Geachte ouder/verzorger,

Geachte ouder/verzorger,

`Als management van het Regionaal Lyceum De Kweekvijver willen we U van harte verwelkomen in onze fraaie scholengemeenschap! Wij zijn er trots op dat wij het modernste lesmateriaal hebben, dat de computerlokalen dit jaar geheel zijn vernieuwd, dat het management op de hoogte is van alle gangbare managementtheorieën, en dat onze onderwijsmethodes zijn ingericht volgens de nieuwste didactische inzichten. Uw kind kan zich hier optimaal ontplooien: U hebt de juiste keuze gemaakt!’

Deze ronkende zelfverheerlijking is weliswaar enigszins aangedikt, maar het is een feit dat scholen zijn niet altijd open zijn naar de ouders. Waar moet je als ouder naar vragen? Een paar voorbeelden met telkens de motivatie en relevantie van de vraag.

1. Wat is de gemiddelde klassengrootte uw school? Hoe zal de klassengrootte zich de komende jaren ontwikkelen?
Waarom: Een flink aantal onderzoeken legt een verband tussen klassengrootte en onderwijsresultaat (de lobby-organisatie Class Size Matters houdt op www.classsizematters.org een uitgebreide literatuurlijst bij). In dat licht zijn kleinere groepen (<25 leerlingen) belangrijk. 2. Besteed u op uw school vooral aandacht aan algemene vaardigheden of ligt nadruk op kennis? Kunt u daar een procentuele verdeling van geven? Waarom is die keuze op school zo gemaakt? Is er divers en frequent contact met vervolgonderwijs m.b.t. dit onderwerp? Waarom kiest uw school voor deze invulling van het studiehuis? Waarom: vervolgopleidingen klagen landelijk en op alle vakgebieden over het gebrek aan vakkennis van nieuwe studenten. Middelbare scholen lijken doof voor deze roep en richten zich vooral op het afleveren van zoveel mogelijk leerlingen met een diploma (van betrekkelijke waarde). Hoge slagingspercentages hebben een aanzuigende werking op nieuwe brugklasleerlingen en dat bepaalt in sterke mate de hoogte van de budgetten van het ministerie van onderwijs voor een school. 3. Wat is het meest voorkomende opleidingsniveau van de docenten op school? Waarom: In een Brits onderzoek over het vak natuurkunde blijkt vooral het niveau van inhoudelijke scholing van de docenten bepalend te zijn voor zowel de keuze voor het vak natuurkunde als het succes op het eindexamen. 4. Welk percentage van het officiële aantal vakuren roostert de school als contacturen? Waarom dit belangrijk is behoeft nauwelijks uitleg; getallen variëren tussen 30% en 45%. 5. Hoeveel/hoe vaak wordt er vakoverstijgend of in projecten gewerkt? Hoe wordt dit type onderwijs ontworpen? Kunnen docenten/leerlingen/ouders kiezen hier aan mee te werken? Waarom: In de praktijk is vaak de inhoudelijke component van (vakoverstijgende) projecten dubieus. De financiele en tijdsinvesteringen hieromtrent gaan (vaak) ten koste van de reguliere lessen. Zie ook het waarom bij vraag 2. 6. Heeft de school besloten onderwijs te gaan geven in de richting van voorbeeld- of probleemgestuurd onderwijs? Waarom (niet)? Wat zijn de opvattingen van school hierover voor het toekomstige onderwijs? Is dit een visie die door een ruime meerderheid van de docenten gedeeld wordt? Waarom: zie het waarom bij vraag 2. 7. Wat voor mogelijkheden krijgen docenten intern m.b.t. scholing (vrije keus of verplicht naar APS?)? Waarom: scholing van docenten kan een verplicht karakter hebben. Hierbij staat vaak niet vakinhoudelijke verdieping voorop. Schoolleidingen kunnen belang hebben bij een personeelsbestand dat gelijke ideeën heeft over onderwijsvisie. Op die manier zijn onderwijsvernieuwingen makkelijker door te voeren. Onderwijsvernieuwingen zijn vaak slecht onderbouwd en betekenen vaak een verdunning van de kennis van leerlingen en tot een lager eindniveau. Afgelopen jaren, en het houdt de komende tijd niet op, is er in het middelbare onderwijs een groot aantal zaken essentieel veranderd. Vaak met stille trom. Argumenten hiervoor moeten worden gezocht in "de voor leerlingen zo sterk veranderde wereld". In de logica van de vernieuwers moeten scholen daar in meegaan en worden hele onderwijsprogramma's overhoop gehaald. Sterker nog, er bestaat een hele industrie van gesubsidieerde instituten die scholen adviseren over hoe vernieuwingen moeten worden aangepakt. Vreemd, zeker als u bedenkt dat zowel die instituten als de scholen voornamelijk door het ministerie betaald worden. Uit eigen ervaring willen we u laten weten dat vaak goed gekwalificeerde leraren murw worden gebeukt met deze nieuwlichterij. Zij worden door de onderwijsmanagers, die vooral tijd besteden aan beleid op nanoniveau, brainstormsessies en het ontwikkelen van speerpunten, niet meer gehoord en gooien vaak uit lijfsbehoud de handdoek in de ring. En zo dringt de verschralende vernieuwing steeds verder het onderwijs binnen. Beste ouders/verzorgers, wij spreken u aan als eerste verantwoordelijke voor de toekomst van uw kind en als belastingbetaler. Eis degelijk onderwijs voor uw kind! Wij wensen u veel open ogen op de open dagen toe.