“leraar geeft beter advies dan eindtoets”

NRC bericht dat het basisschooladvies een betere voorspeller is van de VO-loopbaan van leerlingen dan de eindtoets:

www.nrc.nl/nieuws/2014/10/10/leraar-weet-beter-wat-goed-is-voor-kind-dan-citotoets/

Dit verbaast mij, omdat het uiteindelijke basisschooladvies nogal eens niet het echte basisschooladvies is, maar een onder druk van de ouders verhoogd advies.

Het artikel meldt:

"Leerlingen uit groep acht die van hun leraar een hoger advies krijgen dan volgens de toetsresultaten op zijn plaats is, gaan in 73 procent van de gevallen na drie jaar nog steeds op dit hogere niveau naar school."

En dat valt wel te verklaren: scholen worden afgerekend op 'onderbouwrendement'. Komt een leerling binnen met een HAVO-advies, dan moet alles op alles gezet om hem in elk geval t/m klas drie op de HAVO te houden.

Ik vermoed dat de eindtoets gewoon minder hard mee is gegaan in de 'adviesinflatie' dan de basisschooladviezen. En dat scholen, omdat zij worden afgerekend op onderbouwrendement, hier even hard in meegaan. En ja, dan is het basisschooladvies dus een betere voorspeller.

Wat mij betreft dus een gevaarlijk bericht, zo'n kop over 'basisschooladvies betere voorspeller'. Met zo'n bericht in de hand kan het gebeuren dat aan objectieve metingen minder waarde wordt gehecht en dat is in het nadeel van kinderen uit lagere sociale milieus: zij worden door het basisschooladvies benadeeld, zoals het NRC-bericht ook aangeeft.

 

10 Reacties

  1. Dit is berichtgeving waar je

    Dit is berichtgeving waar je helemaal niets mee kunt. De eigen docent heeft vanzelfsprekend de beste statistiek met zijn cijfers, het grootste aantal proefwerken. Maar hij moet voor een hele klas tegelijk het cijferniveau ijken tegen een landelijk bekende schaal. Hebben ze dat bij de NRC wel in de gaten?

    Nu gebruiken veel basisscholen de CITO toets om te ijken. In de docentcijfers is dan de CITO toets verwerkt. Die twee zijn niet onafhankelijk. Je kunt de docentcijfers slechts onafhankelijk zien van de CITO cijfers als er een andere ijktest is gebruikt. In hoeverre is dat zo? Met het bericht in de NRC word je daar niets wijzer over.

    Als de ouders de docent onder druk zetten voor een hoger advies, moet je misschien terug naar het klassieke hoofd van een school. Dat was meestal een docent op rijpere leeftijd, die niet meer voor ouders opzij ging. Ook voor de discipline binnen de school t.a.v. tijdschema en weekrooster is een ‘milde autoriteit’ binnen de school veel beter dan een bureaucratisch opgetuigd systeem van verplichte proefwerken. De anti-autoritaire mode heeft het interne toezicht binnen de school aangetast. De papierwinkel die ervoor terug kwam is veel hinderlijker.

  2. Het is voor mij als

    Het is voor mij als grootouder niet acceptabel dat in een tijd waarin door de opleidingsscholen voor onderwijzers  (om zo veel mogelijk verwarring te veroorzaken worden in de ENS, de educatieve NewSpeak, mensen die aan basisscholen les geven of mogen geven “groepsleraar” genoemd) steeds lagere toegangseisen worden gesteld, adviezen op het gebied van een vervolgopleiding door de basisscholen worden uitgebracht die de vervolgopleidingen in de regel opvolgen. Het heeft een hoog “de slager die zijn eigen vlees keurt” –karakter waarbij de slagers bovendien over een twijfelachtig diploma beschikken. Zo lang ouders in Nederland het recht hebben om voor hun kinderen op te komen moet de overheid daartoe mogelijkheden gemaakt worde, in dit geval om tegen de uitkomst van de toelatingsprocedure in beroep te gaan. Serieuze kandidaten voor een second opinion zijn IQ-testen, psychiatrisch onderzoek en een toelatingsexamen. Tegen de gebruikelijke CITOtoets zijn als controlemiddel over het oordeel van de leverende basisschool 4 grote bezwaren. In de eerste plaats wordt hij als mosterd na de maaltijd gebruikt: de vervolgscholen hebben reeds een indeling in schoolklassen gemaakt voordat de uitslagen van de CITO-eindtoetsen bekend worden. Het tweede bezwaar is dat de CITO-toetsen te weinig gericht zijn op de detailkeuzes die meestal gemaakt moeten worden. Bij voorbeeld: ¿Kan een leerling naar GVWO (Gymnasiaal VWO), OVWO (Ordinair VWO) of HAVO? ¿Of HAVO of MAVO? Daarop is de CITO-eindtoets niet gericht. Verder kan uit de antwoorden van een toets met open vragen meer en betrouwbaarder informatie gehaald worden. In de vierde plaats controleert een CITOtoets onvoldoende op inzicht en vaardigheden in rekenen en inzicht in de structuur van taal. Goede kandidaatexamens voor een tweede oordeel zijn een IQ-test en het ouderwetse toelatingsexamen voor het VWO. Voor een toelatingsexamen kunnen leerlingen die daaraan mee willen doen of waarvan de ouders dat willen in het voorlaatste BO-jaar apart genomen worden om voorbereid te worden op dat toelatingsexamen. Als de examenstof verstandig samengesteld is kan zowel het abstractieniveau als de bereidheid tot inzet op het toelatingsexamen getest worden. Bij gelijke intelligentie zullen kinderen van hoogopgeleide ouders in vergelijking met tot kinderen van lager opgeleide ouders in het voordeel zijn maar dat geldt ook op de vervolgschool. Dat voordeel heeft dus wel degelijk voorspellende waarde voor de kans dat een leerling een bepaalde vervolgopleiding aankan. Ik ben van mening dat leerlingen vanaf hun eerste schooljaar in het secundair onderwijs naar inhoud en abstractieniveau passend onderwijs moeten krijgen waarbij het VWO in tweeniveaux gesplitst is (“passend” gebruik ik hier in zijn oorspronkelijke betekenis, niet naar zijn specifieke betekenis in ENS waarin dit adjectief slaat op een bepaalde manier van leren). Dat maakt de selectie aan het eind van de basisschool erg belangrijk.

    Het is mijn hoop dat de afdeling Steun bij rekenen van BON voor de overgang van basisonderwijs naar secundair onderwijs, het liefst samen met een afdeling Steun bij taal, jaarlijks een toelatingsexamen VWO zullen organiseren dat door ouders gebruikt kan worden om voor hun kind gepast vervolgonderwijs af te dwingen. 

  3. Malmaison vertrouwt de

    Malmaison vertrouwt de adviezen van de onderwijzers niet. Hij moet wel bedenken dat een toelatingsexamen een momentopname is, statistisch weinig betrouwbaar. Hoe deed mijn eigen hoofd van de school het, vóór de Mammoetwet? Hij gaf vrijwel elke week een proefwerkje: dictee, redactiesommen etc. Met redactiesommen kreeg je twee makkelijke, twee moeilijke. Dat discrimineerde over de volle breedte van de klas. In mei had hij tientallen cijfers, met heel betrouwbaar gemiddelde voor elke leerling. Maar hoe vielen zijn cijfers op een landelijke schaal? Er kwam eind mei een psycholoog, die een ijktest afnam. Zet nu in een grafiek horizontaal de docentcijfers en verticaal de ijkcijfers. Dan mag de ijktest wat statistische ruis bevatten. Maar voor een complete klas kwam er een heel scherpe lijn uit, de ijking van een hele klas tegen een landelijke norm. (N.B. Er zijn meer grafische methoden dan alleen deze.) Die ouderwetse adviezen waren haarscherp. Als ze tegenwoordig minder scherp zijn, ligt dat aan de persoon, niet aan de methode. Die was prima. Het was verder ondenkbaar destijds, dat het hoofd van de school zwichtte voor ouders die graag een beter advies hadden gezien.

  4. Wellicht is er bij

    Wellicht is er bij adviserende basisschoolleraren dan iets fundamenteels veranderd. Zowel ikzelf als mijn dochters kregen niet het juiste schooladvies. In mijn geval: te laag wegens het beroep van mijn vader. In geval van mijn dochters: slimheid wordt door veel leraren niet gezien (ze zitten te dromen).

  5. Dat eerste gebeurt nog steeds
    Dat eerste gebeurt nog steeds veel, blijkt uit het onderzoek van de inspectie: autochtone kinderen uit lagere sociale klassen krijgen vaak een te laag schooladvies. Met name voor hen is het belangrijk dat er ook een objectieve meting blijft.

  6. Ik zou graag willen opmerken

    Ik zou graag willen opmerken dat veel reacties op deze website voor mij als leerkracht in het basisonderwijs toch erg negatief overkomen, alsof elke leerkracht in Nederland er niks van bakt.

     

    De toon wordt door mij als negatief ervaren en al zeker niet als constructief.

     

    Alsof 1 enkele leerkracht bepaald wat het advies voor vervolgonderwijs van een leerling gaat bepalen! Bij ons zijn er minimaal 5 mensen in dit proces betrokken en wordt er gekeken naar het totlae kind, ja de cito-lvs toetsen, maar ook het rapport wordt meegewogen en ook de inschatting van leerkrachten uit groep 7 en 8 en tot dit schooljaar ook de uitslag van het wettelijk verplichte 2e gegeven (wat de cito eindtoets kan zijn of aan andere toegelaten eindtoets, zoals in ons geval).

     

    Dat wil niet zeggen dat er geen fouten worden gemaakt in het onderwijs of door bepaalde leerkrachten, maar om iedereen over één kam te scheren…..

  7. Beste Meester Jeroen, maak

    Beste Meester Jeroen, maak het aub specifiek mbt de reaguurder. Dat verheldert de discussie. Veel van mijn eigen kritiek betreft de door vakinhoudelijk beperkt bekwame vakdidactici vastgestelde vakinhoud, en de rol van vakinhoudelijke niet bekwame toetsinstanties. Ik schrijf daar hier over: 

    www.beteronderwijsnederland.nl/content/slo

     

     

  8. Let wel, dat sommige toetsen

    Let wel, dat sommige toetsen eigenlijk verkapte intelligentietests zijn en wat je daarvan wil vinden is een andere discussie. Dat Cito inhoudelijk onzin in haar toetsen stopt staat vrijwel los van die discussie, maar hoe OCW een en ander afweegt is interessant.

  9. Excuses overigens voor de

    Excuses overigens voor de vele taal- en spellingsfouten. Dat is uiteraard niet een leerkracht waardig. Het lag waarschijnlijk aan mijn vurigheid in het reageren.

    De regels voor het verwijzen van leerlingen naar het VO worden steeds meer aangescherpt waardoor er alleen maar steeds meer naar de cijfertjes wordt gekeken i.p.v. naar het complete individuele kind.

    Helaas moeten wij er als school wel in meegaan, omdat bijvoorbeeld een gemeentebreed samenwerkingsverband van VO en PO besturen het zo met elkaar afspreekt. In plaats van het complete kind te beoordelen, worden kinderen vanaf nu nog alleen beoordeeld op hun vaardigheidsscores voor CITO-LVS toetsen vanaf midden groep 6.

    En dat moet ik dan brengen naar de ouders, hoe fijn.

Reacties zijn gesloten.