Dikke leraren

De handleiding van mijn leesmethode bestaat uit meer dan 600 bladzijden. Per dag staat er uitgebreid beschreven wat de leerkracht moet zeggen en doen. Als je de handleiding precies volgt, leren de kinderen veilig lezen.
Leerkrachten basisonderwijs dreigen steeds afhankelijker te worden van methodes. Alles wordt hen voorgekauwd. Het zicht op het leerproces wordt hen hierdoor ontnomen. Hiermee verdwijnt ook de mogelijkheid om succesvol te kunnen ingrijpen in het leerproces van de leerlingen. De leerkracht wordt steeds dunner en de methode steeds dikker.

Als je echter vanuit het proces werkt, ben je veel minder afhankelijk van de methodematerialen. Je kan dan alles gebruiken dat in het proces past. Hiervoor is wel een stevige kennisbasis bij de leerkracht vereist.
Effectief leesonderwijs bevat volgens onderzoek een aantal kernonderdelen: letterherkenning, teken-klankkoppeling, synthese, 400 minuten per week daadwerkelijk hardop lezen onder toezicht van de leerkracht, herhaling en leerkrachtgestuurde instructie.
Als je deze kernonderdelen dagelijks laat terugkeren in je leeslessen, beheersen alle leerlingen aan het in van groep 3 minimaal AVI-2 en de meesten zitten zelfs daarboven. Eenvoudig en doeltreffend: doen wat werkt.

Steeds meer leerkrachten durven op deze manier te werken, maar het is echter wel spannend om de dikke en veilige handleiding los te laten. De ontwikkelaars zullen toch wel weten wat ze doen?
Dit blijkt niet zo te zijn: de leesuitval is gemiddeld 10 tot 15 procent in Nederland. Dat zijn 3 tot 4 kinderen per klas. Geheel onnodig, want iedereen kan leren lezen. Hierover bestaat consensus onder onderzoekers.

In leesmethoden staan vele zinloze opdrachten die niets met lezen te maken hebben: kleuren, lijnen trekken, rondjes zetten. Door de contructivistische filosofie zijn er ook talloze andere vakgebieden verweven in de methodes. Het kan dus gebeuren dat je volgens de handleiding moet voorlezen, woordenschatoefeningen moet doen, kleuren, een klassengesprek moet voeren over een vuurtoren op een praatplaat, knippen en knutselen. Stuk voor stuk zinvolle oefeningen om op een schooldag te behandelen, maar niet in een leesles.

Als je als leerkracht bewust bent van de kernonderdelen van effectief leesonderwijs, kan je de zinvolle opdrachten onderscheiden van de minder zinvolle en hierdoor de leesles effectiever maken. De kinderen zullen gaan ervaren dat zij kunnen lezen en als leerkracht ga je ervaren dat je het verschil maakt. Een fantastisch gevoel, een opwaartse spiraal.
Door kennis te nemen van onderzoek en in je lessen toe te passen wordt de leerkracht steeds dikker. De basishandleiding kan terug naar een paar A4’tjes. Per dag giet je zinvolle, leuke en interessante oefeningen in de kernonderdelen van de basishandleiding.

Ja, dikke leerkrachten en dunne handleidingen zijn de toekomst.

6 Reacties

  1. Dunne leraren
    Ik ben het met je eens dat dikke leerkrachten en dunne handleidingen het ideaal zijn. Maar nu we met dunne leraren opgescheept zitten zou het toch fijn zijn als er goede dikke handleidingen zijn in plaats van die constructivistische rotzooi. Reken zeker is een goed voorbeeld van een goede methode voor rekenen. Is er zoiets voor het leesonderwijs? Zo niet, is dat iets voor BON om zich op te storten?

    • Dunne handleidingen
      Constructivistische handleidingen behandelen de leerkrachten als domme uitvoerders. De mappen staan vol met uitgeschreven teksten en ondoorzichte verwevingen met allerlei andere niet-relevante kennisgebieden.
      Vrijwel alle methodes die ik ken, zijn constructivistisch: rekenen, taal, schrijven enz.
      Voor lezen ken ik de methodiek www.zoleerjekinderenlezenenspellen.nl die gebaseerd is op veel oefenen, leerkrachtgestuurde instructie, aanleren van een strategie. Anna Bosman heeft hier onderzoek naar gedaan, zie Tijdschrift voor Orthopedagogiek. Verbluffend simpele methodiek met wonderlijke resultaten. Tja, oefenen wat je wilt leren werkt nu eenmaal. Lezen als je wilt leren lezen, rekenen als je wilt leren rekenen, de leter i schrijven als je de letter i wilt leren. En dan pas toepassen in andere situaties en contexten. En niet een brei van informatie en zinloze oefeningen: lijnen trekken, vakjes kleuren, zelfstandig werken. Dat werkt nou eenmaal niet.

      • Uitgebreide lachinstructies
        Lees de column van Wena de Lange in Trouw. Ze schijft o.a. En vanaf vandaag lach ik alleen als ik heel zeker weet dat geen enkele leerling het als uitlachen kan opvatten. (Memorandum zorgleerlingen nr 5, punt 4.1.1, Nota pestbeleid 2.1.13, en ’Leuk is anders!’, blz. 124).

  2. Zeker weten over handleidingen
    Eén ding weet ik zeker: in de meeste gevallen worden handleidingen door docenten niet gelezen! Ik heb veel ervaring met onderwijsmethoden en heel vaak doorgevraagd: Docenten lezen ze niet, óók als ze wel nuttig zijn.

  3. Een lesmethodes is er…..
    ..niet of slaafs na te volgen.
    Een verstandige leraar gebruikt de methode als ondersteuning.
    Hij/zij behoort in ieder geval bóven de stof te staan en met de boeken een beetje te spelen.

    • Als je,
      zo pakweg de laatste 30 jaar, ’t “ouderwetse” basisschool team, van zo’n 8 volle banen en ’n enkele duobaan, laat veranderen in ’n team van 3 volle banen en 30 duobanen en de groepen vol laat stromen met cognitieve/ gedragsproblemen, rugzakjes en taalachterstanden, dan moet je je niet verwonderen over ’t feit dat goed betaalde middenmanagers steeds dikkere handleidingen verzinnen voor de jonge duojuffen die ’t allemaal de komende jaren moeten gaan oplossen.

Reacties zijn gesloten.