Kleine klassen “dat zou de standaard moeten zijn”

De oprichter van Instituut Blankestijn wil “alleen de beste leraren, en die in in kleine groepjes laten lesgeven”.. Dat is dan wel meteen ook de duurste school van Nederland (HP/De Tijd 2 november 2007).
Opnieuw zag ik ergens in een forumbijdrage de bewering opduiken dat onderzoek zou hebben aangetoond dat kleinere klassen geen merkbare invloed op de kwaliteit van het onderwijs zouden hebben. In de NRC van vandaag 12 november is die boodschap ook te vinden Daar wordt het recente rapport How the world’s best-performing school systems come out on top” van McKinsey aangehaald.
Wat zijn dat voor onderzoeken?
Ik kan me niet goed voorstellen hoe zo’n onderzoek eruit zou zien. Omdat de kwaliteit van de leraar voor een groot deel bepalend is voor de kwaliteit van het onderwijs, is onderzoek toch het meest optimaal als dat gebeurt bij verschillende klassen waarin dezelfde leraar een grote groep en een kleine groep lesgeeft.
Onderzoek je situatie in een land waarin de overheid langere tijd kleinere klassen gefaciliteerd heeft, dan zul je de leerlingen van dezelfde leraren uit die verschillende perioden moeten onderwerpen aan dezelfde eindtoetsen. Dat is nauwelijks mogelijk, omdat er altijd nieuwe methoden op de markt komen om maar een van de verstorende factoren te noemen.
Wie weet hoe betrouwbaar die onderzoeken zijn waarin het effect van kleinere klassen wordt gemeten?
Of hoort de bewering “kleinere klassen hebben geen effect” in dezelfde categorie als “leerlingen nemen maar tien procent op van wat ze verteld wordt en tachtig procent van wat ze zelf gedaan hebben”?

19 Reacties

  1. Kleine klassen
    Natuurlijk zijn kleine klassen (cetaris paribus) beter dan grote klassen. Maar het is geen cetaris paribus verhaal…

    Als je kleinere klassen wilt (en het aantal lessen per leerling en per leraar gelijk wil houden), dan heb je meer leraren nodig. Bij substantieel kleinere klassen heb je substantieel meer leraren nodig. De gemiddelde kwaliteit van leraren zal dan dalen. Leerlingen krijgen dan wel les in kleinere klassen, maar van slechtere docenten. De vraag is wat dan de doorslag geeft: de kleinere klas (beter) of de slechtere leraar (slechter).

    De genoemde onderzoeken tonen aan (of althans: pretenderen aan te tonen) dat een slechtere leraar voor de klas een minstens zo groot negatief effect heeft als het positieve effect van een kleinere klas. Per salso levert kleinere klassen dus geen beter onderwijs op.
    Lijkt mij geen onredelijke conclusie.

    • invloed klassengrootte
      Bezoek hiervoor en voor de verwijzing naar Hagemeisster nog even Mythe 5 waaruit ik par. 5.4 licht.

      5.4 Het belang van de klassengrootte wordt door PISA foutief ingeschat. Die zou niet belangrijk zijn omdat landen als Japan en Korea zeer hoog scoren en met grote klassen werken. (Even terzijde: deze betoogtrant is een voorbeeld van de door PISA en TIMSS zeer veel toegepaste bivariate analyse, bestaande uit een simpele correlatie tussen een score en één potentiële determinant). Nu is uit de literatuur genoegzaam bekend dat het verband tussen klassengrootte en resultaat wel degelijk bestaat, niet rechtlijnig is, en dat met name zwakke groepen lln. van kleinere klassen en meer aandacht profiteren. Voor literatuur hierover en de foutieve behandeling van dit thema in PISA raadplege men Hagemeister, 2006, par.2.

      Willem Smit

  2. McKinsey
    Over het McKinsey-onderzoek kan ik wel wat zeggen (zie ook deze). Daar hebben ze gekeken naar de overeenkomsten van de beste landen bij de PISA-onderzoeken. Een van de observaties was dat die tien geen kleinere klassen hadden dan de andere landen, statistisch gezien.

  3. Kleinere klassen?
    Ik denk afhankelijk van het leerniveau.
    Ik heb klassen van 33 die het zeer goed doen en kleinere klassen, die veel minder scoren.
    In het Atheneum maakt volgens mij niet veel uit.
    Te grote klassen in het vmbo zijn meestal een ramp, omdat die kinderen buiten de lesstof nog zoveel extra aandacht nodig hebben.

    • Beste Willem, Mark en (Frans) Hals
      Bedankt voor jullie bijdragen.
      Het recente stuk van Volker Hagemeister, waar Willem naar verwees, gaat inderdaad in op de opmerking dat volgens het PISA-onderzoek de tien landen die het hoogst scoren ook grote klassen kennen (Mark). Volgens Hagemeister wordt dat verband ten onjuiste gelegd. Ik zou het ook heel vreemd gevonden hebben. Hagemeister geeft aan dat het omgekeerde eerder het geval is. Trouwens de “PISA-bewering” is niet op gericht onderzoek gebaseerd. Ik heb nog steeds het idee dat zo’n direct onderzoek niet of nauwelijks uitvoerbaar is.
      Volgens Hals “maakt [de klassengrootte] in het Atheneum niet veel uit”. Dat waag ik te betwijfelen. Ook in overvolle vwo-groepen zitten zwakke leerlingen die zouden opbloeien met meer aandacht. Willem noemt dat punt ook.
      De redenering van Mark kan ik moeilijk volgen. Kleinere klassen vergen (iets) meer leraren. zou dan de gemiddelde kwaliteit per defnitie dalen? Die leraren kunnen per klas meer kwaliteit leveren.
      En daarmee komen we bij een ander punt. Ik denk dat leraren meer slijten door grote “bakken”. Ze zullen veel eerder aan een VUT toe zijn. Tegen de tijd dat de jonge leraren die nu met grote klassen moeten werken daaraan toe zijn, is die VUT afgeschaft. Laten we ook bedenken dat het vooral leraren zijn van vooral vakken die voor iedereen verplicht zijn, in veel gevallen alleen maar grote groepen hebben. De last komt eenzijdig bij dit soort vakken terecht. En juist vakken als talen hebben een levendige maar beheersbare interactie in de klas nodig.

      • Nog eens
        Philippens schrijft:

        De redenering van Mark kan ik moeilijk volgen. Kleinere klassen vergen (iets) meer leraren. zou dan de gemiddelde kwaliteit per defnitie dalen? Die leraren kunnen per klas meer kwaliteit leveren.

        Het aantal leerlingen per klas is in Nederland op de basisschool 22,4 terwijl dat in Belgie 13,2 is. Zoals bekend geeft de Nederlandse leraar (in ieder geval op de middelbare school) heel erg veel meer les dan zijn buitenlandse collega’s. We spreken hier dus mogelijk over een verdubbeling van het aantal leraren, niet over iets meer leraren. Er is niet veel verschil tussen 22,4 en 21,4 leerlingen in je klas…

        Dat ‘per klas meer kwaliteit leveren’ gebeurt pas als je de klassen drastische verkleint en dan heb je ook drastisch meer leraren nodig.

        De gemiddelde kwaliteit van leraren hoeft natuurlijk niet per definitie te dalen als je (om kleinere klassen te hebben) meer leraren aanstelt. Het is wel waarschijnlijk. De vraag is dan wat de doorslag geeft. Het lijkt mij geen uitgemaakte zaak dat dit het voordeel van kleinere klassen is.

        • Nooit geweten,
          dat er in Nederland 22 en in Belgie 13 kinderen, gemiddeld in ’n basisschoolklas zitten.
          Morgen heb ik ’n groep 8 van 29 kinderen.
          Maar dat telt eigenlijk niet.
          Is maar basisonderwijs.

          • Minderwaardigheidscomplex?
            Beste Leo,
            Ik geef het op. Kennelijk nog steeds een minderwaardigheidscomplex van het feit dat je ‘maar basisonderwijs’ doet. Ondanks al onze expliciete beweringen dat basisonderwijs het belangrijkste onderdeel van ons onderwijs is, hou jij vol dat je niet meetelt.
            Ik maak me grote zorgen over jou. Ik denk echt dat hier professionele hulp aan te pas moet komen.

          • Beste Hinke,
            Dank voor het welgemeende aanbod. Helaas zal professionele hulp niet meer baten. Gezien alle expliciete beweringen, m.b.t. de deplorabele staat van het onderwijs, die ik de laatste jaren uit allerlei sprekende hoofden heb zien reutelen en waarvan de daadkracht zich slechts heeft geuit in vervolggekeutel, geloof ik nu impliciet in ’n failliet.
            Kommer en kwel in het verschiet.
            Pruttelen en polderen was eigenlijk achteraf nog wel verdraaglijk.
            Het huidige prutsen echter en het kolderen, is onbehaaglijk ondraaglijk.
            Mijn minderwaardigheidscomplex, dat voor de goede orde, ligt niet binnen het basisonderwijs, maar net als bij zovelen, aan onvoldoende sex.

          • Ach Leo,
            …je bent echt de enige niet.
            Ik heb morgen 2 atheneumklassen van 33 leerlingen.
            Drukt de pret echt niet, behalve op het moment dat er werk nagekeken moet worden.

          • Dag Hals,
            ..heb je die 2 klassen, net als ik, van half 9 tot half 4?
            Zo ja, dan erken ik in u deemoedig, ’n meerdere in rampspoed gedompeld.

          • Van 38 naar 33 in koud 30 jaar
            Wat een bofferd ben je! Ik zag van de week een oude klassenfoto van mijn vijfde klas basisschool in Hillegom. Ik telde achtendertig leerlingen plus een meester. Ik had het zo naar mijn zin op school dat ik zelf ook het onderwijs in wilde. De meester van toen is hoofd van een basisschool geworden en geeft nog steeds les. Je hebt dus een gouden toekomst voor de boeg!

          • Mag ik ook meebieden?
            Ik heb morgen vier klassen van gemiddeld 31 tussen 11.20 en 16.15, dus net geen 125 leerlingen.
            Zoveel heb jij er niet Leo.
            Maar ik geef toe, die zijn bijna zonder uitzondering goed werkende leuke leerlingen die hun puberteit ontstegen zijn, havo-5 en vwo-5. Ik kijk er weer naar uit.
            Inderdaad dat valt in het niet tegenover zo’n enorme groep basisschoolleerlingen die de hele dag aan je zorgen zijn toevertrouwd. En het zijn ook geen vmbo-leerlingen die zich, denk ik, veel minder kunnen concentreren.

          • Ach Philippens,
            met regelmaat en weemoed denk ik aan die groepen 8. Tachtig procent HAVO/VWO advies. Maar dat was toen.
            Nu is het meestal oorlog.
            Alleen nog zonder
            gewonden.

          • Dat kan hoger
            Gisterenmiddag 74 studenten. Valt nog in het niet bij mijn collega die er meer dan 200 heeft.

            Maar goed, ik hoef (mag?) maar 3 uur per week voor die klas van 74 te staan.

            Vooral het tentamens nakijken van zo een groep is uitermate vervelend. Bij 200 studenten ben je daar een week zoet mee.

          • Erger nog, Leo.
            Atheneum is nog leuk, leergierig als de pest.
            Maar daarna havo, vmbo, daar moet je sjouwen:(

      • Cultuur speelt erg mee
        Ik neem aan dat ieder van jullie al bedacht heeft dat het wel eens veel uit kan maken uit welke cultuur een leerling komt. Op de een of andere manier stel ik mij voor dat een Chinees of een Japanner veel minder problemen met een grotere klas zal hebben dan de kleine prinsjes en prinsesjes die zich hier al vanaf dag 1 moeten ontplooien en aandacht moeten hebben.
        Als ik alleen al kijk hoe weinig aandacht onze beste leerling, die uit Thailand komt, vraagt, dan is dat bijna schokkend. Hij zwijgt en doet zijn werk (en goed!)

  4. kleine klassen
    Laatst las ik een onderzoek over klassegrootte door E.Annevelink.
    Zij promoveerde 2 september 2004 aan de faculteit Gedragswetenschappen op de effecten van klassenverkleining (in groep 1,2,3 en 4 van de basisschool). Zij “ontdekte” dat een positief effect op de prestaties van leerlingen in een kleine klas nauwelijks aantoonbaar zijn.

    Ik ben dat onderzoek eens gaan lezen en kwam tot de volgende ontdekking:
    In het onderzoek onderscheidt E. Annevelink nl. de volgende groepsgrootte:

    Kleine groep = 10 tot 19 leerlingen.

    Medium groep = 20 of 21 leerlingen.

    Grote groep = 22 of meer leerlingen.

    Ik zou bijna willen zeggen:”Doe mij maar een grote groep met 22 kinderen.” Deze groepsindeling staat natuurlijk volledig buiten de dagelijkse praktijk.
    Ook is opvallend dat de samenvatting die zij geeft over haar onderzoek (er is nauwelijks positief effect zichtbaar op de prestaties van kinderen in kleine klassen) in tegenspraak is met de conclusie. In de conclusie schrijft mevrouw Annevelink nl. dat bij zwakkere en gemiddelde leerlingen de leerwinst groter is naarmate het aantal leerlingen in de groep afneemt. Ook zegt zij dat de mogelijkheid van differentiatie afneemt in medium- en grote groepen. Dus wanneer door WSNS, SBO-kinderen en rugzakleerlingen op de basisschool blijven, zal er meer gedifferentieerd moeten worden. Wil je voldoende leerrendement, dan moet dat dus in kleinere groepen. Ik pleit dan ook voor MEDIUM groepen met maximaal 20 kinderen (de conciërge, intern begeleiders en directietaken mogen hier niets van af “snoepen”).

    June Schram

    p.s. Ik zat vroeger ook in een klas met 36 leerlingen. Vroeger bestonden gezinnen uit meer dan 10 kinderen. We hebben het toch over kwaliteit en niet over overleven?

    • Dus kleine klassen zijn wél beter!
      Moeten we dan potverdorie elk gepresenteerd onderzoek tot in detail lezen om te zien dat er een politiek wenselijke conclusie getrokken is.

Reacties zijn gesloten.