Lerarenregister: BON en Aob op één lijn

register_450x200_1156464_76025512.jpg

Binnen en buiten de onderwijscoöperatie wordt er scherp gediscussieeerd over het lerarenregister. BON heeft hierover nauw overleg met de Aob en onderschrijft het hieronder het door de Aob geformuleerde standpunt:

AOb wil lerarenregister en geen strafregister

De leden van de AOb vinden dat hun bond zich scherp moet blijven profileren in de discussie over het lerarenregister. Dat instrument moet volgens de leden van de Algemene Vergadering een middel zijn om het leraarsberoep een beschermde professionele status te geven. Door inmenging van het ministerie van OCW dreigt dat doel juist verder uit zicht te raken.

De organisaties die zijn verenigd in de Onderwijscoöperatie – waaronder de Algemene Onderwijsbond – zien in het register een middel waarmee de professionaliteit van de leraar wordt bevorderd en beschermd. ‘Een fenomeen dat we kennen bij de medische beroepen of in de juridische hoek’, vergelijkt AOb-voorzitter Walter Dresscher. Reden voor de AOb om samen met de andere bonden na te denken over de vormgeving. Dat begon met een vrijwillig register, maar inmiddels wordt er gesproken over een verplichting. Dat kan, vindt ook de AOb, maar alleen als de positie van de leraar daardoor verbetert. Iets dat de leden afgelopen vrijdag met een motie onderschrijven.

Dresscher: ‘Een echt beroepenregister, zoals in de medische sector legt vast wie wat mag doen, welke operaties een arts mag uitvoeren of welke handelingen verpleegster mag uitvoeren. Niemand anders mag dat doen van de wetgever, om de patiënten te beschermen en de kwaliteit te bewaken. Wanneer we dat in het onderwijs willen, betekent dat in een register alleen bevoegde docenten staan ingeschreven. Bovendien dat hun professioneel oordeel – kan deze leerlingen naar vmbo of vwo, mag deze leerlingen over – de norm is en het management zich daar niet mee bemoeit.’

De staatssecretaris wil hoe dan ook inschrijving bij wet verplichten: geen inschrijving en onvoldoende punten in de bijscholing betekent wat hem betreft geen baan in het onderwijs. ‘Over de beschermde status van het beroep wil hij niet spreken’, signaleert Dresscher. ‘Op die manier blijft alleen een extra ontslaggrond over. Dat is geen lerarenregister maar een strafregister.’

Ook voor onbevoegde collega’s moet volgens Dekker een aparte plek zijn in het register. ‘Volgens het ministerie van OCW moeten we weten wie het zijn’, hoort Dresscher in het overleg. ‘Maar ook in het medisch BIG-register komen geen onbevoegden of artsen in opleiding voor. Je bent bevoegd, of niet. Nog even los van de rare argumentatie doe je op die manier dus net of de onbevoegde leraren de veroorzakers van een probleem zijn. Terwijl het fenomeen van de onbevoegde collega of de onbevoegd verzorgde les hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door werkgevers die onbevoegden benoemen, zonder te beseffen dat een bevoegdheid halen én werken een loodzware opdracht is.’

De huidige variant van het register heeft inmiddels weinig meer te maken met het streven van de vakbonden en de andere onderwijsbelangenorganisaties die deelnemen aan de Onderwijscoöperatie. ‘Het plan om een register van, voor en door leraren te maken’ is door het optreden van de staatssecretaris de vangrail in gedrukt. Daarbij heeft hij de oren laten hangen naar de werkgeverskoepels die een grotere invloed willen op het register, iets waarvoor het ministerie ruimte geeft.’

Het wordt dus nog een hele kluif om tot een register te komen waar het onderwijs zelf achter staat. ‘Dekker schijnt te denken dat we er zijn omdat de Onderwijscoöperatie mee lijkt te gaan met een compromistekst waarin hij zijn stokpaardjes heeft geplaatst en vaag blijft over de autonomie voor leraren. Maar wat de AOb betreft doorstaat zijn register de toets der kritiek niet. En dat is geen verwijt van een individuele bestuurder die zijn zin niet krijgt, maar de strekking van een breed ondersteunde motie van grootste onderwijsbond van Nederland. Onze leden zeggen duidelijk: op deze manier wordt het niets met dat register.’

Toch zijn de afgelopen maanden volgens Dresscher niet zonde van de tijd geweest. ‘Er ligt een advies van een expertteam dat goed heeft gekeken naar hoe de zaken zijn geregeld bij medische beroepen. Als we dat verhaal als uitgangspunt nemen zijn we een heel eind. Dekker kan het door OCW uitgedachte compromis best terzijde schuiven en dat verhaal als uitgangspunt nemen. Dan is hij meteen terug bij de kern van de zaak: bevordering van de professionaliteit onder leraren.’

12 Reacties

  1. Walter Dresscher stal mijn

    Walter Dresscher stal mijn hart tijdens een bijeenkomst bij OCW maar (sindsdien) mijn Aob heeft nooit openlijk afstand genoemen van de kwalzalverij van de Freudenthalgroep. Mieke en Henk mochten hun flauwekul verkondigen op Aob podia.

  2. De vergelijking met de

    De vergelijking met de medische sector gaat mank. Het verhaal van JAB op het BON symposium zou niet richtinggevend moeten zijn.

  3. Walter Dresscher stal mijn

    Walter Dresscher stal mijn hart tijdens een bijeenkomst bij OCW maar (sindsdien) mijn Aob heeft nooit openlijk afstand genomen van de kwalzalverij van de Freudenthalgroep. Mieke en Henk mochten hun flauwekul verkondigen op Aob podia.

  4. Prima. En anders moet de AOB

    Prima. En anders moet de AOB de leden maar oproepen het lerarenregister te boycotten. Competente rebellen, weet je wel.

  5. We weten wat deze coalitie

    We weten wat deze coalitie van de Volkspartij voor Onderdanigheid en Controle, (de VOC, o nee, Balkenende zou wel eens lid kunnen worden), de Volkspartij van Knechtschap en Van Bovenaf (de KNB) dus en de Partij van het Management (PvdM) uit hun hoed weten te toveren om de leraren in het gareel te houden en te krijgen.

    En geruggesteund hun vrindjes in de Kleilaag kunnen ze daarin eendrachtig werken met Ministerie van Nepotisme, Kunstjes en Onderworpenheid. 

    Misschien moeten we daar eens een boek over schrijven, dat we digitaal aanbieden, zodat het ook op de scholen met den iPad gelezen kan worden.

  6. Een arts of een advocaat zit

    Een arts of een advocaat zit traditioneel in het vrije beroep. Hij heeft niet met een baas te maken maar met een mandant, een toevertrouwer. Hij zelf is mandataris; hem is iets toevertrouwd. Maar de mandataris heeft geen baas en op grond van het door de mandant in hem gestelde vertrouwen mag hij zelfstandig handelingen en sprekelingen in het belang van zijn mandant uitvoeren. Een mandant (actief) is tevens cliënt (passief) een de mandataris is zowel zaakvoerder als zaak gelastigde. De verhouding tussen de mandant en de mandataris is heel anders dan die tussen werknemer en baas. Als een leraar van het schoolbestuur de opdracht zou krijgen om de leerlingen van klas 1c Euklidische Planimetrie  tot en met de stelling van Ptolemaeus bij te brengen en hij die opdracht mag uitvoeren zoals hem het beste dunkt, dus als hij een mandaat krijgt, is hij te vergelijken met een arts of een advocaat en past daar ook een registratie in een lerarenregister bij. Maar nu de macht van de leraar in de klas zo sterk ingeperkt is gaat een vergelijking met een arts of een advocaat helemaal mank. Een vroegere leraar had wel nog een vrijheid en eigen verantwoordelijkheid die grote overeenkomst vertoont met die welke nu nog voor artsen an advocaten geldt. Van de huidige docenten wordt net als in een bedrijf van employees een dossier bijgehouden. 

    Dat artsen, strafpleiters en rechters niet onbevoegd hun beroep uit mogen oefenen en leraren soms wel ligt voor de hand. Het falen van een arts of een advocaat kan gemakkelijk ernstigere consequenties hebben dan het falen van een leraar. In Roeanda heeft men geen moordenaars vrij laten rondlopen omdat er te weinig rechters en advocaten waren om de vele hoetoes die aan genocide meegewerkt hebben door deskundigen te laten berechten. Maar de Roeandese regering heeft "de verdachten" niet laten lopen. Als je in Damascus of de Gaza-strook woont, moet je dan als paramedicus mensen laten sterven omdat je anders handelingen moet verrichten waarvoor je niet bevoegd bent? Het is kwalijk dat schoolbesturen onbekwame onbevoegden als leraar aanstelt om geld uit te sparen. Maar wanneer er echt niet voldoende bevoegde docenten te vinden zijn is les geven door onbevoegden te prefereren boven geen lesgeven.

  7. Even een reactie op de

    Even een reactie op de vergelijking met de medische sector. Walter Dresscher  wil graag een lerarenregister zoals deze er is voor artsen en verpleegkundigen; het zgn. BIG-register.  De heer Dresscher heeft een volkomen verkeerd beeld van het BIG-register. Het BIG-register  geeft aan wie op basis van opleiding bevoegd is om een beschermde titel  (arts, verpleegkundige) te voeren en wie deze bevoegdheid  is ontnomen door een tuchtrechterlijke maatregel ("strafregister!"). Ieder ander mag ook geneeskundige /verpleegkundige handelingen verrichten. Het beroep van arts/verpleegkundige is niet beschermd. Slechts een klein aantal handelingen zijn voorbehouden  aan bekwame artsen die de uitvoering mogen overlaten aan bekwame andere hulpverleners. Het BIG-register geeft niet aan welke handelingen artsen en verpleegkundigen mogen uitvoeren. Er worden  geen bekwaamheden van de arts/verpleegkundigen geregistreerd.  

     

    En een beetje meer vriendelijkheid tegen Sander Dekker is wel wijs; voor een regiser a la het BIG-register heb je wel de wetgever nodig. Als Walter het nog wil…

    Peter Simons

  8. Maar we willen toch geen

    Maar we willen toch geen register tout court!?  En Sander is toch niet zo'n doetje dat hij niet tegen een stootje kan? Of wel?  

  9. Sander is geen doetje maar

    Sander is geen doetje maar een bestuurder die niet in inhoud is geinteresseerd en zich daar dan ook niet van aantrekt. Zulke mensen kunnen tegen een stootje. 

  10. Zoals ik al schreef, de

    Zoals ik al schreef, de vergelijking met de medische sector gaat volledig mank. Dat weet professor JAB ook wel. Wie medicijnen studeert leert een vak, wie de lerarenopleiding doet leert reflecteren, of het nou op het HBO of bij de onderwijskundige afdelingen van de uni's is. Hoopgevend is dat in Utrecht mensen als QP en ThvdB een rol van betekenis spelen.

  11. Wat is de empirische basis

    Wat is de empirische basis voor de registratie-eisen waarmee de OC – en daarmee ook BON – akkoord gaat? 

    Oftewel: welke keiharde – of zelfs maar boterzachte – voorwaardelijke relatie bestaat er tussen de volgende twee variabelen:

    A. de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een leraar;

    B. het al of niet gevolgd hebben van X uur gekwalificeerde nascholing per Y jaar?

     

    Ik zeg: die relatie is er niet. Laat staan dat die overtuigend is aangetoond. De voorgestelde registratie-eisen worden niet door empirie onderbouwd. Ze zijn dan ideologisch bepaald: het lijkt *iemand* een goed idee om….

     

    Dat acht ik roekeloos. Gaat BON roekeloze ideeën steunen? Laat BON de OC roekekoze ideeën steunen?

     

     

  12. Petersimons, uw informatie is

    Petersimons, uw informatie is niet correct en bestaat op zijn best uit halve waarheden.

    Wat het BIG-register er zelf over meldt:

    (cursiveringen van mij; ik citeer enkele fragmenten, zie www.bigregister.nl/overbigregister/zorgconsument/default.aspx )

    "In artikel 3 van de Wet BIG worden 8 beroepsgroepen genoemd. Deze zorgverleners kunnen zich in het BIG-register registreren als zij voldoen aan de wettelijke opleidingseisen die voor hun beroep gelden. Met een BIG-registratie mogen zij hun beroepstitel gebruiken en vallen zij onder het tuchtrecht. Het gaat om de volgende zorgverleners: apotheker, arts, fysiotherapeut, gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, tandarts, verloskundige en verpleegkundige."

    "In het BIG-register kunt u zien of uw zorgverlener bevoegd is zijn of haar beroep uit te oefenen volgens de kwaliteitseisen die in Nederland gelden."

    "VOORWAARDEN VOOR REGISTRATIE

    Zorgverleners met een Nederlands diploma die zich willen inschrijven in het BIG-register moeten:

    • In het bezit zijn een geldig diploma.
    • Elke vijf jaar kunnen aantonen aan dat zij aan de herregistratiecriteria voldoen. (Voldoende werkervaring en/ of bij- en nascholing.)
    • Niet onder toezicht (curatele) vanwege een lichamelijke of geestelijke toestand.
    • Geen beroepsbeperkende maatregel hebben.
    • Hebben betaald voor een registratieperiode van vijf jaar."

    "WAT HOUDT REGISTRATIE IN?

    Met een BIG-registratie valt een zorgverlener onder het tuchtrecht. Daarnaast mag een zorgverlener:

    • De wettelijk beschermde beroepstitel voeren.
    • Mogen artsen, tandartsen en verloskundigen zelfstandig voorbehouden handelingen uitvoeren.
    • Starten met een specialistenopleiding. "

    (einde citaten)

    Anders dan in het onderwijs, wordt de kwalificatie "bevoegd" hier wèl ernstig genomen. Wie niet bevoegd is, en niettemin dit beroep uitoefent, moet zich voor de rechter verantwoorden. Verder mogen zij hun beroepstitel alleen na registratie gebruiken. En het is zeer zeker niet waar dat "ïeder ander ook geneeskundige /verpleegkundige handelingen mag verrichten". Ja, iedereen mag pleisters plakken, en bepaalde andere simpele "medische" handelingen verrichten, maar dat zal hier niet bedoeld zijn.

    Verder is het zo, dat de zorgverzekeraars geen contracten zullen afsluiten met niet geregistreerde artsen en zorgverleners. Behalve de strafrechtelijke sanctie op het onbevoegd uitoefenen van het beroep is er dus ook nog een financiële sanctie. Ook is het voeren van alleen al de titel "arts" zonder de bijbehorende opleiding en registratie al strafbaar. Het beroep van arts etc. is hierdoor buitengewoon stevig beschermd.

    En tenslotte: het bezit van het voor het beroep vereiste diploma is een noodzakelijke voorwaarde voor opname in het beroepsregister.

     

Reacties zijn gesloten.