Een uitgebreid artikel over rekenen/wiskunde in de Telegraaf van vandaag. Prof Henk Tijms en Prof Jan van de Craats komen uitgebreid aan het woord.
Voor ons op dit foum is het inhoudelijk niet nieuw. Maar geweldig dat er in de grootste krant van Nederland zoveel aandacht is voor (reken)onderwijs. Als dat onderwerp de Telegraaflezers onder ogen komt, dan is dat een enorme verspreiding van onze ideeën. Nu SBS6 nog!
bijlage: artikel Telegraaf
Hoofdrekenen verbeterd?
Volgens Adri Treffers is het allemaal niet waar. Hij zegt onder meer (over de vernieuwde rekenmethodes): Een rekenpeiling van het Cito (PPON 3) gaf een overzicht van de resultaten en daarnaast ook hoe de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ methoden ten opzichte van elkaar presteerden. Treffers: “Op het gebied van het cijferen was er sprake van een lichte, maar significante achteruitgang. Deze had betrekking op twee onderdelen, te weten ‘vermenigvuldigen en delen’ en ‘samengestelde bewerkingen’. Maar er was vooruitgang te zien bij getalinzicht, hoofdrekenen, schattend rekenen, verhoudingen, breuken en procenten..
Als dat waar is, waarom zien dan heel veel van onze HBO-studenten niet in dat 36.800 gedeeld door 380.000 (edit: maal 100%) ergens tussen de 9 en 10 procent is? Of dat het optellen van 10.486 en 12.532 nooit kan leiden tot de uitkomst 136.018 (“gunst ja, zeker de getallen niet goed ingetikt”). Of dat je iemand niet aanzienlijk meer inkomstenbelasting kunt laten betalen dan deze persoon aan bruto salaris heeft (zelfs in Nederland niet …. )?
Rekenmachine
Treffers heeft m.i. wel een punt als hij verwijst naar de rekenmachine.
De achteruitgang van de rekenvaardigheden gaat gelijk op met het toenemend gebruik van dat apparaat.
Rekenen moet je blijven doen om het te blijven kunnen. Het is niet zoiets als zwemmen. Dat leer je, en verleer je nooit meer.
Als je op de basisschool leert rekenen kan je dat 10 jaar later alleen nog, maar dan wel beter, als je het bent blijven toepassen.
Een tijdje terug is op dit forum al eens gemeld dat leerlingen op de basisschool na de citotoets in het algemeen alleen nog maar achteruitgaan. (Of stond dat in een inspectie-rapport?)
Als basisscholen na de citotoets nou eens gewoon doorgaan met lesgeven, en als middelbare scholen bij wiskunde en andere vakken de rekenmachine nou eens zouden verbieden…. (Terug naar de rekenliniaal!)
Misschien dat we dan helemaal geen Belgische boekjes meer nodig hebben.
suffen op de basisschool
“het aloude staartdelen bijvoorbeeld blijkt voor de helft van de kinderen na 50 lesuren nog te zwaar”. Wanneer wordt een balangrijk onderwerp uit het programma geschrapt? Als het voor 50% van de leerlingen te moeilijk is? Voor 40%? Of voor nog minder? Moet een programma van de basisschool een moeilijkheidsgraad hebben waaraan 90% van de leerlingen kunnen voldoen en moeten de besten van die 90% acht jaar lang onderpresteren?
Seger Weehuizen
Het schrappen van onderwerpen op de basisschool
is in elk geval niet gebeurd door lieden die niet konden staartdelen.
Pech
AMSTERDAM, zaterdag. Koen heeft autopech op de snelweg. Hij staat bij het bordje 36,4 km. Bij het bordje 37,0 km kan hij om hulp bellen. Hoeveel meter moet hij lopen?
Wat kan hem dat schelen. Het enige wat Koen interesseert is *het pijltje richting praatpaal*op het hectometerpaaltje.
En heeft zijn *gevarendriehoek* goed geplaatst en een *veiligheidsvest* aangetrokken ? (o.a. in *België verplicht*)
Ja, wat kan hem dat schelen?
Wat kan hem dat nou schelen? Tsja, zo zit alles wat je op school moet doen boordevol ‘wa-kemmij-da-nou-schele’ momenten, als je dat tenminste zo wil zien. Laten we die opmerkingen nu maar aan de pubers overlaten; die zijn daar erg goed in. Volwassenen zouden moeten inzien, dat iemand die die vraag niet kan beantwoorden, later in het verpleeghuis ook niet de juiste doorstroomsnelheid van ons infuus kan berekenen. Wat kan hem dat nou schelen? Opa was toch al bijna dood.
Realistisch moet wel aanspreken
Als je leerlingen vragen stelt die zij zichzelf in de gegeven situatie niet zouden stellen verliest de prikkel die van het realistische moet uigaan zijn werking. Geef dan liever de afstand van twee punten P en Q op een lijn t.o.v. een referentiepunt O op die lijn aan in km en vraag te berekenen wat de afstand tussen P en Q in meters is. Slimme leerlingen vinden dan 2 oplossingen.
Seger Weehuizen
Cijfer uitrekenen
Als ik vroeger een repetitie teruggaf zonder cijfer maar wel met de punten + gewichtsfactor per onderdeel + een behoorlijk ingewikkelde omrekeningsformule waren ze best in staat het cijfer te bepalen. *Moeite moet lonen*.