Linksom of rechtsom, maar minder

JCTraasv2.jpg

Prof van den Berg, hoogleraar economie, zei over de verhoging van de pensioenleeftijd: ‘Het is nog maar de vraag of mensen veel langer gezond kùnnen doorwerken. Zware lichamelijke arbeid kan sowieso niet, dan heb ik het over geestelijke arbeid. De scherpte, concentratie en alertheid worden gewoon minder. De aanpassing van de hersenen gaat heel langzaam, terwijl de pensioenleeftijd snel stijgt. Het zou best kunnen dat mensen straks langer werkloos thuis zitten in plaats van langer doorwerken. Dan zou de verhoging van de pensioenleeftijd slechts een ordinaire bezuinigingsmaatregel zijn.’ ( BNDeStem, 28 december 2016).

Met dat laatste ben ik het graag eens als het gaat om het onderwijs. Op zichzelf  hoeft het leraarsberoep niet overdreven zwaar te zijn, als er aan een aantal voorwaarden is voldaan: de leraar moet goed opgeleid zijn, hij moet kunnen werken in een kleinschalige, collegiale omgeving waar gezag wordt uitgeoefend door een steeds duidelijk aanwezige, capabele rector of directeur. De klassen of groepen in het voortgezet onderwijs moeten een redelijke grootte hebben, niet meer dan 25 leerlingen in de onderbouw en niet meer dan 20 in de bovenbouw. De bureaucratische rompslomp moet sterk verminderd worden, evenals de druk om volgens voorgeschreven modellen te werken en, nog erger, de druk om voldoende leerlingen te laten slagen.

Ja, ik beschrijf nu de situatie zoals die in het algemeen bestond in de jaren zestig, een tijd waarin je veel minder hoorde over voortijdig versleten leraren, een periode ook waarin de salarissen zodanig waren dat men met vertrouwen de toekomst en het pensioen tegemoet kon zien. Bovendien, leraren genoten toen nog een behoorlijk respect.

Enfin, na die tijd is het onderwijs in de greep gekomen van tegenstrijdige wensen en belangen. Gelijke kansen voor iedereen, maar voor minder geld en op een lager niveau, daar komt het ongeveer op neer.

En de sluitpost, de belangrijkste kostenpost, wordt daarbij gevormd door de leraren.

En toch wordt nog steeds geprobeerd hen te paaien met mooie woorden en beloften, een beroep op hen gedaan om enthousiast te worden over nieuwe slogans of idealen. Pas geleden ontmoette ik een jonge leraar wiskunde die me zei het als zijn taak te zien ’jonge mensen te begeleiden op weg naar hun volwassenheid.’ Mooi is dat.

Veel te weinig beseffen de leraren, dat, wat er ook gebeurt, hun positie steeds wordt begrensd en beknot door bezuinigingen en pogingen om hen minder mondig te maken.

 

J.C. Traas

 

1 Reactie

  1. Een school zou dus het

    Een school zou dus het probleem van het grote aantal onbevoegde leraren in de tekortvakken kunnen verzachten door senex-leraren aan te stellen die bijna alleen maar les hoeven te geven en dat in grote mate naar eigen inzicht mogen doen en bovendien gering belast worden met het noodzakelijke correctiewerk. Maar zoiets uit vroegere tijden zou het gezag van de bazen en bovenbazen van de scholenconglomeraten over de leraren in voor hen ontolereerbare mate aantasten.

    Dat gaat dus niet gebeuren.

Reacties zijn gesloten.