden op de universiteit. De HBS was een veel door kinderen van eenvoudige huize gebruikte sluiproute naar het hoger onderwijs. Dat was toen nog alleen het universitaire onderwijs en (hier niet relevant) de Gymnasia. De jongens van de HBS hadden meestal  geen vader met een universitaire opleiding en de jongens en meisjes op het Gymnasium meestal wel. Maar de HBSsers  gingen wel door dezelfde toelatingszeef als de Gymnasaiasten en kenden bij aankomst breukrekenen, spelling en zinsontleding, traditionele redelijk werkende toelatingsdrempels. (Er zullen wel ten onrechte veel kinderen niet door de zeef gegaan zijn en daardoor niet in het VWO terecht gekomen zijn; daarnaast  bleef het selecteren de ganse 5 jaar doorgaan wat jij terecht als een groot bezwaar ziet). De  leerlingen die waren toegelaten wilden meestal graag hun eindexamen halen en konden bij misdragingen gemakkelijk van school gestuurd worden. Een 5-jarige VWO-school met toelatingsexamen en een strenge, gehandhaafde gedragscode is wel degelijk mogelijk.

          Fins onderwijs wordt pas een optie als men doorgrond heeft waarom dat goed werkt en waarom het in Finland goed werkt. Maar ook moet de maatschappij geld over hebben voor dure want hoogopgeleide leraren. Ook moet het systeem voldoende ruimte bieden aan intelligente leerlingen.

          Ja, er moet een apart stelsel komen naast het bestaande met kleine dedicated scholen die efficiënt van het begin af aan moeten opleiden voor een bepaald extern afsluitend examen en 15% van de leerlingencontacttijd aan andere dingen kunnen besteden dan het voorbereiden op het standaard staatsexamen

  3. Seger,

    Seger,

    Wat ik bedoel geef je zelf al aan:

    “Maar ook moet de maatschappij geld over hebben voor dure want hoogopgeleide leraren.“

    Dat gaat een paar centen kosten, als de nodige mensen uberhaupt nog bij elkaar zijn te krijgen. In de leerplichtige leeftijd zijn de aantallen onderwijsvragenden verhoudingsgewijs natuurlijk niet groter dan vijftig jaar geleden (iedereen is immers leerplichtig), maar er zijn heel veel jaren bovenop gekomen. 

     

    “Ook moet het systeem voldoende ruimte bieden aan intelligente leerlingen.”

    ALLE leerlingen moeten voldoende ruimte krijgen, Seger. Je kunt redelijkerwijs toch niet volhouden dat de verdeling van middelen over gymnasiasten, respectievelijk vmbo-ers, op dit moment in goede maatschappeijke balans verkeert?  Enzovoort.  

     

     

     

    • nooit op kwaliteit leraren bezuinigen

      Ben,

      Op een dedicated school,  bij voorbeeld een Atheneum (=VWO zonder klassieke talen) zou een al dan niet stilzwijgende overeenkomst tussen de leerlingen en de leraren moeten bestaan., namelijk dat beide 85% van de ter beschikking staande contacttijd efficiënt gebruiken om de leerlingen op het staatsexamen VWO zonder klassieke talen voor te bereiden. Voor leerlingen betekent dat opletten tijdens de les, geen storend gedrag vertonen en met zorg huiswerk maken. Maar ook dat de leerlingen niet op school vastgehouden mogen worden om huiswerk te maken of om andere reden opgehokt worden (b.v. in het studiehuis zitten). De leraar mag zelf geen moeite hebben met de leerstof en moet levendig kunnen lesgeven. Zulke leraren zijn niet op een koopje te krijgen en als het ondanks het vrijwel ontbreken van geldvretende overhead voor zulke leraren onvoldoende geld is moeten de lessen maar in een vorm van een hoorcollege gegeven worden. De scholieren hebben recht op gekwalificeerde leraren en als iemand een universitair masterdiploma in natuurkunde heeft en bij het college geven van een Natuurkunde College helder uitlegt is hij wat mij betreft voor dat schooltype, hier Atheneum met onderwijs in College vorm, gekwalificeerd, ook al heeft hij niets aan onderwijskunde gedaan. Zo lang vertalen op het staatsexamen VWO bij de moderne vreemde talen geen optie is kunnen die ook in collegevorm onderwezen worden.

      Ik predik hier geen lesgeven in collegevorm maar geef mijn mening over wat de minst slechte manier van bezuinigen is als de overheid voor VWO-onderwijs maar weinig geld over heeft. Ik ga hier niet de discussie aan waar de overheid het beste kan bezuinigen, bij de intelligente kinderen of bij het speciaal onderwijs.

      Seger

  4. Betere kwaliteit voor minder geld.

     

    Seger, je schrijft dat 'de maatschappij geld moet overhebben voor dure want hoogopgeleide leraren'. Dan heb ik goed nieuws: het Finse onderwijs met al zijn hoogopgeleide leraren met een master is niet duurder dan het Nederlandse, maar *goedkoper*. Eerder goedkoper. Kwestie van hoe de poet verdeeld wordt. In Nederland groeiden de OCW-uitgaven tussen 1997 en 2010 met 110%. Een ruime verdubbeling dus. Maar de klassen halveerden niet en de salarissen verdubbelden niet. Integendeel. Een parlementaire enquetecommissie moet maar eens uitzoeken in welk gat als die miljarden verdwijnen, maar ze gaan in ieder geval niet op aan hoger opgeleide leraren. Nederland heeft intussen de laagst opgeleide instroom in het beroep van Europa.
     
    Noch in kosten per leerling, noch in % BBP is het Finse onderwijs duurder dan Nederland. Wellicht wordt er minder verspild. Toch zijn de lerarensalarissen niet hoger dan in Nederland. De oorzaak dat de Finnen er dan toch in slagen hoogopgeleide vakleraren te werven voor het beroep, is m.i. gelegen in een aantrekkelijker baan. Met 70% van het in Nederland te geven aantal lesuren en 75% van het aantal leerlingen in de klas ben je als leraar in staat om meer kwaliteit te leveren. Bovendien oogst je als Finse leraar aanmerkelijk meer maatschappelijke waardering dan de veelgekritiseerde sloof die in Nederland door moet gaan voor leraar.
     
    Kortom: wil Nederland weer hoogopgeleide leraren, dan moeten we twee dingen doen. De instroomeisen voor het beroep verhogen (eerst maar eens de bestaande eisen serieus nemen, trouwens) en tegelijk het beroep aantrekkelijker maken. 'Meer geld naar onderwijs' is in wezen niet nodig. Een herverdeling van het bestaande budget met prioriteit voor het 'primaire proces' is veel belangrijker.
     
    Is een tekort van >20.000 bevoegde leraren nog niet genoeg om het beroep *aantrekkelijker* te maken in plaats van minder aantrekkelijk, zoals Van Bijsterveldt en consorten doen?
     
    Zie op deze plek tabel B1.1a en verder: www.oecd.org/dataoecd/61/18/48630868.pdf
     
    • Leve de alinea

      Als ik in het invulvak bij het componeren van een bijdrage netjes alinea's maak, zijn ze in de gepubliceerde bijdage soms niet te zien. Merkwaardig.

      Je zou denken (en met deze zin begin ik dus een nieuwe alinea) dat in een tijdperk waarin we voorbij Jupiter vliegen en we een miljoen transistoren op één chip van twee euro vijfennegentig kwijt kunnen, een beetje webpagina moet kunnen omgaan met het voor de leesbaarheid zo nuttige tekstelement, de alinea.

       

      Misschien dat twee harde returns (in plaats van een) uitkomst bieden. Even proberen.

       

    • Jij, Couzijn, ziet een trias

      Jij, Couzijn, ziet een trias professoralis met componenten die het leraarsberoep aantrekkelijk maken voor hooggeschoolde of hoogschoolbare mensen. De componenten zijn autonomie, Anerkennung en honorering. Het blijkt dat autonomie en Anerkennung alleen al in Finland het beroep van leraar voldoende aantrekkelijk maken om tekorten aan goed opgeleide goede leraren te voorkomen. In Finland hebben we dus een stabiele toestand. Die bestaat niet in Nederland waar het onderwijs immers steeds verder afglijdt. Onmiddellijke en rechtstreekse navolging van de Finnen is echter in Nederland niet mogelijk. Stel dat de overheid de besturen zou kunnen dwingen de leraren hun autonomie terug te geven. Dan is het vertrouwen dat de overheid daarin zal slagen bij nieuwkomers in het Hoger Onderwijs niet direct terug en hebben de leraren nog geen aanzien bij de bevolking, dus komt er geen onmiddellijke influx van hoogopgeleide leraren van de grond. Het duurt daardoor nog langer voordat de bevolking weer waardering voor leraren gaat krijgen. Temeer daar er dan nog steeds een groot aantal vakinhoudelijk laaggeschoolde leraren in het onderwijs rondlopen. Een opheffing van het tekort aan goed opgeleide leraren en het bereiken van de Finse stabiele toestand gaat zo beslist veel te lang duren. Om het aantrekken van goede leraren te ondersteunen en te versnellen moeten dus de honoraria omhoog. Gelukkig kan zoiets betaald worden uit de gelden die vrijkomen als de overheid de overhead van de scholen aanpakt.

      • Een mooie analytische

        Een mooie analytische overweging, waarvoor dank. Ik ben het overigens met je eens dat de honoraria omhoog moeten. Ook dat verstond ik in mijn vorige bijdrage onder 'het beroep aantrekkelijker maken'. Mijn punt was dat het voor die wens niet eens strikt nodig is om het OCW-budget fors te verhogen – met als risico dat we daarvoor in het huidige tijdgewricht de politieke handen niet voor op elkaar krijgen – maar dat een herprioritering van het bestaande budget zou moeten volstaan.

         

        Of dat uit 'besparing uit overhead' te betalen valt, is nog maar de vraag. Dat lukt niet zolang de overheid zijn handen aftrekt van de bedrijfsvoering van de verzelfstandigde besturen, en ook niet zolang zelfs de Rekenkamer goochelt met onwerkbare definities van wat 'overhead' is, zodat ergens tussen de 10% en 50% van de uitgaven daaronder kan vallen (lees het laatste rapport van de Rekenkamer over dit onderwerp eens kritisch, bid ik u).

         

        Maar minstens zo desastreus voor het aanzien van de beroepsgroep in Nederland zijn de volgende feiten:

        – een (hogere) opleiding wordt de facto niet vereist en niet gewaardeerd; universitair opgeleiden, hbo-opgeleiden en deficiënt opgeleiden worden onzichtbaar op een grote hoop gegooid, evenals bevoegden, 'benoembaren' en onbevoegden;

        – het opleidings- en competentieniveau van nieuwkomers in het onderwijs is dubieus; iedereen kent voorbeelden van leerkrachten/leraren die de pijnlijkste missers maken, elementaire zaken niet weten etc.; daarover lijken noch werkgevers, noch collega's zich enige zorg te maken – anything goes; als reactie op het lerarentekort weet OCW ook niks beters dan de sluizen open te zetten;

        – de ransel van leraren in alle onderwijssectoren wordt zo vol gehesen met lesuren, grote klassen, en aantal leerlingen/studenten per week dat de praktische mogelijkheid om kwaliteit te leveren (lessen goed voorbereiden, feedback geven op gemaakt werk, individuele aandacht geven) ernstig onder druk staat; tijdsdruk en werkdruk beïnvloeden de onderwijskwaliteit misschien nog wel meer dan het intrinsieke niveau van leraren; daardoor komt ook de beroepstrots in het nauw. dit kan een belangrijke oorzaak zijn van het feit dat de helft van de instromende leraren binnen vijf jaar het lesgeven weer verlaat.

         

        Dat het lang gaat duren voordat het leraarschap in Nederland weer aanzien krijgt, ben ik met je eens. Vertrouwen komt te voet en zo. Maar elke dag dat we eerder beginnen met de ommekeer, telt mee.

         

        • In de tijd dat ik op het
          In de tijd dat ik op het Gymnasium zat en de leraren betaald werden naar het niveau van hun opleiding in het vakgebied waarvoor ze bevoegd waren liepen wetenschappelijk gepromoveerde leraren twee periodieken voor op doctorandussen en ingenieurs. downwards deed het schooltype deed er voor de honorering niet toe maar eerstegraders waren niet bevoegd om in het lager onderwijs les te geven

  5.  

     

    Pieter Gerbrandy zegt dat “Bildung betekent dat je leert zelfstandig te denken, met als materiaal de intellectuele traditie van het Avondland. Daarmee kun je tegenwicht bieden aan de oppervlakkigheid die de wereld vergiftigt. Om te begrijpen hoe, heb je kennis van de traditie nodig”. Het moet me helaas van het hart dat die geweldige Bildung een groot deel van het Duitse Bildungsbürgertum er niet van heeft weerhouden achter Hitler aan te lopen. Het wordt steeds meer duidelijk dat de SS telde heel wat “gebildete” lieden telde. Daarom ben ik eigenlijk niet zo dol op het begrip, een Duits begrip, dat in verband met de malaise in het onderwijs steeds weer opduikt. Maar dat is natuurlijk geen enkel excuus voor de afbraak van de culturele vakken in het V.O. zoals die de afgelopen decennia heeft plaats gevonden. Ik gebruik liever het begrip “vorming”, hoewel je daar ook negatieve associaties, als met vormingswerk, aan kunt verbinden. Niets ten nadele van het vormingswerk. Onderwijs is echter meer  dan vormingswerk; het is vorming in de zin van een totaalpakket per schooltype dat gebaseerd is op een leerplan, een gemeenschappelijk referentiekader. Veel ellende is begonnen vanaf het moment dat men, onder invloed van bepaalde “vernieuwende” onderwijsconcepten steeds onverschilliger is gaan staan tegenover het leerplan. Er zelfs sprake is van uitgesproken leerplanvijandigheid zoals Jan Dirk Imelman schrijft in De Onderwijsbubbel. (Waar blijft de verdere bespreking van dit prachtige boek op de site eigenlijk?)  Binnen dit cultuurvijandige onderwijsklimaat, waarin het onderwijs op alle fronten faalt, is zeker geen plaats meer voor leraren als Gerbrandy.( Eens gaven cultuurdragers als Herman Gorter, Menno ter Braak, Jacques Presser en L.J. Rogier gewoon les op de middelbare scholen.) 

    •  

       

      Beste BV

      Gerbrandy’s korte opmerking over Bildung is niet fout. De connectie tussen Bildung en Hitler moet je misschien nog ietsje uitwerken. Er zijn in dat verband teveel, zo niet alle mogelijke bevolkingsgroepen genoemd: de katholieken, de huisvrouwen, de Beieren, het grootkapitaal, herdershonden, babies, studenten, boeren, arbeiders, het leger, gymnasiumdocenten, de politie. Ik wijs je erop dat iemand met Bildung doorgaans eerst een hogere opleiding volgde. Misschien is het daar begonnen en heeft de onderwijssector achter Hitler aan gelopen. Zoek dat even uit svp.

      Ik hoop dat je me niet helemaal serieus neemt.

       

      De gouden eeuw van de Bildung, de 19e, heeft cultureel en wetenschappelijk zeer veel bewonderenswaardigs opgeleverd. Duitse liberale theologen schreven bv. de eerste wetenschappelijke geschiedenis van het joodse volk. Het eerst nog overwegend orthodoxe jodendom had vanzelf genoeg aan het OT. Toen de assimilatie doorzette droegen deze ontwikkelde joden zeer veel bij aan die gouden eeuw. Ook nu nog is men daar terecht trots op.

       

      Het kan raar lopen, inderdaad.

       

      Dat de onderwijsvernieuwers ineens enige genegenheid opvatten voor Bildung heeft niets te betekenen. Die club heeft periodiek een paar nieuwe woorden nodig. Vooral woorden waarvan de betekenis enigszins maar niet goed bekend is. Van leren, bijvoorbeeld, maak je gewoon nieuw leren en je kunt weer vooruit.

       

      Gerbrandy heeft veel in zijn mars. Denk maar eens aan zijn vertaling van Quintilianus’ De opleiding tot redenaar (Historische Uitgeverij). De leraar die dat boek niet heeft gelezen kan wat aan zijn Bildung doen.

      Een interessante bijdrage vinden we ook in Steeds minder leren: Methode Jupiter of Het Nieuwe Leren. Ook te vinden in Amphora, 24 (2005) 3, pp.11-15. Daar heet het Terug naar het stenen tijdperk.

       

      We moeten eens een draad starten over Bildung, maar waar? Dit forum is op sterven na dood.

  6. Wilem

    Wilem

    Ik haal het niet in mijn hoofd om de opmerking van Gerbrandy als "fout' te brandmerken. Ik plaats er alleen een kanttekening bij, die misschien wat zwaar aangezet is. Maar tot "de intellectuele traditie van het avondland" hoort ook de kritische discussie daarover. 

    Gelukkig hoef ik je suggestie om het allemaal even uit te zoeken niet serieus te nemen. 

Reacties zijn gesloten.